Afbeelding
A.L. Snijders in 2008. Beeld door Roelof de Vries via Wikimedia.
A.L. Snijders in 2008. Beeld door Roelof de Vries via Wikimedia.
‘Ik denk heel vaak: zal ik een roman schrijven? Anderen sporen mij er ook vaak toe aan. Dan hebben ze iets van me gelezen waar ze een langer vervolg in zien. Maar ik kan er niet op doorgaan. Ik heb geen zitvlees.’
‘Voorin een roman zie ik weleens zoiets staan als: “Voor Lucie, die mij zoveel avonden heeft moeten missen.” Dan denk ik: goh, zij heeft dus een rotleven en hij heeft een rotleven. Ik zie die vinex-wijk al voor me. Nee, dat wil ik ons besparen. Dat snelle, dat losse, dat is gewoon een kant van me. Daarna wil ik de kippen weer te eten geven.’
‘Ik ben ook een conventionele schrijver. Geen experimentele. Dat zou ik best willen, maar ik durf niet ver genoeg te gaan. Het ontbreekt me aan lef. Toch heb ik wel degelijk een stijl: een lichte bevreemding zoek ik, of iets filosofisch. Maar altijd een beetje. Nooit té. Daar ben ik te veel een burgermannetje voor. Ik moet er ook te veel om lachen, om dat serieuze. Een beetje zoals Karel van het Reve dat had. Bij de Amerikaanse schrijver James Salter ontdekte ik voor het eerst hoe mooi het is om hele stukken weg te laten. Ik dacht: dit is het echte schrijven.’
- A.L. Snijders
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.