Afbeelding

ukv, schrijven, tuin, gedicht

Pixabay

UKV’s van de week: Thuiskomst en Mijn tuin

In de groep Schrijven Magazine: Ultrakorte Verhalen dagen we schrijvers iedere dag uit om een ultrakort verhaal te schrijven: een heel verhaal in maximaal 99 woorden. Zowel voor beginnende als ervaren schrijvers is dit een fijne oefening om kort en krachtig een verhaal te kunnen vertellen. Iedere week zetten we er vijf in de spotlights als aanmoediging en waardering. Deze vijf vielen ons deze week op, vanwege hun originaliteit, verrassende wending, kwaliteit of spraakmakendheid.


Thuiskomst – Luc Vos

27 november

‘Welkom thuis, lieverd.’

De echo van haar stem rolt uit mijn hoofd, botst tegen de kale muren. De diepe stilte verlamt mij. Ik strompel naar de keuken, mijn neus in de lucht.

‘Heb je honger?’

‘Ja,’ antwoord ik en glimlach. De leegte lacht niet terug. De pizza van gisteren loert beschuldigend naar mij.

‘Hoe was je dag?’

‘Goed, dank je, schat. Druk, maar oké. En de jouwe?’

Mijn ogen loeren rond in de chaos. Mijn hersenen weigeren te zien. Ik zak onderuit in de oude sofa, mijn hart weigert te aanvaarden. Mijn lijf schreeuwt. Ik ben alleen.

Niet zonder jou – Thijs Hanrath

26 november

‘Mijn intuïtie leren pakken en daarop kunnen vertrouwen, dat is het belangrijkste dat ik geleerd heb in mijn leven. Ik besef nu wat ik voel en hoe ik dat kan uitdrukken in woorden. Het heeft me geen erkenning opgeleverd of geld, maar ik ben er wel rijk door geworden. Mijn leven heeft nu zin.’
‘Heb jij óók niemand meer van buiten nodig, die zegt wat je moet voelen?’
‘Inderdaad, geen God, geen ouders, geen onderbewuste, geen politicus.’
‘Betekent dit dat je niemand meer nodig hebt?’
‘Nee dat niet. Wie zou ik zijn zonder jou?’
‘Dat wilde ik even horen.’

Mijn tuin – Marloes Schel

26 november

We waren een jaar of tien en de treurwilg was onze favoriet. Daar kon je fijn in klimmen en liggend op de takken lazen we boeken.
Of we slingerden aan de takken over het water.
Tot grote ergernis van de overbuurvrouw.

"Rotkinderen! Ga uit die boom!"
Wat ze daarna riep, is me altijd bijgebleven.

Dertig jaar later zit ik op een bankje te genieten in een park. De zon weerspiegelt in het water. Ik kijk naar de treurwilg met zijn hangende takken. Ik glimlach. De woorden komen als vanzelf:
Het is mijn uitzicht, dus mijn tuin!

A-WOP-BOP-A-LOO-BOP-A-LOP-BAM-BOOM! – Robert van der Meulen

25 november

De A1 oogt aangenaam overzichtelijk in deze tijden van het virus. En dan is autorijden een genoeglijke bezigheid. Ik zet de radio aan, we vallen midden in de meest opzwepende rock ‘n roll song ooit. De ruimte, de zon en de song werken aanstekelijk en al gauw hoor ik mezelf luidkeels meeblèren: ‘Toetie Froetie, ome Loewie.’ Zij kijkt me meewarig aan: ‘Die tekst, die is toch niet origineel zo..?’
‘Ja, zeker wel,’ antwoord ik; ‘de ouders van Little Robbie kwamen uit Twente. Zijn accent is hij nooit helemaal kwijtgeraakt.’
Haar lach klatert. Het belooft een perfecte dag te worden.

Tittel – Ema Sindelarova

25 november

“Sorry, meneer, ik zit hier al de hele middag te wachten, maar kom alsmaar niet aan de beurt.”

“Wat is uw naam?”

“Sjindelaarzovaa” probeer ik mijn naam heel duidelijk uit te spreken.

De meneer van de vreemdelingenpolitie kijkt mij glazig aan: “Kunt u dat opschrijven?”

Šindelářová, schrijf ik netjes op een stukje papier.

“Sin-dee-la-roo-va, ja, we hebben u al drie keer omgeroepen!”

Mijn diakritische tekens hebben de naturalisatie niet overleefd. Alles wat boven de letterhoofdjes eruit stak, werd meedogenloos eraf gemaaid. Alleen de tittel heeft de ramp overleefd. Škoda.

(Behalve een bekend automerk, betekent ‘škoda’ ook ‘jammer’ of ‘pech’.)