Lid sinds

2 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#432 Aki en Haru

Het was het hart van de winter. Een oude houthakker en zijn zoon liepen dik aangekleed het bos in. De kou kroop door de kleinste kieren in hun mantels en dwars door hun schoenzolen als een dief in de nacht naar binnen. Het was een kou die in je botten ging zitten.

‘Waarom zo diep het bos in?’ vroeg de zoon klappertandend. ‘Hier staan toch ook prima bomen?’ Hij liet de slee die hij meesleepte even los om flink in zijn handen te klappen in een poging de kou eruit te slaan.

‘Deze bomen zijn van de sneeuwkoningin,’ zei vader en veegde het ijs uit zijn snor. ‘Wie die omhakt, wordt door haar meegenomen in de eeuwige nacht.’

Kilometers verder kwamen ze op een kleine open plek. Een cirkel van boomstompen getuigde van jarenlange koude winters en opgestookte bomen. 

Het was zwaar werk, een boom omhakken, maar je werd er wel warm van. De terugweg met een volgeladen slee was ook moeizaam, maar de gedachte aan warme kruidenthee naast een loeiende open haard maakte veel goed.

De volgende dagen werd het kouder en kouder. Alle rivieren vroren dicht en ze zagen door het raam steeds minder dieren. Toen begon het sneeuwen. De dakspanten kraakten onder het gewicht van een dik pak sneeuw. Er lag een dikke witte deken over het landschap. De wereld ging in winterslaap.

De oude man sliep ook steeds meer. De lange tocht om hout voor de open haard te halen had hem geen goed gedaan en de kou was in zijn longen gekropen. Dagenlang al lag hij hoestend op bed. De houtstapel slonk snel en de dag dat er hout gehaald moest worden kwam rap naderbij.

‘Het ziet er naar uit, zoon,’ zei de oude man tussen het hoesten door, ‘dat je deze keer alleen op pad moet om een boom te kappen. Je kent de weg naar de open plek goed en je bent de afgelopen zomer gegroeid en sterk geworden. Ik weet zeker dat je alleen ook een boom kunt vellen.’

De jongen knikte ernstig. ‘Geen zorgen vader.’ Hij zette een dampende mok kruidenthee naast zijn vader en een plank met een stevig stuk brood. ‘Ik ben vanavond voor zonsondergang terug.’ Hij zette zijn muts op, trok zijn mantel om zich heen, stak zijn bijl in zijn riem en vertrok. Door het raam zag de oude man zijn zoon het bos inlopen. De slee trok diepe sporen in het witte landschap.

Het duurde niet lang voordat de zoon zijn tenen niet meer voelde. Het was deze keer zoveel kouder dan de vorige keer en door de diepe sneeuw kwam hij langzaam vooruit. Hij was al uren onderweg en nog steeds was hij niet erg diep in het bos. Een koude noordenwind was opgestoken en floot door de kale takken om hem heen. De wind sneed dwars door zijn mantel. Hij rilde. ‘Waarom zou ik helemaal naar de open plek lopen?’ mompelde hij tussen gebarsten lippen door, ‘terwijl het hier vol prachtig hout staat.’

Toch zette hij door. Hij ploegde door de sneeuw die zelfs diep in het bos nog een dik pak vormde. De ijskoude wind joeg de sneeuw op in hoge duinen, alsof de winter moedwillig een barricade voor hem opwierp.

‘Sneeuwkoningin,’ mompelde hij voorovergebogen in de wind. ‘Sprookjes! Wie gelooft zoiets? Volgend jaar word ik zestien.’ En met dat besef, kwam een vastberadenheid in hem boven die hij niet eerder gevoeld had. Hij rechtte zijn rug en sloeg de sneeuw van zijn schouders. Hij keek om zich heen. Overal bomen. De jongen trok de bijl uit zijn riem en liep op een middelgrote es af. Hij legde zijn hand op de stam. Naast de boom stond hij uit de wind en alhoewel hij nog steeds koud was, voelde het een stuk minder scherp. ‘Sprookjes,’ zei hij nogmaals. Hij deed een stap naar achteren en haalde uit met zijn bijl. Die sneed diep in het hout. De klap maakte de sneeuw los die zich op de takken van de boom verzameld had en ineens stond hij in een sneeuwbui. Hij schudde de sneeuw lachend van zich af en ging aan het werk.

Uren later keek de oude man nog steeds uit het raam naar de bosrand, die in de vallende nacht steeds minder goed te onderscheiden was van de oprukkende duisternis. Hij kuchte. Een eerste ster flakkerde tevoorschijn in de hemel boven het bos.

Lid sinds

1 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

O nee hè? Eigenwijs joch van vijftien... Wie was Aki en wie was Haru? (Misschien zijn ze al vaker opgevoerd als personage, maar ik ben nieuw op het forum.) Ik neem aan dat dit een Aziatisch (Japans?) verhaal is? In ieder geval een solide wintersprookje, klaar om voorgelezen te worden bij een loeiende openhaard met een kop warme kruidenthee...

Lid sinds

3 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Yuki Onna zeker?

Wat een prachtig verhaal. Ergens wel frustrerend, want het lijkt of de krent uit de pap is gehaald. (Ik moet denken aan yada yada uit Seinfield.) Wel mooi, want je laat het over aan de fantasie van de lezer.

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Sakura, leuk weer iets van je te mogen lezen. Het was natuurlijk te verwachten dat de zoon toch een verboden boom omhakt, maar je vertelt het mooi. Het einde kunnen we als lezer wel invullen. Graag gelezen.

Lid sinds

2 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

 

Hallo Sakura, heel prettig leesbaar verhaal met onvermijdbaar einde. Ik vind de namen uit de titel wat verwarrend omdat je in het verhaal zelf steeds schrijft over de vader en de zoon zonder namen te noemen. Ik had de hoop dat de mysterieuze Aki en Haru de zoon nog op het laatste nippertje zouden redden.

 

Lid sinds

6 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

 

Wat een solide en overtuigend sprookje Sakura, alsof het er altijd al was en je het alleen nog moest schrijven. Met de koude, het landschap, de barre tocht en twee naamloze hoofdpersonen zet je een verstild sprookje neer. De vader die het ijs uit zijn zoon veegt, de dakspanten die kraken onder het gewicht van de sneeuw; mooie beeldende details. De spanning bouw je zonder veel woorden op, door die waarschuwende zin in het begin, ‘Wie die omhakt, wordt door haar meegenomen in de eeuwige nacht,’ de toenemende kou en de zieke vader. En een fijn open einde. Een tip, je schrijft; ‘Het was een kou die in je botten ging zitten.’ Schrijf hier toe naar je personages, en niet over ‘je’. Bijvoorbeeld; ‘Het was een kou die hen tot op het bot verkilde.’  Misschien heb je meer van dit soort zinnen, en kun je deze ook aanpassen. Hiermee maak je de tekst sterker.

 

Lid sinds

1 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Leuk verhaal Sakura, een paar dingetjes die me opvielen. Omdat de slee leeg is kan die geen diepe sporen in de sneeuw trekken. Overdaad schaadt. In een paar pennenstreken beschrijf je al de kou en de ontbering, dat is goed gedaan. 

Al met al graag gelezen.

 

Lid sinds

2 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@Martinez, de vader was Aki en de zoon Haru, als je het tenminste strikt chronologisch bekijkt. Maar goed, men zegt ook wel eens dat het kind de vader van de man is, dus andersom is hier ook verdedigbaar. De kip en het ei and all that.

@Musonius, de sneeuwvrouw komt met vele namen, maar ik dacht hier toch eerder aan een personificatie van Fuyu zelf,  in de stijl van Hans Christian Andersen.

@Fief, natuurlijk was het te verwachten. Het is een sprookje nietwaar?

@Lizette, bedankt voor het grote compliment. Ik weet het op waarde te schatten. De tip neem ik ook dankbaar ter harte.

@schrijvenisfijn, merci. De slee was erg zwaar, de sneeuw erg fijn. Ik weet het ook niet. De sporen waren diep.