Zotteklapvee - publiek dat wordt ingehuurd om te klappen voor lariekoek

(zotteklap - klapvee) 

Mallemoerdop - afdekdop voor bouten en moeren die na één keer gebruiken al kapot is

(mallemoer - moerdop) 

Carnavaleur - 1. de waarde van het carnaval 2. het vieren van carnaval heeft zijn prijs 

(carnaval - valeur) 

Puistenkopzorgen- zorgen van een puber met acné

(puistenkop - kopzorgen)  

Boerenkinkelner - kelner die zich gedraagt als een lomperik

(boerenkinkel - kelner 

Bokkepruikentijd - een speciale tijd waarin men ongegeneerd een slecht humeur mag tonen

(bokkepruik - pruikentijd) 

Klopgeestelijke - geestelijke die tevergeefs en ongevraagd op deuren klopt

(klopgeest - geestelijke)

Borstomvangnet - net om borsten van groot formaat op hun plek te houden 

(borstomvang - vangnet) 

Borstomvangrijk -  in het bezit van een rijk gevulde boezem

(borstomvang - omvangrijk) 

Knalpotentie - exploderende viriliteit

(knalpot - potentie)

Doofpotentie - het vermogen om zaken in het verborgene te houden of met de mantel der liefde te bedekken 

(doofpot - potentie) 

Sambalalaika - snaarinstrument dat opzweept tot hitsige dansen

(sambal - balalaika) 

 

Tranendaluren - uren waarin de tranen vrijuit mogen stromen  in het openbaar vervoer

(tranendal - daluren) 

Levensloopplank - een plank waarover men van de ene levensfase naar de andere kan lopen 

(levensloop - loopplank)

Taartpuntbaard - baard in de vorm van een taartpunt

(taartpunt - puntbaard)

Liefdesnestvlieder - iemand met bindingsangst

(liefdesnest - nestvlieder)

Lieflozen - het dumpen van iemand  die ooit je geliefde was

(liefkozen - lozen)

Filantropenkolder - waanzin die ontstaat door excessieve vormen  van liefdadigheid

(filantropen - tropenkolder)

Overschreeuwlelijk - een herrieschopper die zichzelf overschreeuwt

(overschreeuwen - schreeuwlelijk)

Tevoorschijnheilge - schijnheilige die zich af en toe laat zien

(tevoorschijn - schijnheilig)