#503 Laat me niet meer los: In de Tuilerieën
Het jongetje dat op de rand van de vijver zit, ziet dat ze elkaar zien. Hun blikken schieten als bliksemflitsen door de zinderende zomerlucht. De een met haar parasolletje aan de ene kant van de achthoekige vijver, de andere met een zonnebril met blauwe glazen aan de overkant. Parasolletje wandelt door de Grande Allée richting vijver, Zonnebril doemt op vanaf de ingang bij Place de la Concorde.
Het zijn geen zussen, ook al zijn het beiden schoonheden die veel gemeen hebben, ziet hij vanaf de waterkant waar hij zijn zeilbootje een duwtje geeft. Brunettes, halflang haar, de ene ietsje voller dan de ander, maar even lang, ze bewegen hetzelfde. De gracieuze aanrakingen die volgen zijn voor zussen te voorzichtig, maar ook geladen, misschien wel te intiem.
Maar voor dat moment dat ze elkaar raken, is er verwarring. Als de blikken over de vijver vliegen blijft Parasolletje even als bevroren staan en begint dan linksom rond de vijver te bewegen terwijl Zonnebril al direct begint te lopen, maar net de andere kant om. Zo wordt het een dans rond de vijver van de Tuilerieën en dat is niet de intentie van de twee Parisiennes. Ze willen elkaar snel zien, voelen en vasthouden. Zonnebril ziet de fout die ze maken en blijft staan, Parasolletje draait haar kant op en draaft met de gratie van een antilope.
Vlak voor ze bij Zonnebril is houdt Parasolletje even in, strekt haar armen uit. Haar hart bonkt bijna uit haar lange japon die ze in draf hoog optilde. Zonnebril reikt naar haar en stapt in de uitnodigende omhelzing. Als kraanvogels wijken ze weer uit elkaar, houden elkaar op armlengte vast en kijken elkaar aan.
Het zonnebrilletje wordt in de donkere lokken op het voorhoofd geschoven zodat ze elkaar zonder barrières diep in de ogen kunnen kijken. Het parasolletje wordt ingeklapt en blijft aan een koordje aan een frêle roomblanke arm hangen.
Brilletje pakt het hoofd van parasolletje met twee handen vast, parasolletje legt haar armen op de schouders van zonnebrilletje. Brilletje strijkt door haar haar, voorzichtig om het niet in de war te brengen, ze streelt. Ze zeggen niets, nog niets. Parasolletje beweegt de rechterhand omhoog streelt de wang met het schoonheidsvlekje van brilletje. Nog dieper duiken ze in de ogen, in elkaars ziel en daar zien ze het verdriet en het verlangen. Waarom hebben ze elkaar verlaten, waarom hebben ze elkaar ingeruild voor een man? Omdat dat zo hoort in Parijs anno 1919? Er wellen tranen op en dan kussen ze zacht en lang en nemen een besluit. ‘Jouw appartement of mijn appartement?’, vraagt Zonnebril.
‘Mijn appartement’, zegt Parasolletje. ‘Dat is van mijn familie, ik kan Henri er zo uitgooien.’
Het jongetje kijkt hoe ze gearmd, nee beter verstrengeld, richting Place de la Concorde lopen. Het zeilbootje dat hij in de vijver van de kant af een zetje heeft gegeven, is hij compleet vergeten.
Hoi Rien Floris, Een mooi…
Lid sinds
4 jaar 5 maandenRol
Hoi Rien Floris,
Een mooi verhaal, met een mooie setting. Je schrijfstijl wordt soms wat vertraagd door de vele benoemingen van ´Parasolletje´ dan wel ´Brilletje´, zeker ook omdat die niet alleen als naam, maar ook als voorwerp worden gebruikt om de handelingen van de vrouwen te beschrijven. Niet zozeer een hij-monster misschien in de zuivere zin, maar het heeft wel hetzelfde effect. Juist omdat het verhaal zo iets is van de vrouwen sámen, remt dat het geheel wel wat af.
Maar de setting, de sfeer en de beeldende woorden maken dat je verhaal alsnog een goed geheel vormt.
Groet,
Nadine
Dankjewel Nadine. Zou het…
Lid sinds
1 jaar 1 maandRol
Dankjewel Nadine. Zou het beter worden als ik de vrouwen anders typeer? Vrouw 1 en vrouw 2. Ik wilde juist geen namen gebruiken omdat het jongetje de namen niet kent en kwam toen op de parasol en bril.
vriendelijke groet,
Rien
Hallo Rien, Het brilletje en…
Lid sinds
8 maandenRol
Hallo Rien, Het brilletje en parasolletje maakte het voor mij wel wat verwarrend, wat Nadine ook aangaf. En waar ik toch echt wel mij vraagtekens bij zet is de wisseling van het perspectief. Hoe kan het jongetje dit weten: 'Haar hart bonkt bijna uit haar lange japon' of dit: 'daar zien ze het verdriet en het verlangen'?