Zo schrijf je een koppel dat ook echt bij elkaar past

Wat je ook schrijft, als er iets een doodssteek is, is het wel dat de lezer opmerkt dat iets alleen gebeurt omdat de schrijver dat wil. Bij een koppelpoging is dat gevaar misschien wel het allergrootst. Want als een verhaal valt of staat bij de aanwezigheid van een koppel, dan moeten er wel personages bij elkaar komen. Maar als je dat forceert, is je verhaal ook niet interessant meer.  Hoe zorg je ervoor dat een koppel als koppel eindigt omdat het gewoon klopt?

Wat past bij het verhaalthema en de heldenreizen?

In het echte leven passen mensen meestal goed bij elkaar omdat ze bepaalde dingen gemeen hebben. Eenzelfde hobby, karaktereigenschappen, interesses… Dat is in een boek ook zo, alleen is het belangrijk om goed te kijken naar wat het verhaal dient. Dan kan je bepalen wat de belangrijkste ‘koppelfactor’ wordt.

Uiterlijk is in een verhaal nóóit de belangrijkste koppelfactor. In het echte leven kan je kijken naar dingen die relatief oppervlakkig zijn. Houden ze van dezelfde hobby’s? Kennen ze elkaar van een festival, wat eenzelfde muzieksmaak aanduidt? Dan kijk je verder naar: delen ze ook belangrijke levensvisies?

In een boek is dat eerder andersom. Een romance is interessanter als Romeo en Julia allebei een leerproces hebben dat hetzelfde is of in hetzelfde straatje, of liever, verhaalthema valt.  Zelfacceptatie, bijvoorbeeld. Romeo kan zich rot voelen vanwege zijn kippenborstje in een vriendenkring vol wasbordjes en Julia kan ermee worstelen dat ze vmbo volgt als kind van een advocatenfamilie. Uiterlijkheden en opleidingsniveau hebben op de oppervlakte weinig met elkaar gemeen, maar een verhaalthema kan daarin de verbindende, zo niet de koppelende factor vormen.

Twee is een plus een

Een plus een is twee: twee individuen maken een koppel. Een koppel dat vervolgens samen verliefd kan zijn, groeien, elkaar kan aanvullen en zo het plot kunnen vullen. Maar draai het eens om: Twee is een plus een. Oftewel: je hebt twee individuen die op zichzelf al een verhaal in zich hebben, voordat ze een koppel zijn. Een goed koppel kan niet bestaan als de individuen binnen dat koppel de persoonlijkheden hebben van een stuk karton. Zelfs niet als Julia op zo’n persoonlijkheid zou vallen. Je moet de lezer ook nog tevreden houden. Een goede oefening om te controleren of je verliefde personages individueel nog interessant zijn is om in je opschrijfboekje een verhaal te kort verhaal te schrijven. Daarin komen de personages elkaar wel tegen, maar worden ze niet verliefd. Heb je dan nog steeds een verhaal met twee interessante personages, dan ben je op de goede weg.

Waarom eigenlijk romance?

Vraag jezelf eens af waarom Romeo en Julia verliefd zouden moeten worden. Waarom volstaat een goed vriendschap niet in dit verhaal? ‘Omdat ik een romance wil schrijven,’ is hier geen aanvaardbaar antwoord. Denk aan dingen als: ze hebben beide eenzelfde trauma meegemaakt en kunnen zo samen een rouwproces aangaan, Julia zorgt ervoor dat Romeo in een lastige periode jaar normen en waarden niet vergeet als die op de proef worden gesteld. Natuurlijk kan vriendschap zoiets ook bieden. Maar als je een (aanstaande) liefdesrelatie bekijkt met een dieper doel dan alleen: ‘later kinderen krijgen’ of ‘straks naar de slaapkamer!’ wordt het verhaal minder clichégevoelig.

De slaapkamer verdienen

Neem ook eens als uitgangspunt dat de personages seks met de ander moeten verdienen. Niet door met wimpers te wapperen, of door spierballen op te laten bollen, maar door (serieuze) opoffering. Romeo neemt een extra baantje om Julia te helpen haar studiekosten te betalen. Daarvoor moet hij een deel van zijn sociale leven opgeven. Dat heeft hij ervoor over, omdat hij van Julia houdt, maar leuk is het niet.
Laat merken hoe Romeo baalt dat hij bioscoopbezoekjes met vrienden mist omdat hij moet werken. Kortom: schrijf eerder ‘raw and real’ dan dat je de zwijmeltoon kiest – wat romantisch dat hij dat doet!-. Die kan je beter bewaren voor als Romeo en Julia later zoenend op de bank zitten of de slaapkamer hebben gehaald.

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Daarnaast doceert ze een cursus autobiografisch schrijven bij de Ondernemersschool. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen.