Pseudoniemen: tien redenen

Iedereen kent ze: auteurs met een andere naam. Een nom de plume, een pseudoniem. Waarom zou je een pseudoniem gebruiken?

  • Privacy: ik wil m’n leven en literaire werk gescheiden houden (Nescio).
  • Genre: ik wil m’n poëtische werk graag scheiden van m’n romans en verhalen (Atte Jongstra).
  • Verleden: m’n eigen naam heeft een duister verleden en ik wil niet dat m’n literaire werk daaronder lijdt (DBC Pierre).
  • Vooroordeel: ik wil niet dat m’n lezers en critici afgeleid worden door een vrouwelijke auteursnaam (Andreas Burnier).
  • Oeuvre: onder een andere schrijversnaam kan ik heel andere verhalen, romans of gedichten schrijven (Marek van der Jagt).
  • Marketing: wie koopt nu een boek van ‘Hans van der Keulen’ (Havank).
  • Mysterie: ik hou van de spanning en geheimzinnigheid van een schuilnaam, dat prikkelt me (Hergé).
  • Kunstenaarschap: als kunstenaar is mijn leven zo veranderd dat ik niet meer onder m’n oude naam wil leven (Armando).
  • Inspiratie: onder m’n schuilnaam durf ik heel anders te schrijven dan onder m’n eigen naam (Mark Twain).
  • Uitdaging: ik wil laten zien dat m’n werk ook zonder m’n overbekende naam een publiek kan vinden (Doris Lessing als Jane Somers).
  • Idee: de schrijversnaam is als een vlag – hij moet uitdrukken wat ik wil zijn (Multatuli, "hij die veel geleden heeft").