Kabinetsbesluiten zijn een ramp voor schrijvers

Het kabinet heeft afgelopen vrijdag besloten op drastische wijze de culturele subsidies te decimeren. Voor de Letteren leek dat aanvankelijk nog redelijk af te lopen, in totaal is er zelfs sprake van een lichte stijging: het totale budget gaat namelijk van 22,5 naar 27 miljoen (waar de andere kunsten, vooral theater en muziek, tientallen miljoenen moeten inleveren). De maatregelen gaan allemaal in één keer van start op 1 januari 2012. Toch is dit maar een deel van het verhaal: staatssecretaris Zijlstra wil namelijk de ondersteuning aan literaire tijdschriften stopzetten en wil de auteursbeurzen inperken. Ook de literaire festivals moeten heel wat inleveren: vermoedelijk zo’n 50 procent. Tot slot wordt het HGIS-budget, geld dat de Nederlandse overheid beschikbaar stelt om het Internationaal Culuurbeleid gestalte te geven, terug overgeheveld van het Letterenfonds naar het ministerie. In een reactie stelt Henk Pröpper, directeur van het Letterenfonds dat schrijvers die subsidie ontvangen bepaald geen grootverdieners zijn. Gemiddeld ontvangen ze nog geen € 12.000,- per jaar. (Ter vergelijking: het minimumloon bedraagt meer dan € 17.000,- per jaar.) Volgens Pröpper vergeet het kabinet ook dat de culturele sector al stevig bijdraagt aan onze economie. Overheidssteun is dus een vorm van investering.