UKV's van de week: Onderweg en De boom

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.


Mechtilde Meijer - Herfstwandeling

1 november

Het ruikt naar natte aarde en vergaan blad. Het bos verschiet van kleur: van bleekgeel naar dieproodbruin.
De man sjokt, handen diep in zijn zakken, capuchon over het hoofd. Zijn Drent draait rondjes, snuffelt en jaagt geuren achterna die alleen hij kent.
Een regendruppel glijdt langs de neus van de man. Hij veegt zijn capuchon af en kijkt omhoog naar het grauwe wolkendek.
De hond spitst zijn oren, wacht op een commando.
Er komt niets.
De man zucht en vervolgt zijn weg.
De hond haalt zijn schouders op.
Oké, dan niet.

Arjan Van Essen - Onderweg

1 november

Het boek is naar de drukker. Iets is er in de kamer achtergebleven. Niet zichtbaar, maar voelbaar; een lichte leegte, alsof de woorden, nu ze gedrukt worden, niet langer hier horen. De laptop staat open, de laatste versie veilig opgeslagen, maar het scherm lijkt te wachten.
Buiten drijven wolken voorbij, traag als gedachten die geen bestemming meer hebben. Ik loop naar het raam, zie mijn weerspiegeling in het glas, half doorzichtig, half aanwezig. Daarbuiten rijdt misschien straks een vrachtwagen met dozen vol zinnen, vol dagen, vol nachten.
En ik blijf achter, met stilte, inktgeur in mijn hoofd.

Paul de Jong - Eten bestellen

3 november

Hij haalt de brief uit de sleuf en sluit de deur. “Ik ben thuis, liefje!”
Hij hangt de jas op. Liever had hij hem aangehouden. De thermometer in de woonkamer bevestigt de kilte. “Je bent de thermostaat vergeten, liefje.”
Hij gaat richting de keuken.
“Ik zat te denken. We moeten het nog even over gisteren hebben! Dat had ik niet moeten doen.”
De keuken is leeg.
“Jantien, ben je boven? Bestellen we eten vanavond?”
Bij de trap roept hij omhoog de stilte tegemoet:
“Maar je weet toch hoe je kan zijn? Dan maak je het er ook naar….Jantien?”

Luc Vos - Verhuizen

5 november

'Mama, ik wil hier blijven.’

Het meisje kruist haar handen voor haar borst, gaat ostentatief voor de stapel dozen staan. Haar moeder bijt op haar lip, verdringt de beelden van haar ex die in dit huis herinneringen en andere dingen maakte met de twintig jaar jongere buurvrouw.

'Lieverd, daar hebben we het over gehad. We kunnen hier niet blijven.’

'Je doet dit om papa te pesten. Maar hij deed toch niets verkeerd? En ik krijg een zusje. Dat is toch fijn.’

De bloedsmaak in haar mond vergroot de woede.

’Hier is geen plaats voor een hondje.’

‘Echt? Gaan we?’

Martine van Asperen - De boom

5 november

‘Ik ga je missen,’ zeg ik, mijn hand tegen het raam gedrukt, terwijl ik de laatste aanblik van mijn vriend in mijn geheugen graveer. Zijn karakteristieke takken dragen onze avonturen: op zonnige dagen, in stormen, en alles wat ertussenin zit. Mijn geheimen opgeslagen in zijn kleinste vertakkingen, zijn bladeren die alles lijken te verhullen.

‘Jet, het is tijd,’ roept moeder.

Tijd om weer te verhuizen. De derde keer dit jaar. Nu naar de overkant van de straat, waar de huur lager is en het behang mooier.

Ik druk een kus op het koude glas en loop de kamer uit.