Lid sinds

2 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

 #430 Voor Jerry (met herschrijf)

 

Herschrijf

Anja en ik nemen dagelijks dezelfde tram. Ze is mooi met haar glanzend zwarte lokken en helblauwe ogen. Ze kleedt zich altijd in vrolijke kleuren. Vroeger praatten wij ronduit samen. De laatste tijd is ze erg stil en in zichzelf gekeerd. Ontwijkt ze mij of is het puur toeval dat ze niet meer naast mij komt zitten op de tram? De bonte kleren heeft ze ingeruild voor grijze en zwarte tinten. Ze is ook erg bleek, slaapt ze wel voldoende? Toen ik haar erover aansprak, wimpelde ze mij af. Ze zei dat ze een moeilijke periode doormaakte en graag ongemoeid werd gelaten.

Ze staat alsmaar moedelozer voor zich uit te staren op het perron. Ik schrok toen ze afgelopen week op de sporen sprong en een steen opraapte. Gelukkig ging ze meteen terug aan de kant. Ik wilde haar hierover aanspreken maar besloot te respecteren wat ze gevraagd had. Sindsdien stopt ze dagelijks een steen in haar jaszak.

In de klas vraagt iedereen zich af wat er met haar aan de hand is, ook de leraren vragen haar geregeld om bij de les te blijven. Gisteren viel ze flauw tijdens de turnles. De leraar droeg haar naar de ziekenboeg. Onze klastitularis zei dat Anja voor een tijdje afwezig zou blijven. Tijdens de pauze vraag ik hem: “Wat scheelt er aan Anja?”
“Niets erg, ze is voor nader onderzoek opgenomen in het ziekenhuis.”
“Zou ik haar mogen bezoeken?”
“Dat mag je zeker, Lena. Anja zal jouw gezelschap op prijs stellen. Als je gaat, wens haar dan het beste van onze ganse klas.”

In de hal van het ziekenhuis staat een grote bloembak met witte kiezelstenen. Ik weet niet wat mij bezielt en stop een steen in mijn zak. In haar kamer is het halfduister. Anja zit op een stoel naast het bed, staart naar het scherm en kijkt niet eens op als ik binnenkom. Ik kuch en zeg haar naam. Ze kijkt nu weg van het scherm: “Oh, sorry, ik dacht dat je iemand van het personeel was. Lena, wat leuk je te zien.”
“Vind je het niet erg dat ik zomaar kom binnenvallen? Je hebt de groeten van de hele klas en ik heb dit meegenomen voor je.” Ik geef haar de steen.
Anja’s ogen schitteren. Het is net of alle zorgen van haar afvallen en ze weer opbloeit.
“Dank je hartelijk, dit is het mooiste cadeau dat ik ooit van iemand kreeg. Hoe weet je dat ik zo van stenen hou?”
“Ik zag hoe je keien opraapte aan de tramsporen.”
“Dat klopt. Door die stenen denk ik aan Jerry. Hij was mijn beste vriend. Hij studeerde aan de technische school en liep stage bij een bouwbedrijf. Een maand geleden  werd hij op weg naar school op zijn fiets door een vrachtwagen gegrepen. Hij was op slag dood. Wij hadden nog maar net samen zijn zeventien jaar gevierd.”
“Wat erg en spijtig voor je. Heeft iemand je geholpen en getroost na het ongeluk?”
“Neen, wij hielden onze vriendschap voor iedereen verborgen. Zijn ouders hebben het niet breed. Dat merkt men aan zijn graf. Het is een simpele grafzerk maar wel met een mooie foto van hem. Voor de zerk ligt er enkel aarde. Na schooltijd ga ik langs het kerkhof en leg iedere dag een kei op het graf. Dat is mijn manier om hem nooit te vergeten.”
Ik slik en bedwing mijn opwellende tranen. Ze glimlacht.
“Zal ik deze steen straks naar Jerry brengen?”
“Zou je dat willen doen, Lena? Heerlijk, ik moet hier nog een weekje blijven. Jerry en ik hadden het zo goed samen. We hadden net alle moed verzameld om onze ouders, familie en vrienden te laten weten hoe graag we elkaar zagen. Jij zou de eerste geweest zijn aan wie ik het ging vertellen. Ik zal je uitleggen hoe je zijn graf kan vinden.”
Bij het afscheid omhelst ze mij teder.

De tram brengt mij naar het kerkhof. Ik vind het graf en tel de stenen. Mijn steen is de zeventiende in rij, de leeftijd van Jerry. Bij het terugkeren raap ik enkele stenen tussen de tramsporen. Die breng ik morgen naar het graf samen met een ruiker bloemen.

000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000

Eerste versie

Niet elke dag, maar vandaag vergezel ik Lena, mijn oudste dochter, op haar tramrit naar school.  Als we naar de halte stappen wijst ze naar een meisje dat dezelfde richting uitgaat.
“Dat is Anja, ze zit bij mij in de klas”, zegt Lena.
“Praat je niet met haar als jullie samen de tram nemen?” vraag ik.
“Neen, paps, Anja is heel vreemd, dat zal je dadelijk wel merken.”
Op het zebrapad steekt Anja ons voorbij zonder ons aan te kijken. Ze is wat sjofel gekleed, heeft een bos wilde bruine haren en loopt op groene espadrilles. Niet meteen het schoeisel dat je draagt in de herfst.
Als we ter hoogte van de abri van de tram komen, staat Anja midden op de tramsporen. Ze raapt een kei op en stopt hem in de zak van haar versleten jeans.
“Dat is wat ik bedoel, pa”, zegt Lena. “Op school praat ze met niemand. Ze lijkt wel doofstom. Elke dag neemt ze een steen mee, die ze op de schoolbank deponeert tijdens de lessen. Iedereen weet het, maar niemand durft er haar iets over te vragen. Ze zit achteraan in de klas. De leraren hebben haar steen nog niet opgemerkt en als er een naar achter komt stopt ze de kei snel weg. Blijkbaar heeft ook nog geen enkele leerling iets gemeld. Niemand durft het aan. Ze boezemt angst in en al bij al doet ze er niemand kwaad mee.”
Lena en Anja stappen af. Ik heb nog enkele haltes te gaan. Door het venster zie ik hoe Lena enkele meters achter Anja aanloopt.

“Hoe is het nog met het stenenmeisje?” vraag ik aan Lena bij mijn thuiskomst van het werk.
“Niet al te best”, antwoordt Lena. “Ze was blijkbaar verstrooid vandaag en had niet gemerkt dat de leraar natuurkunde achter haar stond in de klas en de kei opmerkte. Toen hij vroeg of ze misschien stenen verzamelde en wat dat te betekenen had, kreeg ze plots een aanval van epilepsie waarbij zij het bewustzijn verloor. De leraar en een leerling hebben haar naar de ziekenboeg gedragen.  Ik weet niet wat er verder gebeurde. Wij hebben Anja vandaag niet meer gezien.”

Akkoord, ik ben nieuwsgierig van aard, maar vooral omdat Lena erg onder de indruk leek van het gebeurde, bel ik naar de directie van haar school. De directrice meldt me dat Anja ok is maar een tijdje afwezig zal blijven. Ze is opgenomen in de psychiatrische afdeling van het lokale ziekenhuis. Roos, een oude schoolvriendin werkt op die afdeling. Ook buiten de jaarlijkse klasreünies zie ik haar nog regelmatig in het dorp. Ik trek mijn stoute schoenen aan en ga naar het ziekenhuis. Roos heeft dienst en weet dat Anja werd opgenomen. Onder het voorwendsel dat Anja een goede vriendin is van Lena staat ze mij toe haar te bezoeken.

In de ziekenhuishal staat een echte boom in een grote bloembak. Aan de voet van de boom liggen grote witte kiezelstenen. Ik weet niet wat mij bezielt en stop een steen in mijn jaszak.  In de kamer is het halfduister. Anja zit op een stoel naast het bed, staart naar het scherm en kijkt niet eens op als ik binnenkom. Ze maakt een moedeloze indruk. Ik kuch en zeg haar naam. Ze kijkt nu weg van het scherm: “Oh, sorry, ik dacht dat u iemand van het personeel was.”.
“Ik ben de vader van Lena. Zij wenst je veel beterschap.”
“Ja, ik herken u, u stond toch samen met haar aan de tramhalte.? We gaan altijd samen naar school. Dat vind ik wel fijn.”
“Kijk, ik heb dit voor je meegenomen.” Ik geef haar de steen.
Haar ogen schitteren. Het is net of alle zorgen van haar afvallen en ze weer open bloeit.
“Dank u hartelijk, dit is het mooiste cadeau dat ik ooit van iemand kreeg. Hoe weet u dat ik zo van stenen hou?”
“Ik zag hoe je een kei opraapte aan de tramsporen en Lena vertelde mij dat je er elke dag een op je schoolbank legt.”
“Dat klopt. Door de steen denk ik aan Jerry. Hij was mijn beste vriend. Hij studeerde aan de technische school en liep stage bij het bouwbedrijf op het bedrijvencentrum. Twee maanden geleden  werd hij op weg naar school op zijn fiets door een vrachtwagen gegrepen. Hij was op slag dood. Wij hadden nog maar net samen zijn zeventien jaar gevierd.”
“Wat erg en spijtig voor je. Heeft iemand je ooit geholpen en getroost na het ongeluk?”
“Neen, wij hielden onze vriendschap voor iedereen verborgen. Zijn ouders hebben het niet breed. Dat merkt men wel aan zijn graf. Het is een heel simpele grafzerk maar wel met een mooie foto van hem. Voor de zerk ligt er enkel aarde. Na schooltijd ga ik langs het kerkhof en leg iedere dag een kei op het graf. Dat 
is mijn manier om hem nooit te vergeten.”
Ik slik en bedwing mijn opwellende tranen. Ze glimlacht.
“Zal ik deze steen straks naar Jerry brengen?”
“Zou u dat willen doen? Heerlijk, ik moet hier nog een weekje blijven. Jerry en ik hadden het zo goed samen. We hadden net alle moed verzameld om onze ouders, familie en vrienden te laten weten hoe graag we elkaar zagen. Ik zal je uitleggen hoe u zijn graf kunt vinden.”
Bij het afscheid krijg ik een warme omhelzing. Heeft iedereen zich in haar vergist?

De tram brengt mij naar het kerkhof. Ik heb het graf snel gevonden en tel de stenen. Mijn steen is de vijfenvijftigste in rij. Bij het terugkeren raap ik zeven stenen tussen de tramsporen. Die breng ik morgen naar het graf samen met een ruiker bloemen.

 

 

Lid sinds

2 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ik weet het niet Schmetterling, ik heb het gevoel dat het verhaal niet helemaal uit de verf komt. Persoonlijk vind ik de stemmingswisseling van het meisje wat abrupt. Je zet haar neer als vreemd en een einzelganger en dan wordt ze ook nog opgenomen. Dat versterkt het beeld. Maar in het ziekenhuis lijkt ze ineens helemaal normaal. 

De laatste paragraaf vind ik mooi. Dat zal het meisje wel kunnen waarderen.

Grtz,
Taco

Lid sinds

3 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hey S, ik ben het eens met taco, je zit op een erg sterk emotioneel verhaal, maar ergens vertel je teveel, waardoor je als lezer afhaakt (of tenminste ik) de dialogen kloppen niet, iets meer tonen en minder vertellen? De lezer zelf de spanning en emotie laten voelen? 

Ik volg de suggestie, laat het meisje speciaal blijven, dat gaat het sterker maken (maar hoe... dat doe je zelf :)

Originele insteek met de stenen!

 

Lid sinds

3 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Die coach ben ik niet :-). Toch even een suggestie. Je verhaal bestaat nu uit 943 woorden. Wat als je het zou herschrijven met een limiet van de helft daarvan, 470 woorden? Ik vermoed dat je verhaal daardoor veel krachtiger gaat worden.

Cheers!
Martin

Lid sinds

9 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Schmetterling,

Ik ben ook geen coach, maar als ik toch zo brutaal mag zijn. De persoon Jerry komt nu redelijk uit het niets, nadat er al sprake was van een opname. Het geeft mij een beetje het idee dat er heel veel bij wordt gehaald, waardoor het lastig wordt om mee te leven met het rouwende meisje. 

Vind het begin wel sterk, ook met de dialogen. Uitgangspunt is leuk, uitwerking kan denk ik beter. Maar dat zal de coach ongetwijfeld nog veel beter kunnen toelichten.

Lid sinds

2 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@Martin: nu wij eindelijk eens uit de bol mochten gaan met het woordenaantal vind jij dat ik het met de helft aan woorden ook kon klaarspelen. Bij het lezen van dikke turven betrap ik mij er zelf ook wel eens op om grote delen tekst over te slaan wanneer de schrijven ellenlange beschrijvingen geeft van bv. landschappen. Net als Fief in haar commentaren deze week al aangaf ben ik zelf ook eerder voorstander van een woordlimiet bij de opdrachten. 
@Virtuosu, dank je om te reageren. Benieuwd wat de 'echte' coach te zeggen heeft. 

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Schmetterling, voor mij begint het verhaal pas bij de zin "in de hall van het ziekenhuis ..." (hal moet overigens met één l, hall is Engels). Vanaf daar trek je me in het verhaal. 

Na schooltijd ga ik langs het kerkhof en leg iedere dag een kei op het graf. Dat
is mijn manier om hem nooit te vergeten.” 

In dit stukje zit een enter waardoor de zin niet aansluit. 

Lid sinds

2 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

@ Fief, dank voor de reactie. Ik begrijp wat je bedoelt dat het verhaal vanaf de ziekhuishal pas begint te boeien, maar ergens moet ook een inleiding geschreven worden en bijvoorbeeld een beschrijving van de stenenraapster gegeven worden. De zin die niet aansloot vond ik niet op dezelfde manier terug bij het bewerken. Er klopt toch ergens iets niet bij het overplaatsen van teksten. De gepubliceerde tekst is nooit helemaal gelijk aan de tekst die wordt weergegeven bij het bewerken. 

Lid sinds

5 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Goede avond Schmettering

Normaal fladder je door je verhaal, maar dat is nu niet het geval. Hoewel ik niet overtuigd ben dat het te maken heeft met het niet instellen van een limiet van woorden, zal ik dat volgende keer wel weer opleggen.

Ik vind het verhaal in essentie goed, maar er mangelt hier en daar iets:

- de opbouw van het verhaal zit niet helemaal zoals het zou kunnen zijn: je start met een veel te lange intro en je gebruikt hier erg veel woorden om niet zoveel te zeggen

- het getroebleerde meisje Anja: daar lijkt vanalles mis mee: weinig middelen (sjofel gekleed), vreemd (op zichzelf gekeerd), een epilepsie-aanval en ee psychiatrisch probleem. Dat is al heel wat. In feite, dat komt op het einde tot uiting heeft het kind ontzettend veel verdriet, zit ze in een rouwproces.

- het is wat ongeloofwaardig dat een directie dit soort info zou prijsgeven, laat staan het ziekenhuis, dus daar kan je beter een andere twist aan geven 

Ik probeer even een oplossing voor te stellen:

- Maak je intro levendiger (nu is het en ik neem niet vaak de tram, maar nu doe ik dat wel eens een keer en ja hoor, mijn dochter reist niet alleen, maar er zit een vreemd schepsel uit haar klas op dezelfde tram) Maak dit levendiger, eventueel met een spanning dat je wel eens benieuwd bent een traject met je dochter of te leggen en de kans te krijgen lasgenoten te ontmoeten.

- Voor de intro van het zielige meisje Anja. Waarom zou de dochter zich bijvoorbeeld niet gewoon beklagen dat Anja, zich sinds kort vreemd gedraagt: ze praat nog amper en raapt dagelijks stenen op. Daarmee kan je al een eerste clue geven in de spanningsopbouw die tot het einde leidt.

- Het deel over directie etc: laat dat maar vallen. En stap het ziekenhuis in, niet als vader, maar bib. als verpleger; dokter, voogd of wat dan ook 

- Voor het dialoogje op het einde: Anja is aan het woord en ze wordt niet onderbroken. Doe dat gerust. vb. 'die Jerry moet wel erg bijzonder voor je geweest zijn' en dan reactie daarop. Hier kan je zeker ook sfeer en emotie inbrengen en even weggaan van het 'tell'.

Ik blijf er bij dat de insteek erg goed is, ook het idee van dat het meisje door een vreemde inspanning ervoor zal zorgen dat het graf een originele zerk zal hebben. In feite leg je een heel emotioneel verhaal neer. Schrap, vul aan, blijf bij de essentie en dan wordt dit een stevig verhaal.

Kan je iets aan met mijn bemerkingen?

Johanna

 

   

Lid sinds

2 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Johanna, ik heb jouw feedback ter harte genomen en het verhaal herschreven. Graag een tweede opinie waarvoor dank bij voorbaat.

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Goeie herschrijf, Schmetterling. Hier en daar mogen de zinnen nog wat strakker, maar er zit al veel meer structuur in. Graag herlezen. Een paar dingetjes: 

Ik schrikte ---> ik schrok

wat er met haar aan de gang is ---> wat er met haar aan de hand is

In de ziekhuishal --> ziekenhuishal. Mooier vind ik: in de hal van het ziekenhuis

en ze weer open bloeit. ---> opbloeit