Onvoorwaardelijke liefde
# 361
Onvoorwaardelijke liefde
Eenentwintig was ik, jij vijfenveertig, en ik ontmoette je op de opening van je expositie. Ik vond je schilderijen net zo indrukwekkend als jijzelf was: kleurrijk, flamboyant, en met een ongekende diepgang. Nog geen twee dagen later lagen wij in bed, en nog nooit had ik zo'n grandioze seks gehad. Je maakte ontbijt voor me, vroeg zelfs hoe ik mijn eitje wilde.
Twee weken later trok ik bij je in, mijn gelukkigste tijd ooit. Jij stelde mij voor aan je vrienden en vriendinnen, nam mij mee naar tentoonstellingen, wij gingen uit eten, en je vertelde me eerlijk je trieste geschiedenis. Drie mislukte huwelijken, helaas ook kinderen die je nooit meer zag. Maar jij was dapper en vooral heel lief, nam bloemen, cadeautjes voor mij mee. En we gingen samen stappen in de binnenstad, ik ontmoette andere kunstzinnige mensen, een wereld ging voor mij open. Op handen gedragen werd ik door jou.
Mijn eerste blauwe oog kwam al na exact vier weken. Ik had de hele dag op je gewacht en jij kwam om half drie 's nachts thuis. Ik vroeg waar je was geweest en jouw vuist kwam als een mokerslag. Die ochtend nam jij mij wreed, ik bloedde uit mijn vagina, maar gelukkig had je mij vergeven.
Het slaan werd erger, maar niet meer op mijn ogen, gelukkig. Het waren vooral mijn borst, buik en rug die het voortaan moesten ontgelden. Maar het lag echt aan mij, ik controleerde je teveel, beknopte je in je bewegingsvrijheid als mens, maar ook als kunstenaar. Dat je voortaan nachten wegbleef, begreep ik wel. Want wie was ik om jouw groei in de weg te staan. Maar elke keer als je thuiskwam, rook je naar een andere vrouw.
Oudejaarsavond dat jaar, zat ik voor het eerst bij de Eerste Hulp met een gebroken sleutelbeen. Natuurlijk verklaarde ik, dat ik gevallen was, maar ik moest blijven. De chirurg die mij daarna opereerde keek sceptisch naar de blauwe plekken op andere delen van mijn lichaam. Twee maanden later werd ik opgenomen met een klaplong, weeral door een valpartij. Maar jij kwam bloemen brengen aan mijn ziekenhuisbed en bracht bonbons voor de verpleegsters mee, zo attent. Eenmaal weer thuis was je woedend op mij. Ik had het weer voor elkaar gekregen om jou uit je tent te lokken. Een kladloper was ik, die al meer dan een jaar van je profiteerde, slet die ik was. Maar nu ging jij de rollen omdraaien. Ik moest ook maar eens geld in het laadje brengen.
Die avond werd ik opgehaald door een vriend van je, Eddy B. In zijn geblindeerde Mercedes werd ik gereden naar een plaats in het zuiden des lands. Jij reed mee, voorin. Het bordeel heette "De zevende Hemel" en jij en Eddy werden hartelijk ontvangen door de dames. Jij stelde mij voor als hun nieuwe collega.
Ik zit hier nu zes maanden en doe dit werk. Ik doe het voor jou. Jij komt regelmatig langs en ik zie hoe je dan hoe je met een ander even naar haar kamer vertrekt. Maar ik houd vol. En ik hoop, ik hoop met heel mijn hart en ziel bij je terug te mogen keren. Want ik hou gruwelijk veel van jou...
Hoi Nelleke, dit is een zeer…
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Hoi Nelleke, dit is een zeer extreme vorm van liefde. Tot aan het bordeel is het nog geloofwaardig. Daarna zie ik het niet echt voor me. Voor mijn gevoel moeten haar ogen wel geopend zijn, voor zover ze niet dichtgeslagen zijn. Al met al een heftig verhaal. Goed gedaan.
Kladloper moet klaploper zijn.