Afbeelding

ukv

Pixabay

UKV’s van de week: Wolkeloos en Masker 19

In de groep Schrijven Magazine: Ultrakorte Verhalen dagen we schrijvers iedere dag uit om een ultrakort verhaal te schrijven: een heel verhaal in maximaal 99 woorden. Zowel voor beginnende als ervaren schrijvers is dit een fijne oefening om kort en krachtig een verhaal te kunnen vertellen. Iedere week zetten we er vijf in de spotlights als aanmoediging en waardering. Deze vijf vielen ons deze week op, vanwege hun originaliteit, verrassende wending, kwaliteit of spraakmakendheid.


Masker 19 – Carolijn Selten

14 januari

Via het scherm bekijkt ze haar leerlingen. Bij Liza ligt er een kat op tafel. Mees hangt half onder zijn bureau. Lynn zit in het donker, zonnebril op haar neus.

‘Begrijpend Lezen’ is vandaag het online alibi om contact te hebben met haar klas. Via fragmenten over Impeachment en Huiselijk Geweld, checkt ze hoe het met iedereen gaat. Ze geeft om die koters.

‘Tot morgen jongens! Tussen 9-11u ligt jullie nieuwe boek klaar.’ En weg zijn ze. Behalve Lynn. Zij aarzelt. Kijkt achterom. Doet haar zonnebril af en houdt een mondkapje voor de camera.

‘Masker 19’ staat er op.

Wolkeloos – Andrea Bos

14 januari

'Noah, je gaat nu naar huis, mag ik dan een lift van jou? Wat kijk je somber, toch geen last van een depressie?'

'Ja, je mag een lift en nee, mijn leven is wolkeloos. Loop je mee? Mijn auto staat in de straat hierachter.'

'Is goed. Kun je niet wat zonniger kijken dan?'

'Dat is toch vreselijk, alleen maar zon! Zo kan een mens toch niet leven? Er moet soms een buitje kunnen vallen anders word je maar een droogkloot. Zonder tegenslag zul je niks leren en geen fantasie ontwikkelen.'

...

'Hier stond mijn auto. Foetsie. Geweldig, een wolk!'

Overdosis – Luc Vos

14 januari

‘De druk in zijn hoofd stijgt te snel! Roep de hulpdiensten!’

‘Zijn ogen springen eruit!’

‘Snel, open zijn mond!’

‘Wat heeft hij?’

‘Inspiratieoverdosis.'

'Wat?'

'Teveel verhalen die rondspoken in zijn hoofd. Bijzonder gevaarlijk.'

‘Wat nu?’

Loeiende sirenes van het literaire urgentieteam jagen de spanningzoekers uiteen.

'Maak plaats, wij lossen dit op.'

Gehaast prikt de spoedbibliothecaris een dikke pen achter zijn linkeroor. Ratelend en vertellend stuiven tientallen UKV’s uiteen in alle literaire richtingen.

‘Net op tijd. Hij heeft weer ruimte in zijn hoofd. Maar let op, dit is slechts tijdelijk. Deze schrijfverslaving moet behandeld worden of het loopt ooit fout.’

De uitblinker – Gino Dekeyzer

13 januari

De hongerigen van geest gluurden door zijn raam.

Notitieboekjes lagen naakt in de aanslag.

Intellectuelen verdrongen elkaar in bomen maar geen blik reikte ver genoeg.

‘Het walhalla ligt voor het grijpen,’ zei een wonderlijke man die zijn leven wijdde aan excelleren.

Iemand in een gevangenisplunje viel uit de lucht.

De deur van de uitblinker was niet open te krijgen, evenmin als het zolderraam, het kelderrooster, het kattenluik.

Ach, gaf hij maar één opening, het zou al voldoende zijn.

De uitblinker ging opnieuw aan de andere kant van de tafel zitten en boog zich diep peinzend over het schaakbord.

Wolkeloos – Mechtilde Meijer

12 januari

‘Fijn hè, een sneeuwman maken. Mama helpen?’

‘Nee, zelluf doen.’

‘Oké. Wantjes aan?’

‘Niet! Hoefe niet.’ Zijn ademwolkjes bewogen ontkennend mee.

Mijn eigenwijsje was vastbesloten en ik liet hem.

Nu staat hij verkleumd in de keuken en kan zijn jas niet eens los krijgen.

‘Mama helpen?’

‘Hjaah.’

Huilend laat hij zich op schoot nemen. Ik stop zijn tintelende handjes onder mijn oksels en sla de panden van mijn vest om hem heen. Zachtjes wiegend sus ik zijn verdriet. Het helpt. Een verdwaalde laatste snik wordt gevolgd door een vergenoegde zucht, die bijna naadloos overgaat in een wolkeloze slaap.