UKV's van de week: vertellen en slapen

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.

Marijcke Cauwe – Slapen

1 oktober

Slapen, ik zou willen slapen
zoals mijn boom voor het raam
die kaal geblazen door de herfstwind
zijn deken van sneeuw vindt.
Slapen, ik zou willen slapen
in mijn deken van gedroogde
tranen
en gestolde dromen.
Het geluk en het verdriet
tesamen rapen
tot een kussen
waarop mijn hoofd,
dat leeggeblazen
door de winterwind,
rust en vrede vindt.
Slapen, ik zou willen slapen.
Hoop en wanhoop
laten varen
De smart in mijn hart
niet bewaren,

Vivian van Piggelen – Verhuizen

3 oktober

‘Weet je, ik wil hier niet weg na veertig jaar, maar het moet.’ 
Mijn buurman duwde het scheefgezakte zuurstofslangetje weer recht in zijn neus alsof hij de stekker van een haperende lamp in het stopcontact stak. Zijn stakerige benen tekenden zich af door de wijde pyjamabroek. Tommy miauwde door het gebrom van de machine heen. 
‘De kat gaat naar mijn zoon gelukkig.’ 
‘Afscheid nemen is moeilijk, zei ik, ‘Ik kom u morgen nog uitzwaaien hoor!’
Vanochtend komt zijn zoon me al tegemoet. 
‘Je bent te laat.’ 
‘Is hij nu al verhuisd?’ 
‘Zo zou je het kunnen noemen,’ zegt hij.

Tja Huizing – Een zinloos gesprek

4 oktober

‘Post,’ zegt mijn man en gooit een envelop op tafel.
‘Ik ga er niet heen!’
‘Je weet niet wie het is.’
‘Maakt niet uit. Ik wil ook niet naar mijn eigen uitvaart.’
‘Ik vrees dat je daar moeilijk onderuit komt.’
Daarop stel ik hem voor om een kuil in de tuin te graven en mij daarin te rollen. En dat hij op mijn verzoek mijn lichaam aan de wetenschap heeft gegeven.
‘Dat kan ik niet maken.’
Jij bent van de zuinigheid. Reken eens uit hoeveel je kunt besparen.’
‘Hm. Wanneer denk je te gaan?’
‘Na jou.’

Suzanna Esther – Gekkenhuis

5 oktober

‘Schat, ik ga even douchen.’
‘Zet je wel die teil ernaast? Ik moet straks de vloer nog dweilen.’
‘Jaja.’
‘Mam, er ligt een drol in de wc …’
‘Niet zeiken, gewoon piesen. Niet doorspoelen, ik moet zo ook nog. Een keer per dag doortrekken is genoeg.’
‘Waarom zitten we in het donker een film te kijken?’
‘Dat is gezellig. Net de bioscoop toch?’
‘Wat is het koud hier.’
‘Niet zo zeuren. Trek een extra trui aan. Hier, een fleecedeken.’
‘Zal ik thee zetten? Dan warmen we een beetje op.’
‘Liever niet. De soep kostte al te veel energie.’

Ria Streng – Vertel

5 oktober

Als ik later groot ben
dan wil ik worden: een boer
een boer op maandag, woensdag en vrijdag
met één koe voor de melk, één schaap voor de wol, één kip voor de eieren en een haan voor het plezier.
Als ik later groot ben
dan wil worden: een winkelier
een winkelier op dinsdag, donderdag en zaterdag
om te verkopen: de melk, de wol en de eieren
en koop ik kleurtjes en papier.
Als ik later groot ben
dan wil ik worden: een artiest
een artiest alleen op zondag
dan teken ik de haan
en leef voor mijn plezier