# 536 - Winter in mijn leven
Terwijl ik lekker ingeduffeld onder een deken op de sofa lig, gaat plotseling de bel. Ik heb zojuist naar het nieuws op de televisie gekeken. Na het zien van alle ellende op de wereld dat via het televisiescherm mijn leefwereld bezoedelt, had ik alleen nog maar zin om verdrietig en lusteloos weg te vluchten voor de beelden van honger en kou die zoveel mensen moeten ondergaan omdat een stelletje dictators hun spel willen spelen. Ik wil niets meer horen of zien van die triestige buitenwereld. Mijn emotionele kant wil het liefst ten strijde trekken om helpende handen te bieden. Mijn verstandelijke kant zegt me dat ik daar niets kan doen met mijn beperkte middelen en oude lichaam. Ik heb al moeite om hier recht te blijven. Ik ben in de winter van mijn leven. In deze genoeglijke kamer, op mijn zachte sofa, met een kopje thee en koekje in handbereik. Maar nu gaat ineens de bel. Toch maar eens even gaan kijken wie daar mijn rust komt verstoren. Met tegenzin open ik de voordeur. Er staat een persoon voor mijn deur. Met een zilver gekleurde baard en snor. Niet meer van de jongste. Een klein meisje klemt zich vast aan zijn rode mantel. Grote vragende ogen“. Goedendag, mevrouw, ik breng hier een pakketje voor u!” Eh, ja, bent, bent u misschien de Kerstman?”, stamel ik onhandig. “Goed gezien, mevrouw. Maar ik en mijn kleindochtertje hebben het zo koud gekregen tijdens mijn ronde. Mogen wij misschien ons even verwarmen bij u?”
Wantrouwen spookt door mijn hoofd. Men hoort over misdaden, overvallen, geweld. De ogen van het kind. Haar blik laat me denken aan de honderden kinderen mij die zojuist met vragende, smekende ogen vanop het televisiescherm aankeken. Ik gooi mijn deur wijd open. Geef ze een warme chocoladedrank te drinken. Presenteer koekjes.
In het pakketje steekt een blinkende piek voor in de top van mijn kerstboom. Die piek ontbrak nog.