Debutant wint Booker Prize

Het kan dus wel - in Engeland. Debutant Aravind Adiga won afgelopen dinsdag, 14 oktober, de Booker Prize met zijn roman 'The White Tiger'. De 33-jarige Adiga is niet de eerste debutant die deze prestigieuze Engelse prijs wint. Eerder wonnen debutanten Keri Hulme met 'The Bone People' in 1985; Arundhati Roy in 1997 met 'God of Small Things'; en DBC Pierre met ' Vernon God Little' in 2003. In Nederland was de laatste debutant-winnaar van een grote prijs Margriet de Moor met 'Eerst blauw, dan wit, dan grijs'. Met de Booker Prize is altijd wel íets aan de hand. Net als de nominaties en jury-uitslagen van Ako- en Librisprijs vaak zijn omstreden, zo loopt half Engeland altijd te hoop tegen de beslissing van de Booker Prize-jury's. Dat Salman Rushdie er niet bij was, deze keer, was al genoeg voor vele tientallen columns (om maar te zwijgen van blogs). Gelukkig kwam de racisme-kaart deze keer niet uit de mouw, want maar liefst twee genomineerden voor de Booker-prijs (Adiga en Amitav Gosh) hebben een Indiase achterrond. Een ervan won uiteindelijk de prijs: Aravind Adiga. En nog wel met een Rushdie-achtig boek over de zoon van een riksjarijder die het tot zakenman schopt. Het is een roman "die je uit je sokken blaast," verklaarde juryvoorzitter Michael Portillo. "The novel is in many ways perfect. It is quite difficult to find any structural flaws with it."