Afbeelding

Unsplash

Unsplash

Unsplash

Wisselkind en Kakofonie

De UKV’s voor deze week !

Kakofonie

Luc Vos – 23 juni

Een auto raast door de straat. ‘Weer zo’n nozem die snel dood wil,’ zucht mijn vrouw. ‘Wat zeg je?’ vraag ik als een vliegtuig laag overvliegt. Ze wijst naast de straat, ik wil iets antwoorden, maar de grasmachine van de buren komt met een knal tot leven. ‘Tijd voor een nieuwe,’ zeg ik in haar oor. Ze haalt haar schouders op, zet haar hoofdtelefoon op. Een ogenblik wil ik hetzelfde doen, dan leg ik het ding neer en sluit mijn ogen. En wacht. Tot de buurman heeft gedaan en de verzamelde collectie vogels in onze tuin de toon inzet.

TYFUSHERRIE

Conny Hoogendoorn – 23 juni

‘Krijg nou de tering.’ De plaatselijke harmonie draait de straat in om hun zestigjarig huwelijk luister bij te zetten. ‘Vindt u het leuk, mevrouw?’ vraagt de burgemeester die - met zijn ambtsketen en al - een bloemetje was komen brengen. ‘Meneer speelde trompet, toch? ‘Ach jongen, hij zat er een halve eeuw bij. Maar kijk nou eens goed, hij is knetterdoof. Ik had gehoopt dat ik eindelijk van die tyfusherrie verlost zou zijn.’ Ze komt kreunend overeind en sluit met een klap de balkondeur. ‘Hoe zit het? Heb je je koffie op? Dan kenne we eindelijk aan de borrel.’

Luisteren

Nel Goudriaan – 23 juni

Het bos heeft haar eigen geluiden  het gezang van vogels, de fluistering van de wind tussen de bladeren. Een verre koekoek roept. Ik lig met mijn hoofd op het mos en luister. Gedachten verdwijnen uit mijn hoofd, alsof het slechts een tijdelijke woning is. Zoals toeristen hun vakantiewoningen verlaten na een kortstondig verblijf. Nu ik meer ruimte heb, versta ik wat de ruisende bladeren zeggen. Geen woorden met een vastomlijnde  betekenis, maar klanken die de ziel raken. Zoals een violist de snaren beroert. Als je goed luistert, hoor je in de ijle klanken een lied van heimwee en verlangen.

Wisselkind

Marion Reeuwijk-Remmerswaal – 21 juni

Jaloers keek Marlou naar het mollige ventje dat met de kuiltjes in zijn wangen, vanuit de kinderwagen naar haar lachte, terwijl zijn kleine knuistjes naar haar ketting graaiden. Hij kraaide van plezier. De moeder zat een paar meter verder, verdiept in het scherm van haar telefoon. Achter Marlou schreeuwde haar eigen dochter in de kinderwagen. Een mager scharminkel dat haar nachtenlang wakker hield. Bovendien leek ze op haar ex, die weigerde de alimentatie te betalen. In een opwelling ruilde Marlou de twee om. Dat mens met die telefoon verdiende zo'n kreng. Ze huppelde naar huis.

Wisselkind

Alice Huiberts-van Den Hoek – 22 juni

Hetty smijt briesend haar bezem in de hoek: “Wie heeft dit mormel meegenomen?!”                                  Samir krimpt in elkaar op zijn houten krukje in de hoek van de keuken en kijkt beteuterd van zijn vangst naar zijn juffrouw. Hij snapt er niks van. “Maar mevrouw, u wilde een kind met een fietsenrek en sproeten. Dit meisje heeft allebei. Volgens het receptenboek is dit een echt wisselkind.” “Welke druk heb je daar Samir?”, krast Hetty en wijst met haar kromme neus naar het gekreukelde receptenboek. “De zeshonderdachtenzeventigste.” “Die is van vorige eeuw, vlieg op! Zorg dat je je toverspullen op orde krijgt.