Afbeelding

brotiN biswaS via Pexels
brotiN biswaS via Pexels
Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.
5 oktober
Ze zucht, schuift haar gordijn open. Het lachende gezicht van een man van middelbare leeftijd met dikke buik boven een klein lid - dat zag ze te vaak - kijkt haar opgewonden aan.
'Nee, niet hem.’
Ze slikt en lacht terug. Ze denkt aan de jongen die eergisteren kwam. Verlegen, zacht en bang dat hij haar pijn zou doen.
'Dat hij maar terug kwam, hij zou gratis mogen.’
Ze weet dat hij een eenmalige klant was die niet onvoorbereid zijn lief wilde beminnen. Niet zoals deze man, die ruw is, zonder respect.
'Rotzak,’ fluistert ze en gebaart dat hij mag komen.
6 oktober
Toen hij stierf was hij achtenvijftig, ik vijfenvijftig. Op dat moment hield niet alleen zijn leven op, maar ook het mijne zoals ik het kende. Plotseling was ik geen partner meer, ‘vrouw van’, maar weduwe.
Zesentwintig jaar waren we samen. Geen sprookje, maar een leven vol liefde, verwarring, kinderen, teleurstellingen, hoop, moeizaam herstel en een onverwachte bevrijding.
De laatste zeven maanden werd hij zachter, langzamer, eerlijker. Hij keek zijn zonen echt aan, sprak woorden die hij altijd had verzwegen. Juist in het sterven begon hij te leven. Ik bleef achter met stilte, rouw, ruimte én een klein sprankje moed.
6 oktober
Een rat steekt de straat over als de krantenbezorger zijn fiets in beweging zet. In de ochtendschemer trapt hij traag het nieuws de stad in. Hij neemt zijn tijd om de dikke zaterdageditie door de gleuven in alle soorten en maten te duwen. Vaak volgt een doffe plof, soms ook gegrom en het scheuren van papier. Hij haalt zijn schouders ervoor op.
In de laatste brievenbus laat hij de krant een stukje uitsteken. Het is de enige waarbij hij dat doet. Zo komt er toch wat frisse lucht in de coffeeshop, denkt hij en fietst weg.
In memoriam Jane Goodall, antropoloog en bioloog
6 oktober
Stil zit ze in het hoge gras, armen op haar knieën, haar handen open. Bewegingloos wacht ze. Tot het struikgewas ritselt, opent. Hij sluipt dichterbij, stopt voor haar, kijkt, gaat zitten. Ze glimlacht.
Voorzichtig glijden grijphanden over haar ledematen. Hij pakt haar hand, besnuffelt hem. Lang zitten ze hand in hand. Hij brengt zijn kop naar haar hoofd, zijn mond beroert haar kruin. Onbevangen ontvangt ze zijn aanrakingen. Hij omhelst haar, ze legt haar hoofd op zijn borst. De tijd verglijdt.
Tot hij zich losmaakt, opstaat, verdwijnt in het struikgewas. Ze staat op en loopt terug naar haar onderkomen.
8 oktober
Hoe hij zich uitrekte, hardop zijn zegeningen telde en monter opstond. Ze hield van zijn neuriën tijdens het scheren, zijn zingen onder de douche, de oergeluiden als hij koud afdouchte. Als ze haar tanden poetste, drukte hij soms speels een kus op haar schouder, zijn hand zacht op haar heup.
Ze hield van de ochtendgeuren in de badkamer, zijn vrolijkheid die door het huis dartelde, hun humor die geen woorden meer nodig had. Dat geluk zo eenvoudig, zo dichtbij kon zijn.
Ze mist hem, maar koestert. Elke blik, elk geluid, elke dag.
Nog beter leren schrijven? Volg dan een online schrijfcursus bij Schrijfcurssen.nu! In 4 lessen + feedback, te doen wanneer het jou uitkomt. Met korting voor abonnees!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Met een combinatie-abonnement Schrijven Magazine en Boekenkrant krijg je 50% korting én veel leesplezier.