Afbeelding
Pixabay
Pixabay
In de groep Schrijven Magazine: Ultrakorte Verhalen dagen we schrijvers iedere dag uit om een ultrakort verhaal te schrijven: een heel verhaal in maximaal 99 woorden. Zowel voor beginnende als ervaren schrijvers is dit een fijne oefening om kort en krachtig een verhaal te kunnen vertellen. Iedere week zetten we er vijf in de spotlights als aanmoediging en waardering. Deze vijf vielen ons deze week op, vanwege hun originaliteit, verrassende wending, kwaliteit of spraakmakendheid.
28 januari
Moeder zag een poes met satijnen strik,
die bewegingsloos op een sofa zat.
Zo’n poes wilde zij ook! De poes arriveerde,
van geluk sloeg ze haar nageltjes uit naar de vitrage.
Het patroon dat ontstond was reuze creatief.
Maar creatief stond niet in moeder’s vaandel.
Ik zie het nog steeds duidelijk voor me …
haar hand over het rode, wollen tafelkleed.
De suikerkorrels die rond sprongen als vlooien.
Haar stem: ‘Maak je geen rommel?’
De poes deed alles wat een poes deed, ze was namelijk echt!
Moeders wil was wet. Ze bracht Poes zonder scrupules terug naar de kinderboerderij.
28 januari
Mijn zoon appt me: 'Maaam, ik heb een 10 voor Engels!'
Ik stuur hem blijdschap en trots terug en typ dat ik op weg ben naar huis.
Als ik thuiskom en zijn kamer binnenga, zit hij met zijn iPad op bed. Ik, in de veronderstelling dat hij pauze heeft, roep blij: 'Wat was dát nou voor cijfer!'
'Mam,' sist hij terug, 'ik zit midden in de wiskundeles.'
'Is dat je moeder?' hoor ik de docent vragen.
Ik zwaai met mijn handen en fluister: 'Zeg nee, zeg nee.'
'Ze zegt van niet,' zegt mijn zoon.
28 januari
kom niet
met verpakte verwijten versleten wijsheden stinkende hyacinten bitterzoete likeurbonbons, beloof me niet
dat het straks beter gaat dat alles goed komt
kom
hakkel me warm in je armen troost me met je
tranen, wieg me stil, wijs me het lavendelsprietje dat
zich paars een weg baant tussen de tegels
27 januari
'Hoe gaat het met jou?’
'Slecht. Ik mis haar vreselijk.’
'Oei …’
Angst weerspiegelt in zijn gezicht. De arme man heeft spijt dat hij de vraag stelde, weet niet hoe om te gaan met zichtbaar verdriet.
‘Het is oké. Blijf gewoon vragen hoe het gaat.'
Twijfel breidt uit, onzekerheid groeit. ‘Euh … oké ...'
'Nee, echt waar. Blijf het vragen. Het is oké. Ik zal nog lang antwoorden dat het slecht gaat. Tot de dag dat het beter gaat. Die komt. Dus blijf het vragen, alsjeblieft. Ook al duurt dat een eeuwigheid, jouw vraag zal het sneller niet meer slecht maken.’
'Oké.’
26 januari
‘Goedemiddag, mevrouw. We zijn dicht’, zegt de receptioniste. Ik ben de enige bezoeker. ‘Ik kom mijn verrassingspakket ophalen, dat kan nu, begreep ik?’ ‘Dan moet u bij haar zijn’, wijsvingert ze.
‘Truus, iemand voor de tasjes. Doe jij haar?’ ‘Wilt u uw handen desinfecteren?’ vraagt Truus. Ik doe mijn handschoenen uit, desinfecteer mijn handen en doe mijn handschoenen weer aan.
‘Ik zie mijn tasje daar al’, zeg ik. ‘Sorry, wilt u de pijlen volgen van de looprichting?’ ‘Natuurlijk,’ zeg ik. En ik loop een ronde van 30 meter naar het tasje waar ik net anderhalve meter naast stond.
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.