#524; het werk kan wachten!
#524; Het werk kan wachten!
Terwijl ze de laatste slok uit haar koffiekopje neemt, staart ze voor zich uit en denkt ze aan het werk dat op haar wacht. Ze sluit haar ogen en haalt diep adem. Ze spreekt zichzelf moed in en zegt hardop: ‘Vooruit met de geit. Daar gaan we dan!’ Als ze haar ogen opent strekt ze haar nek en kijkt door het raam naar buiten. De lucht is lichtblauw, de herfstzon werpt haar licht over het huis van de overbuurman. De laatste gele rozen bewegen zacht heen en weer. Een man loopt door de straat, zijn handen op zijn rug en zijn buikje naar voren, de zon op zijn gezicht. Ze kijkt hem na door het raam en stelt zich voor hoe de zon haar gezicht verwarmt. Ze trekt haar schouders op en schudt de onrust van zich af. De beslissing is snel genomen: ‘Het werk kan wachten, de was, het stofzuigen en de badkamer. Naar buiten! Ja, ze gaat brood halen bij de bakker en vandaag gaat ze lopen!’
Opgelucht trekt ze de deur achter zich dicht, de lange rechte weg strekt zich voor haar uit. Ze voelt hoe de wind zacht aan haar haren trekt en het zonlicht langs haar heen glijdt. Hortensia’s tuimelen over de met mos begroeide muurtjes, verderop schieten plukken gras en onkruid op tussen de tegels. Ze glimlacht als ze de vrolijke tekening ziet met hartjes en poppetjes schuin op het keukenraam. Ze steekt de weg over en loopt langs de brede heg, die een oude boerderij aan het zicht onttrekt. De bladeren kleuren langzaam van groen naar bruin. Grote spinnenwebben hangen tussen de takken, er glinsteren nog druppels in de zilveren draden. Verderop in de wei staan drie koeien te grazen, de knotwilgen met hun lange takken met grijsgroene bladeren ritselen in de wind.
Ze haalt diep adem en ademt de frisse ochtendlucht op, ze voelt de energie en levenslust door haar lijf stromen. Haar armen zwaaien heen en weer, haar voeten bewegen snel. Geuren van versgebakken broodjes zweven haar tegemoet. Ze loopt het parkeerterrein van de bakkerij op. Een vrouw met een rollator schuifelt langs haar heen, haar mandje volgeladen met lekkernijen. Een kleine jongen met nieuwsgierige oogjes, kijkt naar de vrouw, in zijn dikke knuistjes houdt hij een krentenbol vast. Zijn moeder pakt hem op en zet hem voorop de fiets.
Als ze naar binnen stapt en aansluit in de rij gloeien haar wangen en is haar bril beslagen.
Hoi Tineke, op zich een goed…
Lid sinds
5 jaar 6 maandenRol
Hoi Tineke, op zich een goed verhaal. Het duizelt mij alleen door de vele beschrijvingen. Ik krijg als lezer nauwelijks een adempauze. Er zit voor mij ook nergens spanning in het verhaal, het is allemaal net iets te idyllisch.
‘Het werk kan wachten, de was, het stofzuigen en de badkamer. Naar buiten! Ja, ze gaat brood halen bij de bakker en vandaag gaat ze lopen!’ ---> dit hoeft niet tussen aanhalingstekens. Tenzij ze het hardop zegt, maar dan moet je de zin anders formuleren. Ik in plaats van ze.
Ze steekt de weg over en loopt langs de brede heg, die een oude boerderij aan het zicht onttrekt. ---> de komma achter heg hoeft er niet te staan.
Als ze naar binnen stapt en aansluit in de rij gloeien haar wangen en is haar bril beslagen. ---> achter rij zou ik wel een komma plaatsen.
Hoi Tineke, De insteek van…
Lid sinds
4 jaar 3 maandenRol
Hoi Tineke,
De insteek van je verhaal is prima: je personage besluit 'in stapjes' om naar buiten te gaan, aan de hand van wat het ziet: de rozen, de buurman. Dat gaat nog redelijk rustig aan, qua verhaaltempo Ze besluit te lopen, wat impliceert dat ze ook rustig de indrukken op haar af laat komen. Dat tempo slaat niet helemaal aan bij het tempo van de tekst: het is nu eerder alsof de hoofdpersoon aan het hardlopen is. Je zou dit kunnen aanpassen door je personage letterlijk of figuurlijk wat meer stil te laten staan en ook meer te benoemen wat bij al die belevingen wordt gedacht of gevoeld. Dan krijgt de lezer die beleving als vanzelf ook wat meer.
Hoewel het dus wel wat snel gaat, moet ik je wel meegeven dat de details die je aan de lezer meegeeft, wel erg beeldend zijn!
Groet,
Nadine