Nijsen: ook gestorven schrijvers verdienen een prijs

Waarom mogen alleen levende schrijvers een literaire prijs ontvangen, zo vraagt uitgever Joost Nijsen (Podium) zich af? Wat als je auteur plotseling overlijdt, mag je dan geen Libris- of Ako-prijs meer winnen voor je schitterende boek? Nijsen overkwam het een paar keer de afgelopen jaren - o.a. met Henk van Woerden, en onlangs met Herman Franke. Nijsen in zijn column: "Onlangs, kort na Herman Frankes dood, gaven wij zijn laatste, door critici geprezen roman uit, Traag licht. Ik heb de mij verder als kundig en redelijk bekend staande secretarissen van beide prijzen nog eens gevraagd of het juist is dat Frankes laatste roman dus uitgesloten zal worden van jurering. Dat blijkt het geval. Daarmee kan Franke fluiten naar een postuum eerbetoon voor zijn zwanenzang, al is deze roman kersvers en onderdeel van de ‘levende letteren’ van dit literaire jaar." De Libris literatuurprijs geeft aan dat de weigering vooral voortkomt uit het besef dat men 'de literatuur wil ondersteunen en niet eventuele erfgenamen.' Daar is Nijsen woest over. 'Is ‘de literatuur’ dan niet gebaat bij toekenning van een prijs aan een roman van een schrijver die de pech had kort voor of kort na de verschijning van zijn laatste boek te overlijden? Ik dacht dat de prijzen bedoeld waren om een literair hoogtepunt voor het voetlicht te brengen, niet om een levende schrijver aanvullende inkomsten te bezorgen (al zullen prijswinnaars de geldcheque op prijs stellen). In de wandelgangen wordt gefluisterd dat de prijzen zo weigerachtig zijn, omdat met een overleden auteur geen levendig mediamoment gecreëerd kan worden – maar zo unverfroren baatzuchtig kunnen deze eerbiedwaardige prijzen niet zijn.'

Bron

www.uitgeverijpodium.nl/home.asp#pageid=14