Lid sinds

6 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

#374 Angst voor het onbekende

 

 

 

'Het is me tot nu toe gelukt wakker te blijven, maar...'

Psychiater Wilkens tikte peinzend met het potlood tegen zijn tanden en staarde langs de jongen heen die tegenover hem zat de tuin in.

'U gelooft me niet,'zei hij op bittere toon.'U denkt dat ik gek ben '

'Vind je het goed als ik er iemand bij haal die hier meer thuis in is? '

'En weer mijn hele verhaal vertellen? '

'Jongen, ik wist van tevoren niet waar het heen ging. Anders had ik haar er gelijk bij gehaald. Hij stond op.'Wil je iets drinken.

'Graag,,,iets van fris als u heeft. '

Wilkens liep naar de deur, opende die en draaide zich om.'Ik ben zo terug, met wat drinken en met Anna. '

 

'Hij ziet er normaal uit,'merkte Anna op, Ze stond naast Wilkens en sloeg de jongen gade.

'Zijn verhaal is dat niet, 'antwoordde hij. 'Ik moest gelijk aan jou denken. '

Anna haalde haar smalle schouders op.'Okay, ik ga naar binnen.Ben nieuwsgierig naar wat hij heeft te vertellen. '

Ze nam de cola en de beker over van Wilkens en duwde met haar elleboog de deurkruk naar beneden. Ze liep de kamer in, achter haar viel de deur dicht.

Ze overbrugde de paar meter met een paar flinke stappen en zette de cola en beker voor de jongen neer. Toen stak ze hem haar hand toe.'Hallo, ik ben Anne de Vries.'

'Ik ben John Boomsma. En ik ben niet gek. '

Anna zag zweetdruppels op zijn voorhoofd.'Maar ik ben bang dat ik mijn verstand verlies. '

'Ik kan je alleen maar helpen als je me alles verteld. '

 

'Ik kwam uit school, mijn ouders waren nog niet thuis. '

Zijn ademhaling versnelde en zijn pupillen vernauwden zich.'Toen ging mijn telefoon, een onbekend nummer. Maar ik moest opnemen. '

John begon over zijn hele lichaam te trillen en zijn hartslag versnelde.'Toen kwam het...'

Een getergde schreeuw ontsnapte uit zijn mond, hij bleef schreeuwen en schudde zijn hoofd wild heen en weer. Hij keek Anna aan, zijn ogen werden groot en hij begon te gillen.Hij sloeg om zich heen en viel met stoel en al op de grond.

'John, wat is er met je. 'schreeuwde Anna.

'Hij...hij staat achter je. '

 

 

Lid sinds

3 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hey John Doe, er zit potentieel in je verhaal! Ik weet niet of het aan mij ligt maar ik begrijp de clue niet goed. Je begint aan een spanningsopbouw over het telefoontje en ik kan dat moeilijk linken aan de persoon die hij plots lijkt te zien. Ik zou een stukje laten vallen uit je 2de zin want die leest niet vlot. Mocht je 'die tegenover hem zat' weglaten zou dat helpen. Als je langs iemand heen kijkt snap je wel dat die persoon voor hem zit. Ik denk dat bijhalen ook wel 2x aan elkaar mag geschreven worden, aangezien het werkwoord bijhalen is. Groetjes, V.