Vandaag is National Flash Fiction Day

16 mei is in Groot-Brittannië uitgeroepen tot de National Flash Fiction Day. Vandaag is de allereerste editie van deze jaarlijkse dag, waarop het ultrakorte verhaal in de schijnwerpers staat.

Een ultrakort verhaal kan veel dingen zijn: een 6-word story, een verhaal van precies 50 woorden of een kort verhaal van maximaal 100, 200, 300 (et cetera) woorden. In Engeland noemen ze dit ook wel ‘flash fiction’. Eén van de bekendste microverhalen is die van Ernest Hemingway: ‘Te koop: baby schoenen, nooit gedragen’. Zoals met dit 6-word story wordt er een volledig op zichzelf staand verhaal verteld. Microverhalen brengen ook vaak een boodschap over of kaarten een hedendaags maatschappelijk probleem aan.

Geheel in de stijl van de National Flash Fiction Day geven wij enkele tips voor het schrijven van microverhalen, nuttig om bij de hand te hebben tijdens één van onze eigen microschrijfwedstrijden!

1.       Kies een klein maar helder plot

In een microverhaal heb je geen ruimte om grote maatschappelijke of persoonlijke problemen aan te kaarten. Kies daarom voor een kleiner aspect, een fragment uit het leven van de hoofdpersoon dat een betekenis met zich meedraagt. Uitzonderingen zijn natuurlijk mogelijk; originaliteit is alles in een microverhaal.

2.       Houd je aan één thema

Beslis wat je over wil brengen aan de lezer. Maak dat het doel van het microverhaal. Verweef dus geen subplots in het verhaal, dat zorgt alleen maar voor verwarring. Met maar één thema of plot om je zorgen over te maken, zal het verhaal aanvoelen als een momentopname uit een groter geheel.

3.       Begin in het midden

In een microverhaal telt elk word. Zo is er bijna nooit sprake van een intro en is er vaak een open einde. Begin het verhaal met het conflict of start met een stelling zodat je de lezer aanzet tot denken. De neiging om verder te lezen volgt vanzelf.

4.       Vermijd beschrijvingen

Met een gelimiteerd woordenaantal is het van belang dat je beschrijvingen vermijdt. Is de omgeving of het uiterlijk van je personage niet belangrijk? Laat het dan weg. Zolang het thema en de sfeer van het verhaal maar duidelijk is, de rest leidt een lezer alleen maar af.

5.       Limiteer je personages

Ook voor personageomschrijvingen is geen ruimte. In een microverhaal is dat meestal niet eens nodig: het gaat om het moment en hoe de personages in die situatie reageren. Waarom de personages op dat moment in het verhaal aanwezig zijn, is niet belangrijk. Houd het aantal personages dus klein, zodat er genoeg ruimte beschikbaar blijft voor de plot.

6.       Maak het einde voelbaar

De beste manier om je lezer aan het denken te zetten, is door het verhaal te laten echoën zodra hij of zij klaar is met lezen. Aan het eind van een roman is een lezer vaak al zo diep in het verhaal, dat de laatste regel sowieso emotie oproept. Bij een microverhaal is dit anders: de laatste zin moet knallen zodat de lezer nog uren over je verhaal blijft denken.

Microschrijfwedstrijden
Wil je vandaag ook aan de slag met microverhalen en schrijf je graag in het Engels? Neem dan eens een kijkje naar de internationale schrijfwedstrijden van de National Flash Fiction Day. Of houd morgen Schrijven Online in de gaten voor de vierde Schrijfdoedel, onze wekelijkse schrijfopdracht voor een kort verhaal. Bekijk hier de vorige doedels.