De observerende schrijver: Ik zie… een foto

Observeren is een belangrijke vaardigheid van schrijvers. Maar met alleen iets opmerken ben je er nog niet. Je moet ook weet hebben van associaties die bij je waarnemingen opkomen en hoe je daar een mooie verhaalopzet mee kan maken of clichés kan voorkomen. Deze week in de serie: ‘De observerende schrijver’: Ik zie... een foto.

Een foto zegt meer dan duizend woorden. Laat duizend woorden nu een mooi woordenaantal zijn voor een compleet verhaal! Met een foto kan je als schrijver altijd wel iets. Hoewel je bij iedere foto wel iets kan bedenken, sluiten deze tips het beste aan bij foto’s waar mensen op staan.

Wat zie je op de foto?

Het is een open deur intrappen, maar kijk eerst eens echt goed naar wat je op de foto ziet. Daarbij kan je zowel oppervlakkig kijken, als wat meer specifiek nadenken over wat je ziet: ‘Het meisje in het zwembad lacht en heeft een roze badpak aan. Op de achtergrond drijft een opblaasflamingo.’ Dat is feitelijk, maar ook dan kan je wat meer nadenken zonder meteen een verhaal daarbij te hoeven verzinnen:
‘De lach van het meisje is meer geposeerd dan spontaan.’
‘Roze staat dat meisje helemaal niet zo mooi.’
Met observeren komen er vaak ook bepaalde interpretaties of meningen kijken. Het is goed om je er bewust van te zijn dat dat ook gebeurt.

Wat is het verhaal achter de foto?

Of je dit nu weet of verzint bij een foto, de ware inspiratie zit natuurlijk in het verhaal achter de foto. Dit is een heel interessante oefening, omdat je hier door de ‘context van aannames’ kan worden geholpen: ‘Deze jongen is zo aan het schaterlachen op deze foto met zijn vader: de twee kunnen goed met elkaar overweg en papa heeft zonet een leuke grap verteld.’ Niets is feitelijk vast te stellen, maar de kans dat je in de buurt zit met je aannames is groot. Schrijf op wat je ziet, maar ook vooral wat je opvalt: ‘Sinds wanneer is het zo dat als ik vader en zoon zie lachen, ik twee gedachtesprongen verder heb ingevuld dat zusje buiten het zicht een ijsje is gaan halen?’ Het maakt niet uit hoe gek of onlogisch die gedachtesprongen zijn. Je kan er vast een leuke scène van maken, voor later in je boek.

Soms komt dat ‘sinds wanneer…?’ op de voorgrond. Door een eenvoudig detail vergeet je de rest van de foto, maar komt er wel een volledig verhaal achter de foto uit. Ook al heeft dat niets meer met de foto zelf te maken, schrijf het op!  Als je schrijft, komen er vaker van die momenten waarvan je niet weet hoe je op een gedachte komt. Maar als die waardevol is, maakt de bron van de inspiratie niet meer uit: gewoon gebruiken!
‘Hier staan mensen te wachten bij de snackbar. Hé, die man heeft dezelfde jas als ik! Verdorie, en ik dacht nog wel dat ik een unieke jas had gevonden… Wat voor type zou die man zijn? Iemand als ik, die lekker expressief is, of juist iemand die iets opvallends aantrekt om maar aandacht te krijgen? Vast dat laatste: z’n kop staat me niet aan. Hij lijkt me iemand de hele week klaagt omdat zijn vrouw hem er één keer op uit heeft gestuurd om de frietjes te halen. Als hij straks thuis komt, dan zal hij wel weer zeuren. Wat zal zijn arme vrouw zeggen?’ Voilà, een scène in wording!

De fotograaf

Kan je bedenken wat de fotograaf deed op het moment van het maken van de foto?
Was die totaal niet aan het nadenken, omdat de zoveelste dronken groepsfoto moest worden gemaakt? Of was het juist een beroeps die bezig was met de lichtinval en compositie? Wat wilde de fotograaf met het maken van de foto wilde vastleggen? Is dat gelukt, of niet?

Een foto zegt inderdaad vaak meer dan duizend woorden, maak daar dan ook op vele, zo niet ook op diezelfde spreekwoordelijke ‘duizend’ manieren gebruik van.

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelanceschrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Daarnaast doceert ze een cursus autobiografisch schrijven bij de Ondernemersschool. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen.