Afbeelding
Judit Peter via Pexels
Judit Peter via Pexels
Jarenlang had ik last van writer’s block. Ik kon gewoonweg niet meer aan een verhaal beginnen, en als ik eenmaal na veel moeite was begonnen, hield ik na een paar bladzijden alweer op, bang voor de mogelijke kritieken van anderen. Het boek Fearless Writing van William Kenower liet mij inzien dat ik niet bang hoefde te zijn, maar ook dat onzekerheid altijd in meer of mindere mate zou blijven. In dit artikel zet ik 5 tips van Kenower op een rij die mij hebben geholpen om mijn schrijfangst te bedwingen.
Als je de ambitie hebt om uitgegeven te worden, dan ga je je vanzelfsprekend bezighouden met wat anderen van jouw verhaal gaan vinden. Is mijn verhaal wel interessant genoeg? Gaat een uitgever het goed vinden? Zullen lezers ontroerd raken door mijn boek? Gaat het wel verkopen? Gaan mijn ouders mij nog wel in de ogen kijken als ze weten dat personage A en B op hen zijn gebaseerd? Deze gedachten zijn destructief en kunnen je tegenhouden in je schrijfproces. Het klinkt als een open deur, maar de oplossing is eigenlijk vrij simpel: schrijf waar jíj van houdt, wat jou interesseert en waar jouw hart sneller van gaat kloppen. Je hebt immers geen controle over wat er gebeurt nadat jouw manuscript is afgerond, dus laat je daar ook niet door leiden.
Boekrecensenten weten als geen ander te beoordelen of een boek goed of slecht is en vaak gaat dit gepaard met een sterrensysteem waarin een goed boek vijf sterren krijgt en een slecht boek één. Deze beoordelingen zijn gebaseerd op meningen en in werkelijkheid is het onmogelijk om objectief vast te stellen of een boek ‘goed’ of ‘slecht’ is. Houd je hier dan ook niet mee bezig. Er zijn volgens Kenower maar twee vragen die echt nuttig zijn voor een schrijver: wat wil ik vertellen en heb ik dit verteld?
In iedere editie van tijdschrift Schrijven Magazine delen we tips, trucs & adviezen van bekende auteurs en schrijfdocenten. Leerzaam!
Nog geen abonnee? Meld je aan!
Logischerwijs komt er een moment waarin je jezelf gaat afvragen of jouw boodschap overkomt bij lezers. Constructieve kritiek kan hier zeker bij helpen, neem deze dan ook serieus, maar neem ze vooral niet persoonlijk. Weet dat wat je ook doet, er altijd iemand is die een andere keuze zou hebben gemaakt. We zijn nu eenmaal verschillend. En dat is helemaal oké. Je kunt niet iedereen tevreden stellen, dus blijf vooral dicht bij jezelf.
Schrijfboeken staan vol met het advies: vermijd clichés. Schrijvers en redacteuren vinden het dan ook belangrijk dat je laat zien dat je kundig genoeg bent om met vers taalgebruik te komen. Kenower stelt dat clichés geen probleem hoeven te zijn en dat jij, met je eigen unieke achtergrond en schrijfstijl, al origineel genoeg bent. Houd je daarom liever bezig met de vraag of de gebruikte clichés in jouw verhaal wel jouw boodschap overbrengen. Uitdrukkingen en metaforen kunnen namelijk erg abstract zijn en daarom helemaal niet geschikt zijn voor jouw boodschap. Als een bepaalde cliché jouw boodschap wel precies overbrengt, gebruik deze dan. Zo niet, pas deze dan aan.
Tenzij je enorm veel geluk hebt zul je veel afwijzingsbrieven krijgen van uitgevers en zul je andere schrijvers zien stralen terwijl jij zit te worstelen om woorden op papier te krijgen. Dit betekent niet dat jij niet goed genoeg bent en moet opgeven. Blijf in jezelf geloven en als je twijfelt, lees dan opnieuw tip 1 van dit artikel.
Roxanne Borgman studeerde Nederlandse literatuur en cultuur en worstelt momenteel met haar eigen fantasyroman. Op haar website blogt ze over creatief schrijven en boeken.
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!