#349 Rechercheur Speknek word gevisiteerd
De Kingpin heeft het hoofd van een geit. Op zijn grotesk uitpuilende buik staan occulte symbolen getekend. In mijn handen materialiseert de heilige drietand, het enige wapen dat de Kingpin zal kunnen vernietigen. Ik maak een uithaal, maar kan geen kracht achter mijn aanvallen zetten. Ik zit gevangen in een onzichtbare kubus van onzichtbaar stroop. Ik zit gevangen in een droom.
Dan word ik wakker, een proces dat niet verloopt zoals het in een film zou gaan. Ik schreeuw niet, en ik schiet niet melodramatisch overeind. Wel bonkt mijn hard op de snelheid van een dubbele basdrum. In mijn dromen visualiseer ik de Kingpin als een duivel of een monster, maar nooit als hetgeen dat hij echt is: een vadsige misdaadbaas, een Kingpin, en dan nog niet eens Michael Clarke Duncan of Vincent D’Onofrio, maar…
Er staat iemand aan de rand van mijn bed. Een schim met een bijna onnatuurlijk tenger figuur die zo uit een film van Kiyoshi Kurosawa afkomstig lijkt te zijn.
“Maak je geen zorgen.” zegt de schim met een zachte, tedere stem. “Ik ben het maar.” Het is Delano, een informant.
“Het is vier uur man. Wat doe je in Jezusnaam op mijn slaapkamer? Hoe ben je binnengekomen?”
“Ik heb zeven maanden onvoorwaardelijk gezeten. Volgens de psycholoog heb ik een psychoseksuele fixatie op het inbrekersvak.”
“Inbreekfetisj.”
“Je wilt niet weten hoe de binnenkant van mijn onderbroek er nu uit ziet. Sorry. TMI.”
“Dat hoefde ik inderdaad niet te weten nee. Heb je informatie?”
“Onthou dit goed: Flapoor is niet vermoord door Papa Legba. Het is gedaan in opdracht van de Kingpin, die hem ritueel heeft laten vermoorden zodat het op het werk van Papa Legba zou lijken. Je hebt dit niet van mij.”
“Ik heb het niet van jou. Een vogeltje heeft het mij ingefluisterd.”
“Dank je wel. Ik heb trouwens nog een klein dingetje, als je het niet erg vind…”
“Zeg het maar.”
“Mag ik iets van je stelen? Het hoort bij mijn hele psychoseksuele dingesdinges, zeg maar. Als ik inbreek, wil ik ook het liefste iets stelen, als je het niet erg vind.”
“Ja joh, best, maar maak het snel. Ik wil nog een paar uurtjes slapen. In de huiskamer, boven de open haard, staat er een porseleinen cowboyfiguurtje. Dat was een verjaardagscadeau van mijn ex. Die mag je meenemen, maar wees er alsjeblieft voorzichtig mee.”
“Mijn dank is groot.”
“Jajaja, ga nou maar.”
Hoi De Thomas, ik moet heel…
Lid sinds
5 jaar 8 maandenRol
Hoi De Thomas, ik moet heel eerlijk zeggen dat ik geen flauw idee heb waar het over gaat. Wellicht mis ik de nodige achtergrond. Het lijkt een fragment uit een groter geheel.
Je noemt een hoop namen, maar ik kan me de personages niet voor de geest halen.
De titel: word moet wordt zijn. Ik neem aan dat de ik-persoon die rechercheur is.
als je het niet erg vind… ---> vindt
Hallo De Thomas, De eerste…
Lid sinds
4 jaar 7 maandenRol
Hallo De Thomas,
De eerste en tweede alinea is voor mij heel onduidelijk, maar het kan zijn omdat ik de figuren/namen niet ken.
De dialoog verduidelijkt de personages meer. Grappig om te lezen door de leuke wending. Als je max. 400 woorden hebt, kan je de dialoog beter uitbouwen om het stuk sterker/aantrekkelijker te maken.
Ik vrees dat ik niet beschik…
Lid sinds
4 jaar 2 maandenRol
Ik vrees dat ik niet beschik over het juiste referentiekader om van dit verhaal chocola te kunnen maken.
De Thomas, Vlotte tekst en…
Lid sinds
3 jaar 8 maandenRol
De Thomas,
Vlotte tekst en met humor geschreven. Net als de andere lezers begrijp ook ik niet veel van de personages en de wereld waarover je schrijft. Misschien is dit ook niet per se noodzakelijk, alleen het maakt de tekst wel minder toegankelijk. Wellicht iets om rekening mee te houden!
Qua spelling zou ik nog een keertje goed door je tekst heen gaan, ik spotte nog wat kleine foutjes.
Complimenten voor je dialoog. Interessant en humoristisch, een leuk contrast met de onderwereldfiguren waarover je schrijft!
Groet,
Lotte Petersen
hart
Lid sinds
7 jaarRol
hart