Lees Schrijven Magazine al voor € 21,50.
Fis eten en foetbal spelen
De Nederlandse School ‘t Kofschip in Rome is een van de 196 NTC-scholen wereldwijd: scholen, die Nederlandse Taal en Cultuur onderwijzen. De in totaal bijna 12.000 leerlingen krijgen iedere week drie uur Nederlandse les. Het gaat om kinderen die minstens één Nederlandstalige ouder hebben en doordeweeks naar de dagschool gaan van het land waar ze wonen. Dat betekent in het geval van Rome dat de meeste kinderen in het dagelijks leven Italiaans spreken.
Het is interessant om te zien hoe deze kinderen zich handhaven in hun worsteling met de Nederlandse taal, die vaak genoeg helaas niet eens door de Nederlandstalige ouder thuis veelvuldig gesproken wordt. Zo spelen ze ‘foetbal’ en eten ze ‘fis’. Hypercorrigeren ze als gevolg daarvan rijwiel tot ‘viets’. Wordt het tegenovergestelde van goed ‘vout’. Daarnaast zorgt de v ook voor problemen, omdat deze in het Italiaans meer als onze w klinkt: zo vragen ze elkaar ‘Vaar voon je’? en kan het antwoord luiden ‘hir’. Dat laatste heeft dan weer te maken met de lange Italiaanse i, die ‘imand’ hier hardnekkig door kan laten klinken. Vandaar ook dat een Italiaans-Nederlands kind ‘niet’ voorleest als het Russische ‘njet’, want de i en de e zijn voor hem twee losse letters.
Tweeklanken als ‘ee’ zorgen al helemaal voor ‘hil fil’ problemen. En áls een leerling eenmaal lucht heeft gekregen van dubbele klinkers, zet hij ze niet zelden te onpas in, zoals een jeugdlid van AS Roma eens schreef: ‘Ik schop teeche de baal’. Toch knap, dat hij bij het voorzetsel dan wel zijn best doet om de g-klank met ‘ch’ te schrijven: deze combinatie klinkt immers in het Italiaans als ‘k’. En dat een Italiaan, die iedere letter doorgaans nauwkeurig articuleert, de laatste letter weg laat vallen, hebben we helemaal aan onszelf te danken: wij zijn nou eenmaal slordig met onze slot-n’en. Beginletters zijn ook lastig, zoals de h: wanneer spreek je die nu wel of niet uit? Dat vraagt de leerling aan tafel zich af die zegt dat er ‘eerlijk heten’ op zijn bord ligt.
Besteed je wekenlang aandacht aan het Nederlandse verkleinwoord, raak dan niet gefrustreerd als een kleine kraan toch stug als ‘crancie’ wordt genoteerd. En hou rekening met andersoortige taalfouten, zoals het trotse ‘Gedaan!’, als een kleuter klaar is met zijn werkje. En op de vraag ‘Waarom heb je je boek niet gelezen?’ krijg je bijna steevast de klassieker ‘Waarom ik had geen tijd…’ te horen, waarbij niet alleen de herhaling van het vraagwoord opvalt, maar ook de woordvolgorde. En als een kind niet op een woord kan komen, dan omschrijft hij het gewoon. Zoals een jongetje dat het beroep van zijn vader uitlegt als ‘plantenzetter’: een originele en adequate oplossing, voor iemand die nog nooit het woord ‘tuinman’ heeft gehoord.
Toen ik ruim zes jaar geleden naar Rome kwam, was dat niet alleen uit liefde voor de oudheid, maar ook uit nieuwsgierigheid naar de rest van de wereld. Nog steeds kijk ik mijn ogen uit in dit land dat al eeuwenlang een plek is vol diverse talen en culturen. En ik geef anderen graag de kans wat van de mijne te leren. Oe lastich that hook is.
Tessa D.M. Vrijmoed (1982) woont sinds 2008 in Rome. In 2013 verscheen haar boek Laat je krekels maar krieken – Het Colosseum voorbij en vanaf 2015 ligt de door haar herziene reisgids 100% Rome in de winkel. Tessa is classica van origine, maar werkt als docente Nederlands aan ‘t Kofschip. Ze is te volgen via haar website en fanpagina.
Techniek
- Login of registreer om te reageren
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.