Mama Ana Paula schrijft ook poëzie
Door Xu Hudong (China)
Vertaling door Silvia Marijnissen
Mama Ana Paula schrijft ook poëzie.
Met een sigaret van maiskolfblad in haar mond smeet ze me
een dikke dichtbundel toe en zei: ‘Lees maar.’
Het is waar, mama Ana Paula, onstuimig als de Atlantische Oceaan,
de moeder van mijn student José,
twee ronde Braziliën op haar borst, een stuk Zuid-Amerika op haar billen
en een buik vol bier, schrijft ook poëzie.
De dag dat ik haar voor het eerst ontmoette en ze me optilde,
als een arend die een prooi greep, wist ik niet dat ze poëzie schreef.
Toen ze me begroette met een mondvol ‘lul’, met haar grote palmboomhanden
over mijn gezicht aaide, met haar marihuanatong mijn paniekerige oren likte,
wist ik niet dat ze poëzie schreef. Iedereen, inclusief
haar zoon José en haar schoondochter Gisèle, zei dat ze een losbol was,
maar niemand zei me dat ze poëzie schreef. José zei:
‘Zet mijn leraar neer, lieve losbol van me.’
Dus zette ze me neer, bleef naar willekeur ‘lul’ uitspuwen en ging
een andere prooi pakken. Kijkend naar haar sterke rug,
die zelfs als ze dronken was nog altijd een stier dodelijk kon vloeren, kon ik
me totaal niet voorstellen dat ze poëzie schreef. Ook vandaag, een dag dat
mama Ana Paula buitengewoon kalm is, kan ik me niet voorstellen dat ze poëzie schrijft.
Toen ik met José het huis binnenliep en een glimp van haar opving,
rokend bij het zwembad, met gespreide armen en benen, kon ik me ook niet voorstellen
dat ze poëzie schreef. Toen ik in de woonkamer een gespierde kerel
met Bob Marley rastahaar tegenkwam en Gisèle me vertelde dat hij het vriendje
van haar schoonmoeder was van de avond ervoor, geloofde ik helemaal niet meer
dat mama Ana Paula die elke dag een gespierde kerel had ook poëzie kon schrijven.
Maar het is absoluut waar dat mama Ana Paula ook poëzie schrijft. Waarom
zou de boerende en scheten latende mama Ana Paula geen vrouwenpoëzie
zonder boeren en scheten mogen schrijven? Ik bladerde de dichtbundel
van mama Ana Paula helemaal door. Inderdaad, mama Ana Paula
schrijft poëzie. Geen vette poëzie vol drank, geen poëzie
met marihuana en lullen, of gespierde poëzie met gespierde kerels.
In een gedicht met de titel ‘Drie seconden stilte in een gedicht’,
heeft ze geschreven: ‘Geef me drie seconden stilte in een gedicht,
dan kan ik daarin de donkere wolken van de lucht beschrijven.’
Brasilia, 29 december 2004
Afdwalende gedachten (tijdens een vergadering)
Door Micha Hamel (Nederland)
Sloop die flatgebouwen en je ziet de horizon. De echte horizon
echter is geen lijn maar een ring. (Kijk maar om je heen.)
Voor lange mensen ligt de horizon verder weg dan voor
korte. (Leven zij dus in een grotere wereld misschien?)
Als je met een raket de aarde verlaat wordt de ring steeds
wijder totdat hij gelijk wordt aan de omtrek van de aarde.
Als je oneindig klein bent, heeft de hoepel zich samengesnoerd
tot een stip, en bevindt de horizon zich theoretisch gesproken
onder je voeten. Maar dat kan natuurlijk niet. Kan het ook anders? Kan ik
op de horizon lopen? Jazeker. Want dit is geen gedicht maar een handleiding.
Straaljagerpiloten hebben er last van. Als je hard gaat, trekt je blikveld samen. Stel, je rent over een weg waar aan beide kanten een boom staat. Ga je harder, dan wordt de weg smaller. De horizonnen links en rechts komen dichterbij. Het lijkt alsof je maar nét tussen de bomen door kunt. Dat heeft te maken met hoeveel informatie je hersenen kunnen verwerken (überhaupt het probleem, eigenlijk). Kortom, als je maar hard genoeg rent, loop je op een streep
die misschien de weg is die je zocht.
Uit: Bewegend doel, Atlas/Contact, 2013
Door Ann Jäderlund (Zweden)
Vertaling door Lisette Keustermans
De ziel is alleen met haar tranen. In omhulsels. Om het
massieve oog. Waar maar een vierde zichtbaar is. Een achtste
of nog minder. Achtergebleven in de gelaatsschil als een vlies. Een
spiritusvlam zonder vuur. Brandt niet. Vliegt niet.
Knettert niet in het oor. Drukt zich enkel
zwaarmoedig omhoog. Zit ingekerfd in het hoornvlies als een litteken
in het dunne omhulsel. Kijkt bijna niet naar buiten. Is
nauwelijks voor iets of iemand zichtbaar.
Martín Gambarotta [Argentinië)
Vertaling door Bodil Kok
Ze laten me geen andere keus dan te spreken
omdat ze me geen andere keus laten zal ik spreken
omdat ze me de lentekeus niet laten
de botanische keus, de magnesiumkeus, omdat
ze me geen andere keus laten zal ik spreken over de tas
onder de stoel, spreken over de stoel boven
de tas, over wie haar tas achterliet onder de stoel
omdat ze me de keus niet laten die uitvloeit
in de onvoorstelbare keus, de keus die wegvloeit,
de overigens in dit geval ongrijpbare keus
in dit begrijpelijke geval zal ik
spreken van de uniformen, het aards
getier, de lustra van schande, omdat
ze me geen andere keus laten zal ik spreken.
Uit: Para un plan primavera