Een familiegeschiedenis schrijven: 4 tips

De baan die ik in 2014 kwijtraakte, was de zoveelste kantoorbaan die mij niet kon bekoren. Dit was het moment om serieus te bedenken wat ik wilde. Ergens had ik het gevoel dat ik kon schrijven, maar ik had het nooit echt geprobeerd. En ik had een fascinatie voor de Amsterdamse verhalen die mijn opa en oma mij vroeger vertelden. Kon ik die twee zaken niet combineren? Ik raadpleegde een goede vriend, een schrijver, en vertelde hem dat ik een heel jaar wilde uittrekken om een boek te gaan schrijven. Hij lachte en zei: “Forget it!”. Zelfs twee jaar zou volgens hem erg snel zijn. Zeker als het een eerste boek betreft. Hij had gelijk. In september 2021 kwam mijn boek Voor altijd op de vlucht - Een Amsterdams familieverhaal uit.

1. Laat het verhaal rijpen

Daarmee ben ik gelijk aangekomen bij mijn eerste tip: neem de tijd! Een verhaal heeft tijd nodig om te rijpen. Probeer er achter te komen welk verhaal je eigenlijk wilt vertellen. Zo wilde ik een historisch verhaal schrijven over mijn Friese overgrootouders, hun achttien kinderen en een vermoedelijke vlucht naar Duitsland. Maar gaandeweg werd het persoonlijker en ging het verhaal steeds meer over mijn eigen onrust, dromen en de betekenis van afkomst. Lees boeken uit en over de periode waarover je wilt schrijven. Alleen dan kun je geloofwaardig schrijven over tijden waarin je zelf niet hebt geleefd. 

2. Volg een schrijfcursus

Om uit te vinden of schrijven iets voor jou is, kun je een schrijfcursus gaan volgen. Zelf had ik mij, op aanraden van voornoemde vriend, aangemeld voor een cursus bij de Schrijversvakschool in Amsterdam. Je leert daar niet hoe je moet schrijven, maar dat je moet schrijven. Want dat is de enige manier om het vak te leren en beter te worden. En de omgeving van een cursus met allemaal beginnelingen biedt een veilige plek om vrijuit te oefenen en met elkaar over het werk te spreken. Een minimale voorwaarde voor een goed geschreven verhaal is immers dat je zonder schaamte schrijft.   

3. Besteed minimaal één dag aan ‘schrijven’

Heb je besloten een boek te gaan schrijven, dan moet je accepteren dat het een baan is. Dat betekent dat je minimaal een, maar liever twee dagen per week besteed aan ‘schrijven’. Dat kan het lezen van boeken zijn of het nadenken over een hoofdstuk, maar jouw schrijfdagen moeten in het teken van jouw boek staan. Schrijven in de verloren uurtjes naast een full-time baan is leuk, maar zet geen zoden aan de dijk. Ik heb ervoor gekozen om parttime in de horeca te gaan werken. Zo verdiende ik geld, had ik sociale contacten en had ik een baan die mij geestelijk geen energie koste. Die energie had ik namelijk hard nodig bij het schrijven.  

4. Plaats je familieverhaal in een grotere geschiedenis

Mocht je tenslotte twijfelen of je wel genoeg informatie over jouw familie kunt vinden, dan kan ik daar nog het volgende over zeggen. Een familiegeschiedenis wordt alleen interessant voor buitenstaanders, als je het persoonlijke verhaal weet te plaatsen tegen de grotere geschiedenis. Dat geeft je direct een enorme hoeveel materiaal om mee te werken. Ook daarom is het van belang om naast het schrijven te blijven lezen. Ik had in het begin dezelfde twijfel, want ik had slechts een zwart-wit foto van mijn overgrootouders en enkele geruchten. Iedereen die mijn overgrootouders had meegemaakt, was bovendien al lang overleden. Toch is het mij gelukt, door te lezen en te spitten in archieven en oude kranten, om hun leven bijna van week tot week te reconstrueren. Mocht jou dit nog niet overtuigen dat het goed komt met het aantal woorden, neem dan deze uitspraak van mijn oud-docente ter harte: het verhaal krijgt het aantal woorden dat het nodig heeft.

Over de auteur

Afbeelding

Cover Voor altijd op de vlucht

Angelo Schenkers (Amsterdam, 1975) werd geboren in een gezin met een Surinaamse vader en een Nederlandse moeder. Hij groeide samen met zijn broertje op in een dorp in de Flevopolder en studeerde notarieel recht in Leiden. Na enkele jaren als jurist en diverse banen in binnen- en buitenland, hakt hij in 2014 de knoop door. Geïnspireerd en aangemoedigd door zijn oude studievriend Gustaaf Peek richt hij zich volledig op het schrijven. Hij zegt zijn carrière van kantoorbanen vaarwel en meldt zich aan bij de Schrijversvakschool in Amsterdam. Onder toeziend oog van docente Aleid Truijens zet hij de eerste woorden van zijn boek Voor altijd op de vlucht op papier. Angelo woont in Amsterdam. Naast het schrijven werkt hij als barman in een eetcafé.


Introductie aanbieding: jaarabonnement Ons Amsterdam (10 nrs) voor slechts € 39,95 + boek: ‘Voor altijd op de vlucht’ van Angelo Schenkers

Nieuwsgierig geworden?