Boekje van papier: klein woordenboek voor drukken en binden

Wie zelf een boek uitgeeft, laat printen of met een uitgeverij te maken krijgt, wordt vaak bestookt met vaktermen en afkortingen. Wat is PMS ook al weer? En wat is romandruk? Een klein woordenboekje van termen die in de papierindustrie, bij de -binder en de -drukker worden gebruikt.
  • Houthoudend papier: Papier dat voor een deel, meer dan 10%, uit houtslijp bestaat. Houtslijp is pulp van vezels die nog lignine, kitstoffen (incrusten) en hars bevatten. Dit papier vergeelt vrij snel. De duurzaamheid is minder dan bij houtvrij papier.
  • Houtvrij papier: Papier dat gemaakt wordt van boomvezels die met behulp van chemicaliën ontsloten en ontdaan zijn van de stoffen die voor een snelle veroudering zorgen.
  • Courantdruk: Houthoudend, machineglad papier voor kranten en 'wegwerp'boeken.
  • Gramgewicht: Benaming voor de massa per oppervlakte van papier, aangegeven in grammen per vierkante meter, aangeduid als g/m2. Deze aanduiding zegt in principe niets over de dikte van het papier (zie opdikking). U kunt dit omrekenen door het gewicht te delen door de lengte en breedte van het papier, bijv.: 5 gram / 0,297 meter / 0,21 meter = 80 g/m2.
  • Kraft: Sterk papier van uitsluitend sulfaatcelstof uit naaldhout. Ook sulfaatpapier genoemd.
  • Looprichting: De looprichting van het papier is erg belangrijk, deze ontstaat tijdens de papierproductie. Papier wordt machinaal vervaardigd en wordt in vloeibare vorm in een heel dun laagje op een lopende band gegoten en verder bewerkt. De richting van die band is evenwijdig aan de looprichting van het papier. De looprichting moet evenwijdig zijn met de rug van het boek. Als dat niet goed gaat bestaat de kans op breken of onnauwkeurigheden bij het vouwen. Bij belijming van het papier tijdens het binden wordt er vocht toegevoegd. Dit gaat werken in het papier waardoor lichte vervorming kan optreden. Bij verkeerde looprichting gaat het papier/binnenwerk golven. Dit is sterk afhankelijk van papiersoort en gramgewicht. Ook ligt een boek met goede looprichting veel beter open.
  • M.C.-papier (machine coated) : Papier voorzien van een strijklaag, gesatineerd, halfmat of 'silk' en mat. o.a. reclamedrukwerk, tijdschriften.
  • PMS: Pantone Matching System, een universeel kleuren systeem voor drukinkten, wordt in de gehele GrafiMedia Branche gebruikt. Tegenhanger is bijvoorbeeld: RAL-kleuren voor de Verf/Bouw-industrie.
  • Prägen/pregen: Een vorm van blinddruk, waarbij het beeld verdiept of verhoogd in het papier wordt gedrukt.
  • Prepress: Al het voorbereidende werk, van zetten tot films maken, voor dat iets gedrukt kan worden.
  • pH: Zuurgraad. pH 7 = neutraal, pH < 7 = zuur, pH > 7 = basisch.
  • Romandruk: Houtvrij of houthoudend, opaak, ruw boekdrukpapier, meestal met grote opdikking.
  • Spanjool: Een stofje op de drukplaat zorgt voor een circelvormige afdruk op het papier. (Hist. Spanjaard) Ongewenst persoon.
  • Synthetisch papier: Papier gemaakt uit kunststofvezels, vaak met toevoeging van celstofvezels, bijzonder goed bestand tegen vouwen, scheuren, oppervlakteslijtage en warmte, afwasbaar, zeer maatvast en meestal stijf. o.a. Synteape, Polyart, Peppart, Neobond.
  • T.C.F.: (Totally Chloride Free) Pulp welke is gebleekt zonder gebruikmaking van chloorgas en/of chloorverbindingen. De pulp is dan waarschijnlijk met zuurstof gebleekt.