Raar ogende kunstenaars maken betere kunst

Uit onderzoek van psycholoog Wijnand van Tilburg van de University of Southampton blijkt dat het publiek meer waardering heeft voor kunst van ietwat rare, excentriek ogende kunstenaars dan voor kunst van mensen die dit niet zijn.

Met dit onderzoek is aangetoond dat voorkennis over de kunstenaar invloed heeft op hoe men het kunstwerk waardeert. De kunst van excentrieke uitziende kunstenaars wordt echter alleen meer gewaardeerd als de kunst die zij maken ook onconventioneel is.

De kunstenaar als rebels bohemien

In één van de experimenten van het onderzoek werd één van de twee portretten getoond van een fictieve kunstenaar, Stefansson. Er waren twee testgroepen. De ene testgroep kreeg een foto te zien van een normale jongeman in pak. De tweede testgroep kreeg een hele andere Stefansson te zien.

Op de foto voor de tweede testgroep had Stefansson namelijk lang haar, een baard van enkele dagen en een excentriek outfit. De groep die de ‘wilde’ Stefansson zag, waardeerde zijn kunst veel meer dan de groep die de nette versie van de fictieve kunstenaar getoond kreeg. Naar aanleiding hiervan stelt Tilburg dat de ´rebelse en slordige bohemien´ nog steeds een sterk beeld bij ons oproept, ondanks het feit dat dit beeld inmiddels ruim een eeuw oud is.

Volgens Van Tilburg bewijst dit dat wat wij als publiek zien in kunst, we terug willen zien in de verschijning van de kunstenaar.