#533 De lunch (aangepast)
Frank zit achter zijn laptop en werkt aan zijn levensverhaal. Op het scherm verschijnt zijn tekst.
Ik schuif de gordijnen van onze kamer open en de zon, die door de bomen aan de overkant van de weg schijnt, begroet mij.
‘Inge, het is mooi weer. Zullen we vandaag gaan wandelen?’
Na het ontbijt trekken we onze bergschoenen aan en pak ik de rugzak.
We wandelen door een dicht, geurig dennenbos. Het smalle pad kronkelt langzaam de berg op tot ze aan de rand van een alpenweide staan. Voor ons doemt een paradijselijk landschap op. We kijken uit over een gele bloemenzee waar het pad als een beek door heen meandert.
‘Kijk’, zegt Inge, 'zie je de kleine kapel?’
Samen lopen we door deze oase van rust naar het kleine gebedshuis. Het witte gebouw heeft een oude eiken deur. We stappen verwachtingsvol naar binnen en zien een kruisbeeld van Christus en slechts één houten gebedsstoel. We voelen hoe de serene sfeer hun hele wezen omhult.
Buiten zegt Inge:’ Ik begin trek te krijgen.’
‘Dan gaan we zo ergens lunchen.’
We vervolgen onze weg en het wordt warm. Inge gaat steeds langzamer lopen. De vermoeidheid begint zijn tol te eisen. Ik moedig haar aan.
‘Het is nog een klein stukje naar het volgende dorp.’
In de verte zien we de kerktoren. We vinden niet direct een uitnodigende plek om naar binnen te gaan. Op het plein is een Gasthof. Op de kaart bij de deur staat dat ze ook de lunch verzorgen.
We stappen binnen en komen in een grote lege eetzaal. Inge wil niet verder zoeken en we nemen plaats aan een tafeltje ergens in het midden. Even later staat een ober bij onze tafel en prijst diverse lokale lunchgerechten aan. Na een kort overleg bestellen we een Fleischplatte met boerenbrood en twee glazen bronwater. De kelner komt terug met de drankjes en een mand met gesneden brood. Dan volgen twee rijkgevulde borden met diverse soorten vleeswaren, een paar augurken, tomaten en tot hun verbazing een garnering van kaviaar.
‘Dat ziet er erg lekker uit Frank.’
‘Ik vraag me alleen af wat dit ons gaat kosten,’ zegt hij bezorgd.
Hij leest zijn tekst nog een keer door. Deze herinnering zou hij graag met Inge nog een keer beleven, terwijl hij zich realiseert dat het niet mogelijk is.
Versie 1
Frank en Inge hebben uit de Eurotex reisgids van 1976 een vakantie geboekt in Solbad Hall. Volgens de beschrijving is dit een uitstekende uitvalsbasis voor diverse activiteiten.
Frank schuift de gordijnen van hun kamer open en de zon, die door de bomen aan de overkant van de weg schijnt, begroet hem.
‘Inge, het is mooi weer. Zullen we vandaag gaan wandelen.’
‘Nemen we dan een lunchpakket mee?’’
‘Nee, we kunnen ook onderweg ergens iets eten.’
Na het ontbijt trekken ze hun bergschoenen aan en pakt Frank de rugzak.
Ze wandelen door een dicht geurig dennenbos. Het smalle pad kronkelt langzaam de berg op tot ze aan de rand van een alpenweide staan. Voor hen doemt een paradijselijk landschap op. Ze kijken uit over een gele bloemenzee waar het pad als een beek door heen meandert. Bruin witte koeien met grote bellen lopen traag over de zonovergoten bergwei.
‘Kijk’, zegt Inge. ‘Zie je de kleine kapel. Daar wil ik heen.’
Samen lopen ze door deze oase van rust naar het kleine gebedshuis. Het witte gebouw heeft een oude eiken deur. Ze stappen verwachtingsvol naar binnen en zien een kruisbeeld van Christus en slechts één houten gebedsstoel. Ze voelen hoe de serene sfeer hun hele wezen omhult.
Buiten zegt Inge:’ Ik begin trek te krijgen.’
‘Dan gaan we zo ergens lunchen.’
Ze vervolgen hun weg en het wordt warm. Inge gaat steeds langzamer lopen. De vermoeidheid begint zijn tol te eisen. Franck moedigt haar aan.
‘Het is nog een klein stukje naar het volgende dorp.’
In de verte zien ze de kerktoren. Ze vinden niet direct een uitnodigende plek om naar binnen te gaan. Op het plein is een Gasthof. Op de kaart bij de deur staat dat ze ook de lunch verzorgen.
Ze stappen binnen en komen in een grote lege eetzaal. Inge wil niet verder zoeken en ze nemen plaats aan een tafeltje ergens in het midden. Even later staat een ober bij hun tafel en prijst diverse lokale lunchgerechten aan. Na een kort overleg bestellen ze een fleischplatte met boerenbrood en twee glazen bronwater. De kelner komt terug met de drankjes en een mand met sneden brood. Dan volgen twee rijk gevulde borden met diverse soorten vleeswaren, een paar augurken, tomaten en tot hun verbazing een garnering van kaviaar.
‘Dat ziet er erg lekker uit Frank.’
‘Ik vraag me alleen af wat dit ons gaat kosten,’ zegt hij bezorgd.
Mooi verhaal Job, ik zie het…
Lid sinds
8 maanden 3 wekenRol
Mooi verhaal Job, ik zie het helemaal voor me. Ik snap alleen niet direct de link met de opdracht, misschien mis ik iets?
Laura, ik heb de opdracht…
Lid sinds
6 maandenRol
Laura, ik heb de opdracht onbewust anders ingevuld. Deze week schrijf je over iets wat je personage ooit nog (een keer) graag wil zien. Ik wil hier niet te diep op ingaan, maar ik zou vakanties naar de Alpen graag nog een keer overdoen. Elke droomvakantie kan ik onmiddellijk vergeten en bij deze realiteit heb ik me al jaren geleden neergelegd.
In ieder geval ben ik blij dat je het een mooi verhaal vindt.
Hoi Job, op zich een mooi…
Lid sinds
5 jaar 8 maandenRol
Hoi Job, op zich een mooi verhaal. Het verhaal zou voor mij betekenisvoller lezen als je het als een herinnering van Frank of Inge schrijft. Dat hij of zij terugkijkt op die vakantie. Dan klopt het volgens de opdracht, want dan weet de lezer dat de hp daar nog eens naar terug zou willen. Omdat het verhaal in de tegenwoordige tijd staat, vind ik het vreemd om te lezen dat Frank een vakantie boekt uit een reisgids van 1976.
Het zou een idee kunnen zijn dat je hem die reisgids laat vinden en dat hij bij het doorbladeren de vakantie vindt die ze destijds geboekt hebben. De rest van het verhaal zou ik dan in de verleden tijd zetten.
Je trekt me nu nog niet in het verhaal. Je neemt me wel mee op de wandeling die ze maken, maar het wordt nergens echt interessant.
Zullen we vandaag gaan wandelen.’ ---> dit is een vragende zin. Ik mis het vraagteken.
Ze wandelen door een dicht geurig dennenbos. ---> achter dicht hoort nog een komma anders slaat dicht op geurig.
‘Kijk’, zegt Inge. ‘Zie je de kleine kapel. ---> Ik zou hier een onderbroken zin van maken. Het is overigens ook een vragende zin.
‘Kijk’, zegt Inge, 'zie je de kleine kapel?
en een mand met sneden brood. ---> mooier leest: gesneden brood.
rijk gevulde borden ---> rijkgevulde
Fief, bedankt voor je…
Lid sinds
6 maandenRol
Fief, bedankt voor je reactie. Ik zal de taalkundige opmerkingen verwerken.
Voor de aanpassing heb ik een idee. Weet niet of het dan aan de opdracht voldoet, maar het ligt in de lijn van jou suggestie.
Hoi Job, Dit verhaal leest…
Lid sinds
4 jaar 6 maandenRol
Hoi Job,
Dit verhaal leest enigszins moeizaam, omdat het veel over het eten gaat. Dat mag, maar wat het moeizaam maakt is het begin:
‘Inge, het is mooi weer. Zullen we vandaag gaan wandelen?’
‘Nemen we dan een lunchpakket mee?’’
‘Nee, we kunnen ook onderweg ergens iets eten.’
Dit verraad dat er onderweg ofwel geen eten gaat zijn, of dat er iets mis gaat lopen met/ rondom het eten. Een dialoog als deze is in het begin of een holle frase - waarom zou je een simpele mededeling of vraag uitschrijven als die niet meer terugkomt?- of zet meteen de toon/ verwachting voor de rest van het verhaal.
Daardoor kan de lezer in afwachting wat er met dat eten misgaat, niet veel aandacht meer hebben voor al het andere. Je kan deze dialoog dus weglaten en starten met de wandeling en langzaamaan de honger 'opbouwen'.
Want dan staat er een goed verhaal, met mooie sfeeromschrijving en een mooi slot!
Groet,
Nadine
Nadine bedankt voor je…
Lid sinds
6 maandenRol
Nadine bedankt voor je inhoudelijke feedback. Ik heb de tekst aangepast. Ik ben blij dat je het slot mooi vindt.
Prima verhaal ... en gemis…
Lid sinds
1 jaar 4 maandenRol
Prima verhaal ... en gemis beschreven. Duitse zelfstandige naamwoorden schrijf je met een hoofdletter. Fleischplatte dus. En er staat ook een keer Franck in de tekst. Graag gelezen. Mijn bergvakanties staan ook nog steeds op mijn netvlies. Wales, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Italië, Spanje, Turkije, India ... stuk voor stuk de moeite waard.
Hoi Job, ik vind de tweede…
Lid sinds
5 jaar 8 maandenRol
Hoi Job, ik vind de tweede versie niet meteen een verbetering. Een levensverhaal over jezelf schrijf je meestal niet in de derde persoon. Het leest nu wat vreemd dat Frank over Frank schrijft.
Op het scherm verschijn zijn tekst ---> verschijnt
Ha Job, Ik verwonderde mij…
Lid sinds
13 jaar 10 maandenRol
Ha Job,
Ik verwonderde mij wat over het begin, het verhaal kan prima op zichzelf staan zonder het ‘uitzoomen’ naar Frank die zijn levensverhaal opschrijft. Mooi die schildering van het gebedshuis, hun vermoeidheid wanneer ze eenmaal weer aan de wandel zijn. Deze zin schetst meteen mooi het landschap: Ze kijken uit over een gele bloemenzee waar het pad als een beek door heen meandert.
Hallo Rob, bedankt voor je…
Lid sinds
6 maandenRol
Hallo Rob, bedankt voor je positieve reactie. Ik heb de tekst op de door jouw genoemde punten aangepast.
Hallo Fief, je hebt helemaal gelijk en de door Frank geschreven tekst staat nu in het ik-perspectief.
Halle Emmy, bedankt voor je positieve reactie. Ik laat de eerste zin staan omdat hij aansluit bij de laatste alinea.
Hoi Job, je neemt ons mee…
Lid sinds
4 maanden 4 wekenRol
Hoi Job, je neemt ons mee naar een herinnering en een soort weemoedige gedachte. Die kern heb je goed over weten te brengen. Graag gelezen
Sonnema, bedankt voor je…
Lid sinds
6 maandenRol
Sonnema, bedankt voor je reactie
Dag Job, ik richt me vooral…
Lid sinds
1 jaar 5 maandenRol
Dag Job, ik richt me vooral op je herschreven versie, ik las die versie 1 niet eerder. Als je een gemis wilt beschrijven zou ik ook niet voor deze vorm kiezen, als hoofdstukje van een levensverhaal. Het geeft mij als lezer een wat gekunsteld gevoel. Je zou er bijvoorbeeld voor kunnen kiezen om hem in de bergen te laten wandelen en terug te denken aan die tijd uit 1976 (begrijp ik), zoals andere bijdragers ook doen in deze opdracht. Hoe dan ook, dank voor je verhaal!