Schrijfopdracht #541 - 10 werkwoorden
koken, winkelen, pinnen, duwen, trekken
Een bezoekje aan de supermarkt
Eindelijk was het weer wat opgeknapt. De zon scheen en daarom besloot ze om vandaag te gaan winkelen. In de reclamefolders van deze week zag ze dat de appels en witlof flink afgeprijsd waren. Misschien dat ze nog wel wat anders nodig had, dat zou ze dan wel zien.
Ze besloot alvast een recept met witlof op te zoeken en tegen de avond te starten met koken.
Lekker dik ingepakt stapte ze op de fiets en vijf minuten later liep ze de supermarkt binnen.
Wat was het druk, dat viel tegen. Lange rijen voor de kassa.
Ze sloot na enige tijd achter aan in de rij. Er werd geduwd en getrokken. Mensen hielden elkaar angstvallig in het oog. Enkele werden vermanend toegesproken.
Door al die verbale en non-verbale agressie was ze van streek geraakt. Toen ze eindelijk moest pinnen was ze haar pincode vergeten. Zweetdruppels verschenen op haar voorhoofd, nog twee keer melde het pinapparaat. Helaas, die twee keren erna bleken ook fout, dus kon ze niet meer pinnen. Contant geld had ze niet in haar portemonnee. Dus zonder boodschappen naar huis. Thuis gekomen een potje huilen en de bank bellen.
Hallo Magda, Wat een pech!…
Lid sinds
13 jaar 11 maandenRol
Hallo Magda,
Wat een pech! Het is in elk geval geen ontspannen bezoek aan de supermarkt.
Je verhaal zou denk ik aan spanning winnen wanneer je het perspectief veranderd. Bijvoorbeeld vanuit de ik-persoon te schrijven en/of meer dialogen toe te voegen. Waarom zijn de andere bezoekers aan het duwen en trekken? Dat zou ik ook graag willen weten als lezer.
Dag Magda, Het spijt me,…
Lid sinds
12 jaar 7 maandenRol
Dag Magda,
Het spijt me, maar ik word niet echt geboeid door je verhaal. Het is heel veel 'tell' en weinig tot geen 'show'. Ik ben het eens met Emmy dat een verandering naar een ik-perspectief zou kunnen helpen. Wat ziet de 'ik? Wat voelt ze? Wat denkt ze? Welke emoties heeft ze?