Lid sinds

3 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#466 - Nooit alleen

 

Daar ben je.

Hij zegt het terwijl hij langs haar heen kijkt, aan de overkant van de straat schuifelt een bejaard koppel voorbij, waarschijnlijk al langer samen dan hij oud is. Hij twijfelt of het iets zou betekenen, maar beseft dan dat zij hem afwachtend staat aan te kijken en hij nog steeds de deurklink vastheeft. Er waait een frisse wind en ze heeft een dun truitje aan. Veel te dun, ziet hij.

Uiteindelijk gebeurt het in de woonkamer, hij zit op de bank, zij blijft staan. Het gaat snel, onomwonden brengt ze haar boodschap, gestaafd met steekhoudende argumenten, absoluut geen speld tussen te krijgen. Het enige wat hem rest is knikken en zwijgen, ook al spoort ze hem aan om in hemelsnaam dan toch eens iets te zeggen, reageer, roept ze overstuur. Praat met me.

Maar het lukt niet, waarom weet hij niet, en dan hoort hij zichzelf vragen of ze iets te drinken lust, er is cola en water. Thee en koffie ook, maar dat duurt misschien wat lang. En weer begint ze een uitermate helder betoog, over dat dit nu precies de reden is waarom ze hem vanmorgen had geappt dat ze wilde praten, dat ze dit niet langer volhoudt, dat ze in zijn ontkenning van de situatie haar gelijk bevestigt ziet, dat ze de juiste keuze maakt. Het is allemaal zo logisch, hij heeft oprecht geen idee wat hij hier nog op moet antwoorden.

Als ze weer is vertrokken gaat hij de trap op, naar zijn slaapkamer. Op bed begint Poes te spinnen zodra hij naast haar komt liggen, hij kietelt haar op de wangen, wrijft haar over het buikje, kust haar op haar neusje. En vertelt haar alles.

Dan trilt zijn gsm. Een laatste bericht, ze heeft vanaf nu zijn telefoonnummer geblokkeerd. Vluchtig scrolt hij door de tekst, niets nieuws, maar plots blijft zijn blik aan haar woorden haken. Hij leest ze nogmaals en snuift zachtjes. Ik denk dat sommige mensen eigenlijk liever alleen zijn, en dat is oké, schrijft ze.

Ja, fluistert hij tegen Poes, dat is oké. Maar gelukkig heb ik jou.

 

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi WS75, een mooi verhaal. Ik zie het zo helemaal voor me.
De tekst is lastig te lezen door de grote hoeveelheid komma's die de zinnen onnodig lang en ingewikkeld maken. Zoals in de eerste alinea waar alleen maar komma's staan en nauwelijks punten.
Gesproken zinnen horen tussen aanhalingstekens.

Daar ben je.  ---> dit is ook een gesproken zin. Dat blijkt uit de zin die erna komt ( Hij zegt het ...). De witregel erna zou ik weglaten. De zin hoort bij de zinnen die erna komen.

Het enige wat hem rest is knikken en zwijgen, ook al spoort ze hem aan om in hemelsnaam dan toch eens iets te zeggen, reageer, roept ze overstuur. Praat met me.  -->  Dit zijn twee zinnen, waarvan één een gesproken zin.
Het enige wat hem rest is knikken en zwijgen, ook al spoort ze hem aan om in hemelsnaam dan toch eens iets te zeggen.
'Reageer!' roept ze overstuur. 'Praat met me.'

Ja, fluistert hij tegen Poes, dat is oké. Maar gelukkig heb ik jou. ---> 'Ja,' fluistert hij tegen Poes, 'dat is oké, maar gelukkig heb ik jou.' Of zonder maar:
 'Ja,' fluistert hij tegen Poes, 'dat is oké. Gelukkig heb ik jou.' 

Lid sinds

7 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi WS75, ik lees over een zelfgekozen eenzaamheid, dat heb je goed gedaan! Mooie invalshoek en uitwerking. Met de suggesties van Fief zou je verhaal wat mij betreft nog beter worden.

Lid sinds

4 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Dag WS75, 

Dank voor het inzenden van je verhaal. De scène vind ik goed geschreven, ik zie het als een filmpje voor me. Je maakt goed gebruik van beelden, waardoor je verhaal levendig aandoet. 

Zoals Fief al zei, zijn de zinnen te lang. Ik zou aanraden om vaker gebruik te maken van punten in je tekst. Bijvoorbeeld: 

Hij zegt het terwijl hij langs haar heen kijkt. Aan de overkant van de straat schuifelt een bejaard koppel voorbij. Waarschijnlijk zijn ze al langer samen dan hij oud is.

Uiteindelijk gebeurt het in de woonkamer. Hij zit op de bank en zij blijft staan. Het gaat snel: onomwonden brengt ze haar boodschap, gestaafd en met steekhoudende argumenten, – er is absoluut geen speld tussen te krijgen. 

Daarnaast gaat de tekst nog meer leven als je iets minder gebruikmaakt van abstracties. Hoe praat zij tegen hem? Wat zegt ze precies? Op die manier krijgen we meer een idee van het karakter van de antagonist (en de protagonist). 

Ook als ‘hij twijfelt of het iets zou betekenen’, ben ik benieuwd naar hoe ik dat precies moet interpreteren. En waarom lukt het hem niet om antwoord te geven? 

Iets dieper ingaan op het karakter van het personage zou het verhaal beter maken. 

Ik hoop dat je iets aan mijn commentaar hebt!