Lid sinds

11 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

# 321- De herfstkabouter

 

#321 – Herfstkabouter

Het terras mag nu toch wel aangeveegd worden, wat zijn dat toch voor propjes kronkelige aarde die tussen de stenen naar boven komen? Iedje loopt naar de schuur voor de bezem en  overige attributen die zij nodig zal hebben. Wanneer ze langs de reuzenvarens komt die op het bosstukje achter de bijkeuken staan kijkt ze met genoegen naar die grote groene pracht.

Moeten die nu straks gesnoeid worden? Dat zou toch jammer zijn.

Kijk nou, er beweegt iets. Ze hurkt en schuift voorzichtig enkele takken uiteen, nog een beetje beter kijken …, dan voelt ze zich heel klein worden en bevindt ze zich plotseling naast een kaboutertje op een schommel.

Blij verrast kijken ze elkaar aan: ‘Dat had je niet gedacht, hè Iedje! Hij kijkt haar vrolijk aan en schommelt dat het een lieve lust is.  Hoesjj – naar voren en hoesjj  weer naar achteren. ‘Nu ontmoeten we elkaar dan toch in het echt! Het is alweer lang geleden dat je met je vriendjes en vriendinnetjes in een roeiboot over de Vecht voer.  Jij dacht dat je me zag, onder de bomen tussen de paddenstoelen in die grote tuin, maar je vriendjes lachten je uit; ze zeiden dat ik niet bestond, maar jij hebt je geloof in sprookjes behouden!’

Iedje is verwonderd, weet niets te zeggen. Ja, ze houdt van kaboutertjes, laatst kreeg ze er nog een van een vriendin. Hij draagt een bordje met Welkom erop en staat nu op de kast bij andere spulletjes en haar boeken.  En zijn: dat ik nog ‘geloof in sprookjes’ gaat wel erg ver ...  Zou het daardoor komen dat hij nu hier zit? Gelooft ze dan toch nog in sprookjes?

Hè, wat een rarigheid – ze schudt haar hoofd -  dromen op  klaarlichte dag; geniet toch van de werkelijkheid!

Ze recht haar rug, haalt de bezem uit de schuur, loopt naar het terras, bekijkt de propjes nog eens goed en begint te vegen.

Hoe kunnen ze zo gedraaid tussen de stenen doorkomen? Er moet iets in de grond wroeten, maar wat? Wat voor beestjes  of insecten zullen dat zijn? Regenwormen vind je wel in tuingrond. Maar onder de bestrating?

 Ze graaft even met een schepje in de tuinaarde; geen worm te bekennen.

Met veel lawaai wordt er een fiets tegen de schuur gezet: ‘Hallo mam, ik ben thuis! Wat doe je daar, gaan we gauw eten, ik moet zo weer weg die ellendige corona verpest alles …!’

‘Hallo, Peter, we kunnen snel eten, hoor! Maak je niet ongerust.’

‘Waar kijk je toch naar?’

‘Ach, ik ben gewoon gebiologeerd door die krinkelende bolletjes tussen de bestrating: kijk …’

Dan hoort ze een ”gehoesj” en ziet ze weer de kabouter op zijn schommel  en hoort hem zeggen: ‘Psst Iedje, het zijn poepjes van de pieren.’

Met een knallerig geluid,  en een vieze lucht achterlatend is hij plotseling schaterend verdwenen.

‘Mam, kom nou, ga straks maar googelen dan kom je er wel achter! Ik help je vanmiddag wel als ik weer thuis ben!

 

Lid sinds

11 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Lieve mensen,

... het is wel even geleden dat ik iets ingestuurd heb. In die tijd schijnt er veel gebeurd te zijn waar ik niet mee om kan gaan. 

Ik heb van alles geprobeerd om dit voor elkaar te krijgen: nu ontbreekt de laatste regel: 

'Mam, kom nou, ga maar googelen  dan kom je er wel achter!'

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Riny, er is hier duidelijk iets fout gelopen. Als je de tekst terug hebt geopend zie je bovenaan een 'tab' die je toelaat wijzigingen aan te brengen.  Succes..

Lid sinds

5 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Hoi Riny, fijn om weer iets van je te lezen. Helaas ontbreekt niet alleen de laatste zin, ook verschillende stukken tekst zijn dubbel geplaatst. Gi gaf je al de tip hoe je de tekst kunt bewerken.

 

 

Lid sinds

11 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Het lijkt me verstandig de opdracht naar hier te verplaatsen:

 

#321 – Herfstkabouter

Het terras mag nu toch wel aangeveegd worden, wat zijn dat toch voor propjes kronkelige aarde die tussen de stenen naar boven komen? Iedje loopt naar de schuur voor de bezem en  overige attributen die zij nodig zal hebben. Wanneer ze langs de reuzenvarens komt die op het bosstukje achter de bijkeuken staan kijkt ze met genoegen naar die grote groene pracht.

Moeten die nu straks gesnoeid worden? Dat zou toch jammer zijn.

Kijk nou, er beweegt iets. Ze hurkt en schuift voorzichtig enkele takken uiteen, nog een beetje beter kijken …, dan voelt ze zich heel klein worden en bevindt ze zich plotseling naast een kaboutertje op een schommel.

Blij verrast kijken ze elkaar aan: ‘Dat had je niet gedacht, hè Iedje! Hij kijkt haar vrolijk aan en schommelt dat het een lieve lust is.  Hoesjj – naar voren en hoesjj  weer naar achteren. ‘Nu ontmoeten we elkaar dan toch in het echt! Het is alweer lang geleden dat je met je vriendjes en vriendinnetjes in een roeiboot over de Vecht voer.  Jij dacht dat je me zag, onder de bomen tussen de paddenstoelen in die grote tuin, maar je vriendjes lachten je uit; ze zeiden dat ik niet bestond, maar jij hebt je geloof in sprookjes behouden!’

Iedje is verwonderd, weet niets te zeggen. Ja, ze houdt van kaboutertjes, laatst kreeg ze er nog een van een vriendin. Hij draagt een bordje met Welkom erop en staat nu op de kast bij andere spulletjes en haar boeken.  En zijn: dat ik nog ‘geloof in sprookjes’ gaat wel erg ver ...  Zou het daardoor komen dat hij nu hier zit? Gelooft ze dan toch nog in sprookjes?

Hè, wat een rarigheid – ze schudt haar hoofd -  dromen op  klaarlichte dag; geniet toch van de werkelijkheid!

Ze recht haar rug, haalt de bezem uit de schuur, loopt naar het terras, bekijkt de propjes nog eens goed en begint te vegen.

Hoe kunnen ze zo gedraaid tussen de stenen doorkomen? Er moet iets in de grond wroeten, maar wat? Wat voor beestjes  of insecten zullen dat zijn? Regenwormen vind je wel in tuingrond. Maar onder de bestrating?

 Ze graaft even met een schepje in de tuinaarde; geen worm te bekennen.

Met veel lawaai wordt er een fiets tegen de schuur gezet: ‘Hallo mam, ik ben thuis! Wat doe je daar, gaan we gauw eten, ik moet zo weer weg die ellendige corona verpest alles …!’

‘Hallo, Peter, we kunnen snel eten, hoor! Maak je niet ongerust.’

‘Waar kijk je toch naar?’

‘Ach, ik ben gewoon gebiologeerd door die krinkelende bolletjes tussen de bestrating: kijk …’

Dan hoort ze een ”gehoesj” en ziet ze weer de kabouter op zijn schommel  en hoort hem zeggen: ‘Psst Iedje, het zijn poepjes van de pieren.’

Met een knallerig geluid,  en een vieze lucht achterlatend is hij plotseling schaterend verdwenen.

‘Oma, kom nou, ga straks maar googelen dan kom je er wel achter! Ik help je vanmiddag wel als ik weer thuis ben!

 

  •  

Melding maken

Volgen

 

Lid sinds

11 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

Als antwoord op door Riny

Beste mensen,

... dank jullie wel! Heel onverwachts kwam ik tot mijn grote verrassing deze site weer tegen!

Ik heb het idee dat er iets bij me wakker geschud is. Ik ga op zoek naar de Oefenopdrachten.

Sorry, in de opdracht moet Mam Oma zijn.

Goed weekend! 

Riny