#347 Goudhaartje
Als ik rust zoek en niet gestoord wil worden door mijn medemensen ga ik altijd naar het bos. Dat is tenminste nog ongerept. Ik heb een heuveltje onder een oude den waar ik redelijk gemakkelijk zit. Soms heb ik geluk en komen er een paar herten of een vos kijken. Maar vorige week...
Ik zat op mijn heuveltje onder de grote den toen er ineens een meisje aankwam dat een bruine beer meezeulde. Letterlijk meezeulde: de beer stribbelde wat tegen, maar het meisje bleef aan zijn voorpoot sjorren, zodat hij achter haar aan waggelde. Toen ze mij zag, liet ze de beer – een jong nog, zag ik – los en kwam op mij toe gehuppeld. “Dag,” zei ze. “Ik ga vandaag weer in het bos spelen, maar Kleintje Beer heeft niet zo’n zin. Mag hij bij jou zitten?”
Ik nam het kind van hoofd tot voeten op. Ik ben niet echt dol op kinderen: de schattigheid die aan ze wordt toegeschreven heeft doorgaans weinig met de werkelijkheid van doen. Een jaar of zeven, blonde lokken, helderblauwe ogen, appelwangetjes met kuiltjes. Het jurkje dat ze aan had droeg ze zeker al een paar dagen, gezien de vlekken, de schoentjes mochten ook wel eens gepoetst. Een zwarte veeg op de rechterknie, en de handjes ook niet brandschoon. Blijkbaar een natuurkind, anders zou ze ook geen beer achter zich aan zeulen.
Ik had niet zo’n trek in een gesprek, maar gelukkig loste dat probleem zich vanzelf op, want het meisje zei: ”Ik wil daar aan de bosrand wilde aardbeitjes en bosbessen zoeken, maar Kleintje Beer vindt ze ook lekker, en hij is veel beter in bosbessen en wilde aardbeien. Dus als jij nou met hem praat kan ik er veel meer vinden.” En weg was ze, richting struikgewas om bosvruchten te zoeken.
De beer zette zich zuchtend naast me, en ik nam hem zijdelings op. Een ongeveer anderhalve meter groot jong exemplaar van de ursus arctos, weldoorvoed en goed in het vel zittend. Ik vroeg me net af of ik wat tegen het dier zou zeggen, toen de beer zelf begon te praten.
“Een verschrikking, meneer.” zei de beer. “Ze is een paar dagen geleden bij ons thuis aan komen lopen. Als je het mij vraagt van huis weggestuurd, want er is geen land mee te bezeilen. Altijd alleen aan zichzelf denken. Ik was met mijn ouders even het bos in, een wandelingetje voor het eten. Toen we terug kwamen, stond de deur van het huis op een kier. Dus Pa voorzichtig naar binnen, en eenmaal in de keuken riep hij “Verdomme, er heeft iemand aan mijn pap gezeten!”. Ma, die na hem naar binnen was gegaan, zei: “Verdraaid, aan de mijne ook.” Ik zag dat mijn kommetje helemaal leeg was en ik riep: ”Iemand heeft al mijn pap opgegeten!” Pa, die zijn klassiekers kent, bromde “zou me niks verwonderen als jouw stoel kapot is, Kleintje”. Hij liep naar de huiskamer. Inderdaad, mijn stoeltje aan gruzelementen. “Kom jongens,” zei Pa “Het is weer zo laat. Goudhaartjesalarm. Er ligt weer een mensenkind in bed, dat moeten we even laten schrikken.”
“Wij naar boven, en ja hoor, in mijn bedje lag dit kind, vast in slaap. Pa gaf een luide grom, het kind werd wakker en keek ons aan. Maar in plaats van zich rot te schrikken en gillend weg te rennen riep ze “Oh, wat enig! Drie grote beren! En ik heb altijd al met teddyberen willen spelen”. Sindsdien woont ze bij ons in, en ik ben elke dag de klos. Ballen, verstoppertje spelen, bramen zoeken... Pa en Ma vinden het wel goed zo, ze eet niet veel, en ze hebben geen omkijken naar mij. Maar mijn opvoeding tot beer komt wel in gevaar.”
Ik begreep de kleine beer maar al te goed. Maar wat kon ik hem aanraden? Ik zou niet eens weten of hij zich tot de dierenbescherming of tot jeugdzorg moest wenden. Dus ik heb hem sterkte gewenst en ben mijns weegs gegaan.
Bobcom, een prachtverhaal,…
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
Bobcom, een prachtverhaal, hoe goed is dit bedacht. Er staan her en der wat schoonheidsfoutjes: in de voorlaatste alinea staat tot acht maal het woordje 'en' - En (what's in a word) bij aanvang is het een kleine beer maar later is hij al anderhalve meter, dat is groot vergeleken met een kind.
Hoi Bob, ik vind hem erg…
Lid sinds
5 jaar 8 maandenRol
Hoi Bob, ik vind hem erg geslaagd. Ik had in eerste instantie zoiets van: alweer een pratende beer, maar de manier je hem laat praten is erg origineel. De wending in het verhaal dat niet de beer maar het kind de lastpost is, is erg grappig. Ik vind het zeer goed bedacht. Met veel plezier gelezen.
Ik sluit me aan wat betreft de grootte van de beer. Een beer van anderhalve meter laat zich niet meezeulen. Wellicht ligt daar het probleem. Bij meezeulen denk ik aan meeslepen. Deze beer laat zich met tegenzin meetrekken.
Als ik rust zoek en niet gestoord wil worden door mijn medemensen ga ik altijd naar het bos.
--->volgens mij kun je "door mijn medemensen" ook weglaten.
Ik ben geen fan van verkleinwoordjes. Een aantal zijn onvermijdelijk, maar aardbeitjes, schoentjes, jurkje, stoeltje, mogen van mij wel zonder -jes.
Als een beer van anderhalve meter op de stoel kan zitten, lijkt me dat het meisje dat ook kan. Zou die dan zo snel breken? Maar ja, in sprookjes gebeuren wel meer dingen die niet kloppen.
“Kom jongens,” zei Pa “Het is weer zo laat. Goudhaartjesinvasie. Er ligt weer een mensenkind in bed, dat moeten we even laten schrikken.” ---> dit leest alsof ze om de haveklap een kind in huis hebben en er nu een hele groep binnenzit. Zelfs voor een sprookje niet echt aannemelijk. Misschien dat vader beer alleen hoeft zuchten: "O nee, hè. Een goudhaartje."
Ik vraag me af of Pa en Ma met een hoofdletter moet.
Bob, mooi verhaal. Met…
Lid sinds
3 jaar 7 maandenRol
Bob, mooi verhaal. Met plezier gelezen.
Dag Bobcom Ik heb dit…
Lid sinds
5 jaar 11 maandenRol
Dag Bobcom
Ik heb dit verhaal met plezier gelezen. Mooie zinnen, goede keuze van woorden en hoewel je het verhaal van de drie beren erin verweefde, verveelt het niet, integendeel, erg goed gepast.
Heel knap gedaan.
Johanna
Mooi verhaal. Ik vind de…
Lid sinds
12 jaar 1 maandRol
Mooi verhaal. Ik vind de verteltrant ook helemaal passen bij het oorspronkelijke verhaal. Knap gedaan.
Fijn verhaal, Bob!
Lid sinds
4 jaar 2 maandenRol
Fijn verhaal, Bob!
Top Bob! k had niet zo…
Lid sinds
3 jaar 10 maandenRol
Top Bob!
Klein zeurtje hier. Het probleem lost zich niet op want het meisje vraagt dat hp zou spreken met de beer? Zeker omdat je in de volg paragraaf twijfelt om gesprek te starten. Mocht je daar meteen zeggen dat beren niet praten...
klein zeurtje, mini, maar kwou het delen.
Hoi Bob, beregoed!…
Lid sinds
7 jaar 10 maandenRol
Hoi Bob, beregoed! Verrassende twist dat het kind bij de berenfamilie komt. Dat van die lengte is al gezegd. Graag gelezen!
Bedankt voor reacties…
Lid sinds
4 jaar 6 maandenRol
Bedankt voor de reacties iedereen. Schrijven is leuk, maar als een stukje goed landt is dat nog leuker.
@Gi, heb wat ennetjes en andere slordigheidjes weggewerkt, maar de vertelstijl van Kleintje Beer laat zich niet zo goed rijmen met staccato zinnetjes, dus dan zit je gauw aan voegwoorden vast. Ook iets gedaan aan het formaat van de beer.
@Fief, die medemensen zijn belangrijk. Als ik alleen "als ik niet gestoord wil worden" schrijf, zie ik meteen ziekenbroeders met dwangbuizen voor me.
Verkleinwoordjes hou ìk wel van, en ze passen redelijk bij kleine meisjes, tenzij die avondjaponnen en schoenen maat 44 dragen en handen als kolenschoppen hebben.
Pa Beer kent zijn klassiekers, dus die weet dat het stoeltje stuk is en dat er weer zo'n blond meisje in bed ligt als de pap is aangevroten. Da's nou eenmaal de ellende met sprookjes, ze verlopen altijd en overal hetzelfde, en als oudere en ervaren beer weet je dat.
De invasie heb ik vervangen door een alarm.
@Tony: ik ben er goed uit gerold, een gesprek is me bespaard gebleven. Het kind heeft alleen maar tegen me gezegd dat ik met de beer moest kletsen om lekker zelf alle aarbeien en bosbessen te kunnen scoren, en de beer heeft weliswaar zijn leed geklaagd, maar ik hoefde niet te antwoorden. Mijn kant van de conversatie bleef beperkt tot een summier "Sterkte" bij het afscheid, dus al met al ben ik goed weg gekomen;-)