Lid sinds

3 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#457 De man met de verrekijker (herziene versie)

Magda vond haar vriendin Eline erg aardig, maar wel een beetje apart. Ze dronk water uit flessen, want volgens haar wist je nooit wat ‘ze’ in het leidingwater deden. Toen een onderbuurvrouw had geklaagd over geluidsoverlast durfde ze niet meer te lopen in haar appartement. 

Het was zaterdag. Haar dochter Vera kon ieder moment op de stoep staan met Ilse, Magda's enige kleinkind. Ze hoorde haar telefoon rinkelen; dat moest Vera zijn.

“Hoi, Vera!” zei ze.

“O hoi, Magda, je spreekt met Eline.”

Magda slaakte een onhoorbare zucht. Nee, niet nu!

“Eline, ik heb eigenlijk geen tijd nu, want Vera en Ilse komen zo… heb je een korte boodschap?” 

“Nou, niet echt. Roelof ligt weer met een verrekijker in de bosjes.”

Magda vond Eline altijd zielig en probeerde haar moed in te spreken als ze weer eens een ‘probleem’ had. Maar nu had ze geen tijd. Bovendien had Eline de laatste weken al te vaak gebeld dat Roelof in het gras lag. Roelof, een ex uit de vorige eeuw. 

“Kan je hem niet gewoon bellen? Zeggen dat hij daarmee op moet houden?” zei Magda.

“Ik vind het moeilijk om dat te zeggen over de telefoon.”

“Dan spreek je met hem af.”

Er viel een stilte. 

“Ik heb nog wel een telefoonnummer van hem,” zei Eline toen.

“Nou, bel hem dan! Je kunt toch niet de rest van je leven een man in het gras hebben liggen? Ik moet ophangen Eline, mijn dochter komt eraan.”

Eline belde met trillende handen het nummer van Roelof.

Niet veel later kwamen de hulpdiensten. Ze waren gebeld door een toevallige voorbijganger, die een man hoorde schreeuwen: je bent en je blijft van mij! gevolgd door het geluid van brekend glas. 

Ze troffen Eline aan op haar balkon, in gescheurde kleren. Ze had gevochten voor wat ze waard was, huilde ze, maar Roelof was te sterk en dreigde haar van het balkon te gooien. 

Haar buurvrouw van negentig, die de hele dag in haar stoel voor het raam zat, werd gehoord door de agenten. Ze had vlak voordat het gevecht losbarstte een man zien opstaan uit het gras. Ze had geen argwaan gehad, want hij lag daar wel vaker. Hij had een telefoon aan zijn oor.


- vorige versie


Het was zaterdag: Magda’s dochter Vera kon ieder moment Ilse, haar kleindochter van zes komen brengen. Toen ging haar telefoon. Dat zou haar dochter zijn. 

“Hoi Vera!” zei ze.

“O hoi Magda, je spreekt met Eline.”

“Hoi Eline, ik heb eigenlijk geen tijd nu want Vera en Ilse komen zo… heb je een korte boodschap?”

“Ja, nou ja. Roelof ligt weer met een verrekijker in de bosjes.”

Magda en Eline waren al jaren bevriend, ze kenden elkaar van het baantjes zwemmen. Magda was een gepensioneerde verkoopster bij de Bijenkorf en Eline was vrijwilliger bij een dierenasiel. 

Magda vond Eline erg aardig, maar wel een beetje apart. Ze dronk water uit flessen, want volgens haar wist je nooit wat ‘ze’ in het leidingwater deden. Toen een onderbuurvrouw had geklaagd over geluidsoverlast durfde ze niet meer te lopen in haar appartement. Magda vond het altijd zielig en probeerde Eline moed in te spreken als ze weer eens zo’n ‘probleem’ had. 

Maar nu had ze geen tijd. Bovendien had Eline de laatste weken veel gebeld dat Roelof weer in het gras lag. 

“Kan je hem niet gewoon bellen? Zeggen dat hij daarmee op moet houden?” zei Magda.

“Ik vind het moeilijk om dat te zeggen over de telefoon.”

“Dan spreek je met hem af.”

Er viel een stilte. 

“Ik heb nog wel een telefoonnummer van hem,” zei Eline toen.

“Nou, bel hem dan! Je kunt toch niet de rest van je leven een man in het gras hebben liggen? Ik moet ophangen Eline, mijn dochter komt eraan.”

Eline belde met trillende handen het nummer van Roelof. 

Niet veel later kwamen de hulpdiensten. Ze troffen Eline aan op haar balkon, in gescheurde kleren. Ze had gevochten voor wat ze waard was, huilde ze, maar hij was te sterk en dreigde haar van het balkon te gooien. 

Haar buurvrouw van negentig, die de hele dag in haar stoel voor het raam zat, had een man zien opstaan uit het gras. Ze had hem daar wel vaker gezien dus ze had geen argwaan gehad. Hij had een telefoon aan zijn oor.







 

 

 

 

 

 

 

 

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Alette, welkom op het forum. Je verhaal heeft een begin, een midden en een einde, het voldoet daarom aan de opdracht. Het idee voor het verhaal vind ik goed bedacht, maar ik mis de spanning in het verhaal. Je vertelt veel, maar er is weinig aandacht voor emotie of beleving. (Hoe klinkt Eline aan de telefoon, hoe merken we dat Magda ongeduldig is?) Daardoor neem je mij niet mee in het verhaal. 

Je mocht 450 woorden gebruiken voor je verhaal, dus je hebt er nog ruim 100 over om iets meer te vertellen. Wie is die Roelof, bijvoorbeeld?

De eerste alinea vind ik niet lekker lezen. Een zin als "Toen ging de telefoon" vind ik persoonlijk niet fraai. Als je deze alinea wat actiever schrijft, leest het naar mijn idee beter als introductie. Bijvoorbeeld:
Het was zaterdag. Haar dochter Vera kon ieder moment hier zijn met haar dochter Ilse. Magda vond het altijd een feest als ze op haar kleindochter mocht passen.
Ze hoorde haar telefoon rinkelen; dat zou vast haar dochter zijn. 

De laatste twee alinea's vind ik beter lezen, maar ik zou logischer vinden als de oude buurvrouw wel achterdochtig zou zijn geweest, wie heeft anders de hulpdiensten gebeld? 

“Hoi Vera!” zei ze. --> voor een aanspreking hoort een komma.
“Hoi, Vera!” zei ze.

“Hoi Eline, ik heb eigenlijk geen tijd nu want Vera en Ilse komen zo… heb je een korte boodschap?” --> want is hier een voegwoord en komt daarom na een komma. Hier zou je ook wat emotie kunnen beschrijven. Bijvoorbeeld:
Magda zuchtte, wat zou Eline nu weer te zeuren hebben? "Ik heb niet zoveel tijd om te bellen, mijn dochter kan er elk moment zijn."
Zonder het expliciet te zeggen (tell), leest de lezer dat Magda ongeduldig is en dat ze wil dat Eline het kort moet houden. (show)

 

Magda vond het altijd zielig en probeerde Eline moed in te spreken als ze weer eens zo’n ‘probleem’ had. 

Maar nu had ze geen tijd. Bovendien had Eline de laatste weken veel gebeld dat Roelof weer in het gras lag. 

De witregel trekt nu de zinnen uit elkaar terwijl ze achter elkaar horen te staan.
Magda vond het altijd zielig en probeerde Eline moed in te spreken als ze weer eens zo’n ‘probleem’ had, maar nu had ze geen tijd. Bovendien had Eline de laatste weken veel gebeld dat Roelof weer in het gras lag. 

Eline belde met trillende handen het nummer van Roelof.  ---> Hier verschuift het perspectief naar Eline. Dat kan, maar voor dit verhaal zou je het ook bij Magda kunnen laten. Je  zou  deze zin weg kunnen laten en het laatste deel van het verhaal schrijven alsof Magda dit een dag of wat later van iemand of van Eline zelf zou horen. 

 

 

Lid sinds

4 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Alette,

Excuses voor mijn late commentaar op je verhaal. Ik heb gekozen om op je meest recente versie te reageren! 

Ik vind je verhaal een aantal sterke aspecten hebben. De voorbeelden die je noemt vind ik origineel en beeldend. Dat staat in contrast in de mate waarin je dingen uitlegt: Wie wie is, wat de relatie tussen personen is. Dat kan wel tot op een bepaalde hoogte, maar nu leidt het me af. De hele uitleg over dat Vera en de dochter van Vera komen, is uiteindelijk van weinig waarde. 

Probeer wat spanning te creëren door iets meer op de huid van je hoofdpersonage te zitten. Wat denkt, voelt, hoort, ziet en ruikt de hoofdpersoon?