Hoi Schmetterling, de hekel aan de meeuw komt er duidelijk uit. Persoonlijk vind ik de hethalingen in het rijm niet zo  geslaagd. Volgens mij is het niet de bedoeling om dezelfde rijmwoorden te gebruiken, maar het is aan de coach om daar iets van te vinden. 

Ik ben een zanger aan de top
Beslist geen dichter in de dop
Men is op mijn gezangen dol
De zalen zitten altijd vol
Tot ik in ongenade val
En tuimel in een donker dal

Schmetterling,

Je hebt niet veel verzen nodig om van top naar dal te gaan, maar ik kan mij voorstellen dat als je een verhaal wil vertellen, je graag meer verzen wil schrijven. Het maximum aantal verzen was overigens puur voor deze opdracht, want  voor een proteus is geen maximum aantal voorgeschreven. In de plezierdichterskring maakten we er wel een kunst van de stappen zo klein mogelijk te maken, maar de voorbeelden van Drs. P en Paul Lemmens in Nieuwe vergezichten zijn ook aan de lange kant (al kiezen zij wel voor vijfletterwoorden).
Metrisch zit het redelijk in elkaar, er zit een logisch verhaal in, maar de rijmen laten te wensen over. Gebruik gepaard rijm* en zoek daarom eerst goede rijmparen  bij elkaar voor je begint. Weesrijm (vs 3, 20, 21) is uit den boze en rijk rijm dien je te vermijden. Zelfs als je dit toepast om verder te geraken (bv doet – moet – moed – goed) zou de bedenker van deze vervorm dit verfoeilijk vinden en zich ertegen verzetten (zie: Nieuwe vergezichten, p. 48).
Ik kan deze inzending dus helaas niet goed reken. Ik weet het: ik ben streng.

De dichtcoach

* Terzijde: In de plezierdichterskring zijn er wel geslaagde pogingen gedaan gekruist rijm toe te passen. Jawel, dit is mogelijk met bastaardrijm. In het Nederlands zal dit overigens makkelijker gaan dan in het Vlaams.