Afbeelding

Bij het Citatenmuseum kun je elke dag een schrijfoefening maken.

Elke schrijver een echte baan

Vrijwel elke schrijver houdt er nog een baan op na.Auteurs kunnen zelden leven van hun schrijfwerk, maar er valt meer dan alleen geld uit een (bij)baan te slaan. De meest uiteenlopende baan kan voor inspiratie zorgen.

Tijdens het Cambridge Wordfest in Groot-Brittannië sprak auteur Salley Vickers over haar nieuwe roman, The Cleaner of Chartres. Ze kaartte onder andere aan dat haar ervaringen als psychoanalyticus onmisbaar waren voor de totstandkoming van het boek.

En waarom ook niet? Het wordt schrijvers vaak aangeraden te schrijven over wat ze kennen. Het verhaal en vooral de details voelen daardoor authentiek aan, en als schrijver heb je er bovendien baat bij omdat je minder tijd kwijt bent aan research. Het is dan ook niet gek dat veel bekende (inter)nationale auteurs er een (bij)baan op na houden.

Een veelvoorkomende baan onder schrijvers is die van journalist en redacteur. Zo schreef George Orwell regelmatig boekrecensies voor de krant Observer, en schreef Marente de Moor columns voor onder meer De Groene Amsterdammer. De Moor was echter ook verslaggever voor een misdaadprogramma, wat natuurlijk een rijke bron aan informatie is.

Ook nachtportier is een veelgehoord bijbaantje van diverse auteurs. Ernest van der Kwast bijvoorbeeld, maar ook Ronald Giphart. Hij werkte ‘s nachts bij een ziekenhuis in Utrecht en kon genoeg creativiteit ontlenen aan de bijzondere gevallen die zich in de late uren bij de balie meldden. Natuurlijk kun je het ook in andere branches zoeken, zoals een bank (TS Eliot), een postkantoor (Anthony Trollope) of ober (wederom Ernest van der Kwast).

Om doelgericht inspiratie op te doen, bijvoorbeeld voor thrillers, ben je aan het goede adres als politieagent. Zo deed Jan Willem van de Wetering veel inspiratie op tijdens zijn zeven jaar lange dienst bij de Vrijwillige Gemeentepolitie in de jaren ’70 voor zijn latere Grijpstra en de Gier-serie. Maar je kunt natuurlijk ook denken aan een baan als advocaat (Ferdinand Bordewijk), psychiater (Minke Douwesz) of ambtenaar (Mirjam Brandenburg).

Dat je in een bepaald vakgebied werkt, betekent uiteraard niet dat je er per se over hoeft te schrijven. Het zijn de details die je uit de ervaring haalt die het hem doen. Stel je voor hoeveel inspiratie je kunt halen uit een baan als tuinman (Gerbrand Bakker) of een ambulancemedewerker (Ernest Hemingway). Met name die laatste kan voor hartkloppende scènes zorgen.

Je hoort ook vaak over auteurs die hun baan opzeggen om zich volledig te storten op het schrijven. Bedenk echter dat deze auteurs zich in het verleden al bewezen hebben met diverse publicaties. Peter Buwalda schreef bijvoorbeeld essays en verhalen voor een aantal literaire tijdschriften en was redacteur. Toen hij zich op Bonita Avenue stortte, deed hij dat niet zonder een voorschot van De Bezige Bij om op te teren. En zelfs dan is het een risicovolle keuze.

Denk dus goed na over je schrijfcarrière. Wat heb je meegemaakt tijdens je vroegere banen of andere hobby’s? Kun je daar ervaringen uithalen die zich uitstekend lenen voor een authentieke vertelling? Doe inspiratie op en schrijf over wat je kent.

Bron

www.schrijvenonline.org