Afbeelding

Unsplash

Thriller

Unsplash

Maand van het spannende boek: Tips van jeugdthriller schrijfster Maren Stoffels

Schrijfster Maren Stoffels richt zich op het schrijven van thrillers voor kinderen en young adults. De laatste jaren schrijft ze thrillers voor jongeren (12+), waaronder Escape Room , Fright Night , Room Service , Black Friday , Lock Down en Escape Room 2.0 . Met deze thrillers werd ze meermaals genomineerd voor de Prijs van de Jonge Jury. Tijdens haar scholenbezoeken ontdekte Stoffels dat ook jongere lezers haar thrillers graag willen lezen. Op verzoek van haar lezers schrijft ze daarom ook thrillers voor kinderen vanaf tien jaar, waaronder Escape Game en Laser Game .

De schrijfster bracht haar eerste boek uit toen ze zeventien was. In de jaren daarna is ze boeken blijven schrijven voor een jongere doelgroep omdat dat, volgens haar natuurlijk aanvoelt. ‘Mijn schrijfstijl is vrij toegankelijk en makkelijk leesbaar.’

Op bezoek bij scholen

Stoffels gaat regelmatig op bezoek bij basisscholen en middelbare scholen. ‘Afgelopen jaar heb ik bijna 150 scholen bezocht dus dat is vrij veel. De groepen waar ik langs ga zijn ook erg divers. Van groep vijf op de basisschool tot aan de tweede klas op de middelbare school.’ De meeste kinderen raken binnen vijf minuten al erg geïnteresseerd in de verhalen die Stoffels te vertellen heeft. ‘Zo’n verhaal komt echt tot leven bij de kinderen en dat vind ik heel belangrijk.’

Afbeelding

Maren Stoffels

Volgens de schrijfster is thriller een fijn genre om met kinderen over te praten. ‘Met een spannend verhaal krijg je ze aandachtig. Daarnaast vertel ik altijd erg enthousiast mijn verhaal, waardoor de kinderen daar ook enthousiast van worden.’

Interactie met kinderen als inspiratiebron

Als Stoffels langsgaat op scholen zorgt ze ervoor dat er veel interactie is, waarbij ze verschillende oefeningen met de kinderen doet. ‘Ze krijgen dezelfde dilemma’s voorgelegd als de hoofdpersonen in mijn verhaal. Ik test eigenlijk welke leerlingen het meest lijken op mijn personages.’ Deze oefening lokt reacties uit, die Stoffels uiteindelijk weer voor haar verhalen kan gebruiken. ‘Door dit te doen merk je heel erg wat er leeft onder kinderen en welke thema’s ze interessant vinden. En dat neem ik weer mee naar de schrijftafel.’

‘Zo’n verhaal komt echt tot leven bij de kinderen’

Uit Stoffels schoolbezoeken blijkt dat kinderen een rijke fantasie hebben, die soms nogal heftig klinkt. ‘Hoe meer moorden hoe beter’, vertelt de schrijfster lachen. ‘Dat klinkt misschien een beetje raar, maar kinderen vinden het interessant als er een bepaalde spanning in een verhaal zit. Denk bijvoorbeeld aan vriendschappen of groepsdruk. Het onderwerp moet iets zijn waar ze veel over te vertellen hebben en waar ze in het dagelijks leven mee bezig zijn.’ Bij de middelbare scholieren is dat wat lastiger vertelt Stoffels. ‘Die doelgroep is niet zo snel onder de indruk, dus daar moet je met wat meer overtuiging voor de klas staan.’

Verschillen tussen de doelgroepen

‘Ik heb het er met mijn uitgever over gehad waar nu precies het verschil zit in de verhalen voor de basisschoolkinderen en de middelbare scholieren. Het verschil zit met name in de dreigende spanning. Ik heb bijvoorbeeld een scène waarbij twee mensen met bivakmutsen de lazergamehal binnen komen en dat is geschikt voor lezers vanaf negen jaar. In dat fragment heeft één van de twee een pistool vast. Als ik dit verhaal in groep vijf voorlees laat ik dat pistool weg. Bij een middelbare school zou je er bij wijze van spreken een pistool bij verzinnen.’

Volgens Stoffels mag er in basisschoolboeken echt wel spanning zijn, maar het verhaal moet wel goed aflopen. ‘Er gaan bijvoorbeeld geen mensen dood en er vinden geen moorden plaats, wat bij de oudere doelgroep wel voorkomt.’

‘Zoek iets waar je fascinatie voor hebt, dat worden de beste boeken’

De schrijfster geeft aan dat het switchen van schrijfstijl tussen de doelgroepen als vanzelf gaat. ‘Het is een soort knop die automatisch omgaat. Ik schrijf boeken voor de jongere leeftijden ook vanuit hij/zij perspectief, terwijl mijn thrillers voor de oudere doelgroep vanuit ik-perspectief zijn. Door dat verschil te hebben merk ik dat ik automatisch de toon in mijn verhalen aanpas.’

Personages

Tijdens haar schoolbezoeken laat Stoffels de kinderen vragen stellen en noteert daarbij ook hun naam. Deze namen gebruikt ze vervolgens voor de personages in haar verhalen. ‘Doordat de kinderen weten dat hun naam in het verhaal meegenomen wordt, zijn ze een stuk enthousiaster en willen ze maar al te graag een vraag stellen of beantwoorden.’

Over enthousiast gesproken…Stoffels heeft een paar goede tips voor het schrijven van een boek. Volgens haar is het belangrijk dat je een thema of onderwerp voor je verhaal kiest waar jijzelf enthousiast van wordt en wat jou aanspreekt. ‘Zoek iets waar je fascinatie voor hebt, dat worden de beste boeken. Bij kinderen zie ik vaak dat ze het idee hebben dat ze iets heel unieks moeten maken. Terwijl, alles bestaat al. Maar de manier waarop je het maakt, dat maakt het uniek, en dat maakt dat mensen een tweede boek van die schrijver willen lezen.’

Daarnaast helpt het volgens de schrijfster heel erg om je verhalen voor te lezen. ‘Aan het einde van de dag lees ik mijn geschreven tekst altijd voor aan mijn vrouw, waardoor ik ook een soort druk voel om te presteren’, vertelt Stoffels lachend. ‘Je zet daarmee druk achter je eigen proces, en door het hardop voor te lezen hoor je wat je verhaal nog nodig heeft.’