Wat een leuk idee. Op de uitvoering is het één en ander aan te merken, zoals rijmwoorden die vaker terugkomen (bv. gemeen, heen) of die eigenlijk net niet rijmen (zoals overmand, waar de d een t zou moeten zijn). Kijk ook nog eens goed naar het metrum. Het meest struikel ik over 'en alles er zo mooi uitziet' en 'wederom in de kamer staat', maar er zijn meer plekken waar het rammelt. Evengoed met een glimlach gelezen.

Hoi Jurrit, ik denk dat ik de strekking van je gedicht niet goed snap, maar het klopt (grotendeels) volgens de opdracht. 

alleen, weent ---> dit rijmt niet

Mijn liefste laat me toch alleen ---> komma achter mijn liefste. Hier en daar zou een punt of komma geplaatst mogen staan. 

Ruzies rijgen zich aaneen  ---> Bij ruzies ligt de klemtoon op het tweede deel, terwijl je overal de klemtoon op het eerste deel laat vallen.
Idem bij: Want zoals jij is er niet één.
Bij sommige zinnen is het niet duidelijk waar je precies de klemtoon wil leggen en klopt het metrum niet.

"Ik denk dat ik mijzelf enige dichterlijke vrijheid gun" ---> dat is natuurlijk je goed recht, maar ik denk dat je gedicht beter tot zijn recht komt als je je wel aan de regels houdt. 

De dichterlijke vrijheden begrijp ik inderdaad niet goed. Wat versta jij daaronder? Ik zie een aantal plekken waar de cadans verstoord wordt en zie niet in waarom je dat zou willen. Ken je het Pareto-principe? Als je de problemen met het metrum oplost bereik je met relatief weinig aanpassingen een groot resultaat. Je gedicht wordt veel beter en ondertussen leer je wat. Vanzelfsprekend is het prima om dat om wat voor reden dan ook niet te willen of te doen, maar ik zou dat geen dichterlijke vrijheid noemen.

Jurrit,

Het klinkt mooi, maar eerlijk gezegd begrijp ik niet goed wat je probeert over te brengen. De inhoud mag helderder.

Je hebt een redelijk gevoel voor metrum, maar permitteert je wat al te veel vrijheden onder het mom van 'dichterlijke vrijheid'. Ook stoort mij de afwisseling van jambische en trocheïsche verzen. Niet doen, het is met wat puzzelen zo op te lossen.

De rijkrijmen en schijnrijmen doen mij ook iets te nonchalant aan. Wees erop bedacht dat ik er heel streng naar kijk. Ik heb het idee dat je best in staat bent een geslaagde stave af te leveren met wat meer moeite en/of tijd.

Neem dit allemaal mee naar de volgende opdracht, want ik ben erg benieuwd wat je weet te schrijven als je je er wat meer over buigt.

De dichtcoach