Research is lang niet altijd nodig

In zijn boek 'Het naakte schrijven' waarschuwt Nirav Christophe, toneelschrijver, schrijfdocent en founding father van de opleiding Dramaschrijven van de HKU in Utrecht, voor de vele mythes rond onderzoek en research. Hij heeft betere, makkelijkere ideeën. 'Je zoekt niet, je vindt.' (gejat van Picasso) Het gebruiken van teksten en materiaal voor je schrijven is iets wezenlijk anders dan het onderbouwen of verantwoorden van je tekst. Research doen berust op een betreurenswaardig misverstand, namelijk dat je tekst beter wordt naarmate die de werkelijkheid beter nabootst. Niets is minder waar. Je schrijven wordt er eerder minder van. De werkelijkheid is immers een nabootsing van de tekst, en niet omgekeerd. Hier een paar tips. - Stop volledig met alle research. Ga in plaats daarvan op zoek naar wat je zelf bent. - Zoek terwijl je nadenkt over een bepaald onderwerp naar momenten waarop je plotseling denkt: dat ben ik. Dit gaat over mij. Dat is mijn vorm. - Je leeft je dus niet in in je personage, maar trekt hem als het ware jouw wereld in, jouw verhaal binnen. De werkelijkheid bootst dan jou en jouw verhaal na, en niet andersom. Je leeft je niet in, je leeft je uit. Het verhaal wordt dan niet cliché of algemeen, maar persoonlijk en actueel. Ook wordt voor jou als schrijver het motief duidelijk waarom je een dergelijk personage überhaupt gekozen hebt. - Zoek naar interne geloofwaardigheid. Deze creëer je door jezelf te herkennen in bestaand materiaal. - Materiaal is overal. Pik bijvoorbeeld woorden op die misschien afgrijselijke betekenissen hebben, maar die je stiekem toch lekker vindt klinken, zoals kaliemijn, silicone, vleesboom, Karachi, kierewiet, ramptoerist, Smegma, lekvlek. Ze nodigen je uit om ze in je hoofd te herhalen, en herhalen is al een vorm van reactie, van schrijven. Je hoort de klanken, die bij elke herhaling vreemder worden. Het is materiaal. - Nog een voorbeeld. Je hoort in de coupé achter je een ruzie over lichtekooien in Zierikzee: materiaal. Bij de kapper toont een vrouw naast je haar halve arm en sist ze vanonder de droogkap: `Trein. Zelfmoord.' Materiaal! Het accent van tante Roos gaat steeds meer op een typetje van Kees van Kooten lijken: materiaal. - Het dagelijks leven is een onuitputtelijke bron van materiaal. De werkelijkheid souffleert ons als het ware. Wanneer we schrijven, lenen we van de werkelijkheid. Het is handig te leren dat zonder enige scrupules te doen, zonder aanziens des persoons, en desnoods zonder bronvermelding. - Schrijven is plunderen van de werkelijkheid. Dat doe je de hele dag door en al zo lang als je leeft. Waarom noemen we dat dan in vredesnaam `research'? - De makkelijkste manier om materiaal uit de werkelijkheid te kiezen is te vertrouwen op je eerste directe reactie. - Wanneer je ergens direct om moet lachen of als iets je ontroert, is het materiaal geschikt. Het is een impuls, een bijna fysieke reactie op wat je waarneemt, hoort of leest. - Wanneer je die directe reactie volgt, kun je erop vertrouwen dat het materiaal in een of andere tekst van je wel een plek zal krijgen. Dat hoeft niet noodzakelijk de tekst te zijn waar je nu aan bezig bent; het kan ook de tekst zijn die je over tien jaar schrijft. - Bij zo'n selectie zul je altijd over je `eigen' thema's schrijven, zonder dat je je er ook maar een moment mee bezig hoeft te houden wat die thema's eigenlijk zijn. Het is op die manier niet nodig onderzoek te doen naar waar je het eigenlijk over wilt hebben: jouw thema is de doorsnede van het materiaal dat je uit de werkelijkheid gekozen hebt. - Documenteren op basis van een directe reactie, zonder een speciaal doel voor ogen, houdt ook in dat je documentatie meestal niet in de eerste plaats bestaat uit universele thema's, diepe gedachten of verheven, abstracte visies, maar veel eerder uit mooie woorden, frappante beelden, flauwe grapjes. Kortom, uit concreet materiaal.