Lid sinds

1 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#442 De filosofie van het schoonmaken

 

Vroeger had ze weleens geprotesteerd, dat ze weliswaar vrouw van en moeder van was, maar geen schoonmaakster ván, van niemand niet, zonder echt gehoor te vinden voor haar pleidooi. Eén keer had ze een wasmand vol kleding uit het raam gegooid. Maar meestal bleef het bij mopperen en dreigen, dan liet ze de was liggen, ze hield het nooit langer dan een paar dagen vol, dagen die haar een eeuwigheid leken, dagen waarop ze met een afkeurende, norse blik langs de scheefgezakte stapels vuile was liep. Niemand leek zich eraan te storen en dat maakte alles erger, omdat haar boosheid, als een ouderwetse verkeerd geadresseerde brief steeds ongeopend terugkwam. Zij capituleerde, de anderen nooit.

Ze had erin berust, uiteindelijk. Ze heeft het zelfs leren waarderen toen ze ontdekte dat het vouwen van theedoeken en het ordenen van haar kleine, beheersbare universum tot miniatuursteden met torentjes van kleding haar kalmeerde. De stoffen boden geen verzet. Ze waren meegaand, aandoenlijk onverschillig zelfs. Alsof ze met een geruststellende glimlach tegen haar hadden willen zeggen: alles was precies goed zoals het ging. De berusting en de vanzelfsprekendheid boden haar houvast op de dagen dat ze zich afvroeg of iemand haar zou missen als ze zomaar de deur uit zou lopen, niet voor even, maar voor een onvoltooide tijd.

Ze had gelezen over een filosoof, een universitair docent ook nog, die het onbegrensde uitzicht (want er was altijd een horizon achter de horizon, een gedachte achter de gedachte) en de eenzame hoogte vanuit zijn dwalende brein beu was en koos voor een baan in de schoonmaak. Met de poten in de klei, dat wilde hij. Ja, knikte ze, gedachten zweefden maar in het luchtledige, je poten daarentegen waren betrouwbaar, ze hielpen je landen in de profane klei. Om houvast te vinden. Wortel te schieten.

 

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Leona, op zich een mooi verhaal en een mooie overpeinzing. In die zin graag gelezen, maar ik mis de opdracht in het verhaal. Je noemt "eenzame hoogte" wel ter loops, maar het speelt verder geen rol.
Het lezen van je tekst vergt voor mij enige inspanning: sommige zinnen zijn voor mij met te veel komma's aan elkaar gebreid. Als je zoveel komma's nodig hebt voor een zin, kun je ze beter verdelen in meerdere zinnen.

Misschien kun je ook eens kijken naar de hulpwerkwoorden. Zonder deze woorden leest het actiever. Bijvoorbeeld:
Vroeger had ze weleens geprotesteerd ...  ---> Vroeger protesteerde ze weleens
Ze heeft het zelfs leren waarderen ...   --->  Ze leerde het zelfs waarderen
Alsof ze met een geruststellende glimlach tegen haar hadden willen zeggen ... ---> Alsof ze met een geruststellende glimlach tegen haar wilden zeggen ...

Eén keer had ze een wasmand vol kleding uit het raam gegooid. Maar meestal bleef het bij mopperen en dreigen, dan liet ze de was liggen, ze hield het nooit langer dan een paar dagen vol, dagen die haar een eeuwigheid leken, dagen waarop ze met een afkeurende, norse blik langs de scheefgezakte stapels vuile was liep.  ---> dit vond ik de lastigste zin om te lezen omdat hij zo lang is, maar het is wellicht een kwestie van smaak.
"Maar" is hier een voegwoord en hoort achter een komma. (... raam gegooid, maar meestal ...)

 

Lid sinds

7 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Leona, smaken verschillen en anders dan Fief vind ik jouw vondst subliem over de 'eenzame hoogte' in het brein van de intellectueel. Ook de lange zinnen met veel komma's storen mij hoegenaamd niet. Wel integendeel, ze passen in het verhaal. Graag gelezen.