Amateurkunst is ook een economische factor

Meer dan de helft van de Nederlanders van zes jaar en ouder is amateur­kunstenaar. Deze amateurkunstenaars maken muziek, fotograferen, doen aan beeldende kunst, schrijven, dansen, spelen toneel. Zij steken veel tijd in hun liefhebberij, ontwik­ke­len zich, zijn lid van verenigingen – en geven geld uit, samen € 1,35 miljard per jaar. Het totale economisch belang is nog groter: er gaat dankzij amateurkunst en kunst­educatie € 2,75 miljard per jaar om in de economie. Met de publicatie ‘De economische bijdrage van amateurkunst en kunsteducatie’ geven Kunstfactor en Kunstconnectie een beeld van die directe en indirecte bijdrage aan de economie. Economische impact Kunstfactor, sectorinstituut amateurkunst en Kunstconnectie, branche­vereniging voor kunsteducatie en kunstbeoefening, lieten in 2009 door Advies­bureau Cultuurtoerisme onderzoeken hoe groot de economische impact van amateurkunst in Nederland is. Resultaat was het rapport Actieve kunstbeoefening en geld (oktober 2009), dat te vinden is op de websites van Kunstfactor en Kunstconnectie. In de publicatie De economische impact van amateurkunst en kunsteducatie leest u de belangrijkste conclusies uit het rapport. Subsidies handhaven of vergroten Natuurlijk levert actieve kunstbeoefening een bijdrage aan de artistieke en sociale ontwikkeling van mensen en van de samenleving als geheel. De conclusies uit bijgaande publicatie bieden daarnaast economische argumenten om vooral de huidige subsidies richting de amateurkunst en kunsteducatie te handhaven. Dit geldt voor alle lagen van de overheid, en in het bijzonder voor de gemeenten. Juist op lokaal niveau worden de meeste uitgaven gedaan door cursisten kunsteducatie en deelnemers aan de amateurkunst. Ook de detailhandel en de horeca varen wel bij een goede infrastructuur voor de actieve kunstbeoefening. Daarnaast biedt de sector werk aan 17.000 fte, wat gezien de aard van het werk rustig gelijkgesteld kan worden aan minimaal 40.000 werknemers, zoals kunstenaardocenten, dirigenten, regisseurs en choreografen met veelal kleine aanstellingen, en ondersteunende staf.

Bron

www.kunstfactor.nl