Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#352 Verdwaald

 

Uit mijn stoel opgestaan kijk ik de kamer rond. Die leren fauteuil met al die kreukels en de donkere plekken op de armleuning ken ik. Datzelfde geldt voor de leren chesterfield bank, met de bolle armleuningen met  plooien en de knopen in zijn rugleuning. Ook het mahoniehouten salontafeltje met het glazen blad en het tijdschrijft “Gente” is niet nieuw voor me. Gente, daarin zat ik net nog gezichten te kijken. Voor het overige zegt de kamer me niet zoveel. Donker tapijt op de vloer, een buffet met een platte TV, twee kandelaars en fotootjes van mensen die ik niet ken, een ronde eettafel met een kleedje erop en een schaal met daarin twee sinaasappels en een banaan. Om de tafel staan vier stoelen, netjes aangeschoven. Verder is er nog een grote vitrinekast vol met kopjes en schotels, glazen, twee karaffen en wat flessen. Geen van de meubels en spulletjes roept iets in me wakker. Ik heb het wel gezien, ik ga weer.

De gang achter de kamerdeur is betegeld, met een versleten donkerrode loper die naar de buitendeur leidt. Voor die buitendeur ligt een kokosmatje. “Welkom”, staat daar op. Ik kan het lezen, het is dus een uitnodiging om naar buiten te gaan. Ik doe de massieve bruine buitendeur met zijn kleine matglazen ruitjes open en de wereld ligt aan mijn voeten.

Zal ik? Ik loop naar buiten, het tegelpad af, naar het tuinhekje. Naast dat hekje staat een boom in roze pracht te bloeien. “Onverwacht en plotseling stond de prunus deze morgen weer met tak en stam verborgen in een wolk van bloeseming” klinkt het in mijn hoofd. Er zijn van die zinnen die in je geheugen blijven hangen als een oorwurmdeuntje in je oor. Ik schud mijn hoofd, loop het tuinhekje uit en ga rechtsaf.

Na twintig meter blijf ik staan bij een volgend tuinpad. Dat groene hekje met de witte latjes en dat grindpad erachter komen me bekend voor. Het hekje staat uitnodigend open. Ik laat me verleiden en aan het eind van het grindpad sta ik voor een groengeverfde huisdeur. “M. de Groot” staat er op het bordje onder de bel. Niet Marlies, Chantal en Eva, maar M. de Groot. Resoluut bel ik aan.

De vriendelijke vrouw die me opendoet heb ik al eens eerder gezien. Ze heeft bruin krulletjeshaar, vrolijke ogen, een neus die een beetje aan de grote kant is en ongestifte lipppen. Aantrekkelijk. In haar oren hangen twee forse goudkleurige ringen, en ze heeft een lange, bonte japon aan.  Ze is niet klein en niet groot, ongeveer zoals ik. “Ha Peter,” zegt ze. “Kom je voor een kopje thee?”

Ik besluit het spelletje mee te spelen en zeg “ja, graag”. Wie weet waar dit toe leidt. Ze gaat me voor de gang in, naar de woonkamer. Dezelfde lichte houten vloer als in de gang, met een grijs gemêleerd tapijt in het midden, een kamerbreed kastmeubel met een televisie, boeken, spulletjes; een bank met lichtblauwe en grijze bekelding, twee bijpassende stoelen, een moderne chroomstalen schemerlamp met een bol die als een vogel boven het salontafeltje zweeft

Terwijl ik dit in me opneem gaat de bel. “Ogenblikje, Peter” zegt de vrouw, en loopt de kamer uit. Ik hoor de voordeur opengaan en een vrouwenstem zegt: “Hoi, Marlies, heb jij Peter gezien? Toen ik terugkwam was hij er niet, de deur stond open, dus ik dacht dat hij misschien het huis was uitgegaan en bij jou was beland. Niet dat ik me zorgen maak, maar met die alzheimer...”

Mijn gedachten dwalen af. Alzheimer? Zo heet mijn huisdokter toch?

 

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Bob, een mooi verhaal waarin je ons meeneemt in de wereld van Alzheimer. Mooi verwoord zonder sentimenteel te doen. Het roept het beeld van mijn vader op aan het begin van zijn dementie. Dus ja, toch eigenlijk wel met een brok gelezen. 

Die leren fauteuil met al zijn kreukels en de donkere plekken op de armleuning ken ik. Datzelfde geldt voor de leren chesterfield bank, met zijn bolle armleuningen met plooien en zijn knopen in de rugleuning. Ook het mahoniehouten salontafeltje met zijn glazen blad en het tijdschrijft “Gente” is niet nieuw voor me. “Gente”, daarin zat ik net nog gezichten te kijken.

Ik vond dit stukje wat stropen. Het veelvuldig gebruik van met al zijn/zijn/met zijn leest niet lekker.
In de laatste zin kun je "Gente" weglaten. Je noemt het blad al in de zin ervoor. "Daarin zat ik net nog gezichten te kijken." is dan voldoende. 

Je gebruikt bij de gesproken teksten dubbele aanhalingstekens. Nee, daar ga ik geen discussie over voeren, maar je gebruikt ze ook bij bijvoorbeeld "Gente". Daardoor overlaad je in mijn beleving de tekst met veel onnodige aanhalingstekens. Je kunt ook Gente schrijven en Niet Marlies, Chantal en Eva, maar M. de Groot. Of WELKOM in plaats van "welkom". Dat leest rustiger, maar dat is geheel mijn persoonlijke opvatting.

Voor die buitendeur ligt een kokosmatje. “Welkom”, staat daar op. Ik kan het lezen, het is dus een uitnodiging om naar buiten te gaan.  ---> dit zie ik niet zo voor me. Wel het matje met de tekst, maar die ligt toch niet binnen maar buiten voor de deur? Of je hp leest het op zijn kop.
De uitnodiging is dan om binnen te komen en niet naar buiten te gaan. Maar wellicht verandert die visie ook met Alzheimer.

 

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Fief, eens met je opmerking over de overmaat aan bezitytelijke voornaamwoorden in de kamerbeshcrijving. Dat kan  minder. Gente kun je weglaten, maar de herhaling heeft een functie. Zo werkt het uin een hoofd, je ziet het, herhaalt het en het krijgt een rol. Mijn beperkte toetsenbordtalenten bepalen grotendeels mijn gebruik van aanhalingstekens - ik vind de enkelvoudige trouwens toch typografische ondingen. Als ik ze tegenkom moeten ze functioneel zijn - zo'n beetje dat handgebaartje dat iedereen te pas en te onpas maakt. Ik heb er een paar weggehaald.
De deurmat ligt binnen in de gang, omgekeerd: de tekst leesbaar als je naar de voordeur kijkt. Een slordigheidje van Peter's vrouw, dat maakt dat hij op avontuur gaat.

Lid sinds

6 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Bobcom, Leuk verhaal. Verrassend ook. Totaal inleefbaar interieur.
"en een schaal waarin twee sinaasappels en een banaan liggen". Dat klinkt niet lekker. Hij herkent het niet, maar het blijft een schaal met twee sinaasappel en een banaan. Dat liggen kan weg volgens mij.
"en de wereld ligt aan mijn voeten. 
Ik besluit die wereld maar eens te gaan verkennen". Voelt een beetje als dubbelop.
"roze pracht te bloeien". Is "In roze pracht." niet genoeg?"
"dat grindpad erachter komen me bekend voor. Het hekje staat uitnodigend open. Ik loop het grindpad knersend op tot ik voor een groengeverfde huisdeur sta". Mag, wat mij betreft, wat strakker. Zelfs met, of ondanks, Alzheimer.
"Ze gaat me voor de gang in, naar de woonkamer". Ze loopt voor me door de gang naar de woonkamer?

Ik ben benieuwd of er iets zinnigs tussen zit.

 

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hallo Caroline, je reactie stemt me tot nadenken. Enerzijds kant het altijd strakker, anderzijds neig ik/mijn Alzheimeraar tot wijdlopigheid. Die sinaasappels en banaan kunnen zonder te liggen. Ook het verkennen kan weg: twee avontuurlijk impulsen is teveel van het goede. "In roze pracht" heeft voor mijn gevoel het bloeien nodig, ook als aanloop naar de dichtregels. Korter beeldend of concreter beschreven past het voor mij niet. Hekje en grindpad ben ik met je eens dat dat beter kan, moet ik nog even op broeden. De gangloop laat ik, "ze gaat me voor" vind ik meer Peter-gericht, "loopt voor me uit" is Marlies-gericht. 
Dank voor je reactie.

Lid sinds

5 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hallo Bobcom

Fijne tekst. Ik heb hem gisteren en vandaag gelezen om even te laten bezinken en na tweede lezing vind ik hem nog beter zelfs.

Je zet het goed neer, een vleugje humor en de voetmat met welkom die hij leest als ene uitnodiging om weg te dwalen is erg vindingrijk.

Vlot geschreven ook.

Dank om dit te delen.

 

Johanna  

   

Lid sinds

10 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Mooi, ik heb het graag gelezen.

Wat betreft de uitweidingen over meubels, kopjes, tijdschriften ed in de eerste alinea. Ik vind het ook wat teveel, las er dan ook snel overheen. Maar het einde van het verhaal nodigde mij uit om het begin nog maar eens te lezen met meer aandacht. Dan blijft het wat veel, maar toch zou ik het laten staan omdat het de geestesgesteldheid van de verteller aangeeft. Tja, treurig

Lid sinds

3 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Johanna, Musonius, Tony, dank voor jullie complimenten. Wie het meer dan een keer heeft gelezen bereidt mij dubbele vreugd.