Lid sinds

6 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

# 380 Zoetigheid in barre tijden

 

De sneeuwkoningin

Liselot kan haar geluk niet op. Ze is op weg naar de Jumbo, die veel verder ligt dan haar school, waar ze nooit alleen naar toe mag lopen. Dat ze nu opeens wel alleen op straat is, heeft te maken met het appje van oom Gerard waarin hij liet weten dat tante Suus en hij straks op visite komen en dat ze, als het niet al te lastig is, ook blijven eten.
   Haar vader keek vrolijk toen hij het bericht voorlas, maar toen haar moeder daarna bits opmerkte dat zijn broer het niet kon maken om zichzelf op het laatste moment bij ons uit te nodigen, was hij met een kwaad gezicht naar boven gegaan. Waarom moeder toch nog met een rood aangelopen gezicht in de Allerhandes van de laatste tien jaar was gedoken, terwijl ze had gezegd dat ze boerenkool met worst zouden gaan eten, was Liselot een raadsel.
   
 Door al dat gedoe had niemand in de gaten dat het was gaan sneeuwen. De wereld was zo wit dat het niet anders kon dan dat de winterkoningin op aarde was geland. 
    Met haar moeders portemonnee in een slappe tas onder haar arm liep Liselot door een wereld die was bekleed met een smetteloos wit tapijt.  De vluchtige vlokjes die haar wang beroerden leken op kusjes van de ijsvlinder en boven haar keek de  maan majesteitelijk naar de sterren die tintelden van de binnenpretjes. Maar het meest vreemde aan dit alles was de stilte waarmee de wereld dit witte kleed aantrok.        
    Alles om haar heen was zo perfect dat Liselot zou hebben geprobeerd haar eigen voetsporen uit te wissen, als een ontelbare hoeveelheid vergevingsgezinde vlokjes haar niet steeds voor waren.
    Ze was het liefst de hele nacht door blijven lopen, maar het gele licht van de supermarkt kwam in zicht en haar moeder had gezegd dat ze bijna gingen sluiten. 
    
 Er was verder niemand in de winkel en ze stond al snel weer buiten met het pak suiker, de eieren en rozijnen die haar moeder voor de tulband nodig had.
   
Ze liep onder het oranjerode licht van de straatlantaarns door omdat ze anders niet kon zien waar de stoep eindigde en de straat begon. Net toen ze dacht dat ze de vlokken hoorde zuchten als ze op de grond vielen, klonk er een luide schreeuw. ‘Au, au, au. Verdorie. Shit. Is daar iemand? Help!’
    
Het was inmiddels al behoorlijk donker en het duurde even voordat Liselot iets op straat zag liggen. Ze stapte er zo snel als de diepe sneeuw dat toeliet naar toe. Pas toen ze heel dichtbij was, zag ze wie het was. Haar juf!
    
De vrouw die haar gisteren nog in de hoek had gezet omdat ze een klasgenootje met rekenen wilde helpen, was inmiddels rechtop gaan zitten. De pinnige ogen waarmee ze dwars door iemand heen kon kijken, stonden dof. Ze had appels gekocht want die waren verspreid om haar heen in de diepe sneeuw gedoken. Verlegen begon Liselot ze op te rapen.
    
‘Liselot? Zie ik het goed? Ben jij het?
  
 ‘Ja, juffrouw.’
    
‘Ach, wat een geschenk. Kun je me helpen met opstaan?’
     Liselot aarzelde. De juf was niet dik, maar wel lang. Als ze doorliep zou ze dat na de kerstvakantie moeten bezuren. Er verder over nadenken had geen zin. De juf had haar hand al gepakt. Liselot zette zich schrap en leunde achterover. Dat werkte. De juf kwam als een feniks uit de sneeuw omhoog. Alleen haar stem bleef ongewoon.
  
 ‘Dank je. Dat was op het nippertje.’
    Liselot had geen idee wat haar juf daarmee bedoelde want er was in de hele omtrek geen fiets, rijdende auto of hond te bekennen. Toch knikte ze beleefd.
   
 ‘Het valt niet mee als je pijn hebt en alles alleen moet doen.’
    Liselot keek verbaasd. ‘Alleen juf? Bent u alleen?’
   
 ‘Ja, meisje, mijn man is vorige week overleden.’
   
 Liselot dacht snel na. ‘Weet u al wel wat u met kerst gaat eten?’
    
Nu keek de juf verbaasd. ‘Wat ik ga eten? Ik denk een boterham met kaas.’
    
De juf keek daarbij zo zielig dat Liselot haar net bedachte plannetje doorzette.
    
‘Dan weet ik het goed gemaakt. U gaat met mij mee. Wij eten stamppot en mijn ouders kunnen wel een verzetje gebruiken.’
    
Er verscheen een twinkeling in de verdrietige ogen van de juf en de witte adem die ze uitblies kreeg de vorm van een hartje.

                       

             

           

           

 

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Carneli, een mooi gebaar van het meisje om haar juf uit te nodigen. Het deed me denken aan de reclame van Plus. Mooi verhaal, graag gelezen.

Ik vroeg me wel af hoe oud het meisje is. Ze mag normaal niet alleen naar de winkel, dus ik vermoed dat ze nog in de onderbouw van de lagere school zit. De zin ‘Dan weet ik het goed gemaakt. U gaat met mij mee. Wij eten stamppot en mijn ouders kunnen wel een verzetje gebruiken.’ lijkt dan voor mijn gevoel niet bij de leeftijd van het meisje te passen. Zou zo'n jong kind daar echt over nadenken of het gewoon spontaan voorstellen?
'Goh wat zielig voor u, juf, kom lekker bij ons stamppot eten. Wij hebben genoeg.' (of zoiets)

Lid sinds

3 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ha Carneli,

Lieflijk, heerlijk kneuterig verhaaltje. Echt passend bij de kerst. (Op het woord 'shit' na, natuurlijk.)

Lid sinds

2 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Schattig verhaal Carneli, plichtsbewust en lief! 

Mooie beschrijvingen ook! Fan van de feniks en de  - bijna - zuchtende sneeuwvlokken.