#380 - Thuiskomen

Door bewegen blijf je warm, dus hield ik mijn stuur afwisselend met mijn linker- en rechterhand vast en boog en strekte de vingers van mijn vrije hand. De wind was zo snerpend koud dat ze door mijn veel te dunne handschoenen heen blies. Had ik maar mijn andere handschoenen aangedaan. De gewatteerde dikke paarse met grote witte letters. Niet echt hip, maar niemand zou ze nu zien. Mijn bovenbenen leken bevroren. Ook door mijn spijkerbroek heen sneed de scherpe wind.

Ik wilde sneller gaan. Het was de intense kou die me opjoeg, niet de behoefte om zo gauw mogelijk thuis te zijn. Mijn gedachten waren nog bij de avond die achter me lag.

In de verte zag ik de lichtjes van de bebouwde kom. Nog tien minuten en ik was weer in de bewoonde wereld.

 

Mijn moeder lag in haar grijze ochtendjas van zachte fleece op de bank. Over haar voeten en onderbenen een gehaakte deken in granny style; felgekleurde gehaakte blokjes die aan elkaar waren genaaid.  Ze werd wakker toen ik binnenkwam. De verwarming stond blijkbaar nog hoog, de warmte sloeg in mijn gezicht.

Irene!’ Ze kwam verschrikt overeind alsof ik jaren weg geweest was. ‘Daar ben je. Wat ben ik blij dat je er bent. Och meisie. Ik maakte me al zorgen. Zal ik even wat te drinken voor je maken?’

Ik voelde me weer klein. Zo wilde ik me helemaal niet voelen. Ik mompelde iets in de geest van ‘maak zelf wel wat’, maar ze was al opgestaan en naar de keuken gelopen. Haar wollen sloffen maakten een slepend geluid over de gemêleerde plavuizen. De eiken meubels die al vele jaren een vertrouwd gegeven waren, maakten opeens een belachelijk ouderwetse indruk.

Was het gezellig bij Meike? Wat is het koud, he?" Het werkwoord ‘ratelen’ kon door haar toedoen zijn uitgevonden. Eigenlijk kwam me het me niet slecht uit dat ze maar aan één stuk door bleef praten en nauwelijks een antwoord verwachtte. Ik hoefde niets te vertellen, voelde me geen verklaring schuldig voor het feit dat het zo laat was geworden.

Ik pakte de deken, vouwde hem dubbel en spreidde hem over mijn eigen benen nadat ik op de fauteuil was neergeploft. Terwijl mijn moeder uitgebreid verslag deed van het televisieprogramma dat ze die avond had gezien en warme chocolademelk voor me neerzette dacht ik aan andere dekens. En aan het lichaam dat ik daaronder gevoeld had. Zo zacht, zo onmenselijk glad en perfect. Echt en onwerkelijk tegelijk. Ik dacht aan het gloeiende gaskacheltje waar we eerst voor hadden gezeten, allebei met een glas thee, ongemakkelijk heen en weer schuivend en pratend over ditjes en datjes. Het kleine huisje met de roze muren en het witte, hoogpolige vloerkleed waarop de kat lag te spinnen. Als ik kon spinnen had ik het ook gedaan, mijn neus in haar nek gestopt.

Meike.

De intense kou buiten had in hevigheid niet ondergedaan voor de innerlijke warmte, de hitte, die me bij haar was overvallen.

Mijn moeder mocht me dan als een kleuter vertroetelen, ik was nu volwassen.

 

 

 

 

 

Lid sinds

5 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Wies, welkom op het forum. Dat het koud is, beschrijf je erg uitvoerig. Dat zou naar mijn idee ook met minder zinnen kunnen. De relatie van de hp met haar moeder is blijkbaar moeizaam. Ik zou misschien daar iets meer over schrijven. De belangrijke gebeurtenis voor de hp leest nu een beetje als mosterd na de maaltijd. Daar zou je ook nog iets meer mee kunnen doen. 
Het is een leuk verhaal, maar je kunt er een meer pakkend verhaal van maken, denk ik. Ik zou het bijvoorbeeld wel verrassend vinden als die kou de hp juist niet deerde. Ze heeft net een voor haar indrukwekkende ervaring achter de rug. 
Morgen verschijnt de nieuwe opdracht. Ik kijk uit naar jouw inzending.

Had ik maar mijn andere handschoenen aangedaan. De gewatteerde dikke paarse met grote witte letters. Niet echt hip, maar niemand zou ze nu zien. ---> deze zin voegt niets toe. Eigenlijk zou je ook de eerste alinea weg kunnen laten en beginnen met de alinea erna: Het was donker. 
Daarin lezen we ook dat het koud is. Maar die kou is voor mijn gevoel niet het belangrijkste onderdeel van het verhaal, maar daar besteed je wel de meeste woorden aan. 

Ik mocht hier eigenlijk niet komen. Op de bordjes stond ‘verboden na zonsondergang’. Ik zou de eerste niet zijn die een bon of een vermaning kreeg van de boswachter, maar het weer was zo guur dat omfietsen geen optie was. 

Het bordje met de tekst zegt al genoeg, de zin over de aanmaning voegt niets toe en we weten al dat het slecht weer is. Dit stukje zou je ook in één zin kunnen zeggen. Bijvoorbeeld:
Het bordje "Verboden na zonsondergang" negeerde ik, omfietsen was nu geen optie.

Laatste zeurtje: de titel van jouw verhaal (Thuiskomen) hoort eigenlijk in de balk waar nu Winterse vertelling staat. Dat is de titel van de opdracht. Die hoef je niet te vermelden, alleen het nummer van de opdracht en daarachter jouw eigen titel.

20 december 2021 - 11:47

Lid sinds

5 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Bovenaan je verhaal zie je een knop "bewerken". Daarmee kun je de titel vrranderen en wijzigingen in je tekst aanbrengen. Je verhaal komt dan wel weer onderaan te staan. Dat kun je voorkomen door eerst de veranderingen toe te passen en na het opslaan nog een reactie te plaatsen.

In je reactie is het handig om de naam te noemen van degene waarop je reageert.

21 december 2021 - 12:15

Lid sinds

3 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Hallo Wies, ik begrijp waar je naartoe wilt met je verhaal. 

Toch lukt het me niet om de aandacht erbij te houden tijdens het lezen. Als feedback krijg ik telkens "schrappen". Ik denk dat dat jouw verhaal ook zou helpen.

Misschien kun je wat eerder in het verhaal de nadruk leggen op het contrast tussen de warmte van de liefde en de kou van de winter en de moeder. 

Nogmaals, ik vind het idee van het verhaal goed gevonden en erg leuk!

Groet Meri 

21 december 2021 - 17:12