Afbeelding

Commentaar is altijd nodig - van jezelf, je beste vriend, je redacteur, je medecursisten of je schrijfgroepleden. Maar commentaar kan ook stimulerend, confronterend of vernietigend zijn. Hoe voorkom je dat? En hoe ga je om met zware kritiek? Schrijven roept controverses op. En dat is maar goed ook. Literatuur hoort de geesten te verdelen, zij een literair docent ooit. In recensies, bij cursussen, in de kroeg en bij de uitgeverij vinden er dan ook tal van heftige discussies plaats over de inhoudelijke kwaliteiten van ieders werk. Hoe kun je die het beste brengen? Wat mag wel, wat kan echt niet? Spreek in ieder geval iets af, als je met meerdere mensen bent. Waar let je op: ritme, structuur, spanningsopbouw, of ook op thema's en inhoud? Weet wat iedereen wil: de een hoeft niet voortdurend lastig te worden gevallen over zijn bloemrijke zinnen, de ander heeft juist geen enkele boodschap aan het quasi-hermetische gehalte van zijn poëzie. Steeds weer op dezelfde steen hameren heeft dus geen zin. Besef bij alles dat commentaar op je werk geen persoonlijke kritiek is. Als het goed is, kun je je werk ermee verbeteren. Daar moet je dan maar af en toe even wat voor wegslikken.
Wanneer moet je een actiescène inzetten en hoe doe je dat? Martijn Lindeboom geeft een spoedcursus in het komende nummer van Schrijven Magazine!
Wil je je eigen verhaal op papier zetten? Dan kan je deze workshop niet missen! Kathy Mathys deelt veel tip + oefeningen.
Veel aspirant-schrijvers vergeten het: de enter-toets. Redacteur Rob Steijger legt het belang van juist alineagebruik uit.
In deze serie geven we je aan de hand van schrijfadviezen van ervaren auteurs en heel veel oefeningen een goede basis. Meld je nu aan om alle afleveringen in deze serie te lezen!
Vorig jaar verscheen haar eerste dichtbundel, en nu schrijft ze dit jaar het Boekenweekgedicht. Ze vertelt meer over haar poëtische stijl en de plek van poëzie in Nederland.