#545 Boter op het hoofd
‘Was het dan geen uitgelezen kans om dat bedrijf terug op de rails te krijgen?’ vraagt een collega als we het hebben over een van mijn vroegere werkgevers.
‘Toen ik eindelijk door had hoe de vork in de steel zat, ben ik er vandoor gegaan, maar pas nadat ik mijn mening had gegeven. Ik vond de ondergang van deze parel aan de kroon van de Belgische industrie vooral sneu voor de arme drommels die er na jaren labeur hun werk verloren.’
‘Leg uit. Stel dat je na jouw vertrek een interview gaf aan een krant, wat zou je er in kwijt willen?’
‘Ik zou voorspellen dat het bedrijf alsnog zou sluiten en enkele waarheden onthullen over de zogenaamde conflictmanagers die verondersteld werden het te redden. Eerst zou ik verwijzen naar de gloriejaren onder de vroegere eigenaar. Van hem was geweten dat hij de eerste was die ’s morgens toekwam en de laatste was die de fabriekspoort sloot. Hij kende alle honderden arbeiders bij naam en vroeg regelmatig hoe het met hen ging. Daarna zou ik het hebben over de crisisjaren nadat de zaak verkocht werd en door mismanagement de dieperik inging. Dan zou ik het faillissement te berde brengen. Omdat het een te grote massa werklozen zou opleveren, verleende de rechtbank, op aandringen van vadertje Staat, uitzonderlijk een concordaat .’
‘Een concordaat na faillissement? Dat heb ik nog nooit gehoord.’
‘Blijkbaar hadden een aantal grootbanken te grote belangen in het bedrijf en werd een crisismanagement aangesteld. De ceo was een bekend figuur uit een belangrijk energiebedrijf die daar verder rijkelijk betaald werd, maar tijdelijk werd uitbesteed aan het bedrijf in nood. De overige topfuncties werden verdeeld onder vriendjes van politici of van de bankdirecteurs. Ik werd via een consultancy aangeworven als medewerker van de marketingdirecteur. Voortaan moesten vroegere directie- en kaderleden en niet in het minst de overgebleven arbeiders dansen naar de pijpen van de nieuwe bazen.’
‘Welke mistoestanden heb je gemerkt en hoe heb je ze aangeklaagd?’
‘Op een dag moest ik een document laten ondertekenen door de ceo. Hij stond in zijn ruim kantoor door het enorme raam te kijken dat uitzicht gaf over de fabriek en wees naar een arbeider die met zijn brooddoos in de hand van de ene deur naar de andere liep, waarschijnlijk om in de refter zijn lunch te gaan eten. “Kijk, dat is het probleem van dit bedrijf”, zei hij. “Al die onproductieve uren. Dat van hot naar her lopen terwijl er niets geproduceerd wordt.” Ik keek hem toen strak in de ogen en vroeg met een kwinkslag of het ware probleem niet lag in het feit dat hij als topman de tijd had om aan het raam te staan en een arbeider te bespieden? Hij veinsde dat hij niet door had waar ik het over had, maar bood mij terstond aan om in zijn stoel plaats te nemen. Slinks voegde hij er aan toe dat hij voor zijn prestaties zogenaamd niet betaald werd. Zijn torenhoge salaris en onkostenvergoedingen die hij kreeg van het energiebedrijf kwamen niet ter sprake. Ik zei dat ik inmiddels begrepen had welke belangen er door het zogenaamde crisisteam gediend werden. Dat mijn rechtstreekse baas, de marketingdirecteur, de hele wereld afstruinde, in dure hotels logeerde en met potentiële klanten de beste sterrenrestaurants bezocht, maar nooit een bestelling voor het bedrijf binnenhaalde. Dat ik daarenboven vernomen had hoe de drie zonen van mijn baas tijdens het weekend hun bolides kwamen voltanken aan de benzinepomp van het bedrijf.’
‘Hoe reageerde die ceo daarop?’
‘Hij vroeg laconiek of ik mijn werk niet graag deed en zei dat het mij vrij stond de zaak te verlaten. Ik antwoordde hem dat ik dat vast van plan was, maar een familie te onderhouden had. Gezien de teergevoelige informatie waarover ik beschikte, stelde ik hem subtiel voor om mijn ontslag te krijgen. Zo kon ik indien nodig werklozensteun aanvragen tot ik ander werk had gevonden.’
‘Wat gebeurde er verder?’
‘Twee dagen later kreeg ik mijn ontslagbrief en twee maanden later vond ik ander werk. Daar werd ik aangeworven door een persoon die de bewuste ceo en de marketingdirecteur persoonlijk kende en op de hoogte was van de vele kilo’s boter op hun hoofden.’
"Wat moeten we hierop zeggen…
Lid sinds
4 jaar 1 maandRol
"Wat moeten we hierop zeggen?"
"Ik snap het niet"
(echt, ik wil wel, maar snap er niks van :) - dat ligt aan mij!
Tony, ik heb het stukje…
Lid sinds
3 jaarRol
Tony, ik heb het stukje herschreven. Ik denk niet dat het aan jou lag.
Commentaar Marc: Een…
Lid sinds
4 jaar 5 maandenRol
Commentaar Marc - Hostwriters: Een ironisch stukje proza, weliswaar, maar ik vind nergens scherpzinnige steken onder water. Het geheel wordt als een fait divers gebracht en de laakbare toestanden in het wereldje van vetbetaalde CEO’s worden aan de kaak gesteld. Dit is geen toespraak, maar een achterafgesprek tussen twee mensen (vrienden?) over hoe de ik-persoon alsnog zijn schaapjes op het droge kreeg. Fijn weergegeven, daar niet van, maar bezijden de opdracht. Ik blijf op mijn honger.
Marc, het zijn geen vrienden…
Lid sinds
3 jaarRol
Marc, het zijn geen vrienden maar collega's, dat staat er toch? De ceo en zijn kornuiten zijn zo stompzinnig dat er niets scherpzinnig over te vertellen valt. En voor de honger: enkele sneetjes brood volstaan, boter is er in overvloed. Het is inderdaad geen toespraak maar een interview waarin de ik-persoon de berooide arbeiders als het ware toespreekt. Anyway, bedankt voor de reactie.
Door de interview achtige…
Lid sinds
12 jaar 4 maandenRol
Door de interview achtige setting, pakt het me niet zo. Ik denk wel dat er genoeg inzit om er vileins van te maken.
Dag Schmetterling, Ook…
Lid sinds
12 jaar 9 maandenRol
Dag Schmetterling,
Ook ik haak - mede gezien de opdracht - af op de interview sfeer waarin ik het elegant de grond inboren niet herken.
De ceo en zijn kornuiten zijn zo stompzinnig dat er niets scherpzinnig over te vertellen valt.
Net dan zou ik zeggen. Als ze zo stompzinnig zijn, valt er misschien wel heel veel scherpzinnigs over te vertellen.
Hadeke en Angus, bedankt om…
Lid sinds
3 jaarRol
Hadeke en Angus, bedankt om te reageren. Ik zat inderdaad wat met de handen in het haar bij deze opdracht. Het moment aan het raam bij de ceo is autobiografisch en dat heb ik dan toch maar van mij kunnen afschrijven.
Mili Ha Schmetterling…
Lid sinds
4 jaar 5 maandenRol
Mili
Ha Schmetterling, net als Marc blijf ik op mijn honger. We hebben onze mikken gedeeld en de zeezoutbouter is op. Ik merk en voel dat je veel aandacht aan je tekst hebt gegeven die – in een andere context , als columnist in een vakbondsblad? – veel beter tot zijn recht zou komen.
Tot een volgende.
Hi Mili, Marc en jij hebben…
Lid sinds
3 jaarRol
Hi Mili, Marc en jij hebben wel veel trek. Volgende keer zorg ik voor wat meer beleg en pistoleekes. Als columnist in een vakbondsblad? Perfecte analyse, zo zag ik het ook. Merci voor de 'feed' back en hopelijk tot zeer spoedig.