Er zitten een paar klanten in het restaurant. Plotseling gaat de deur open van het restaurant er komen twee grote mannen binnen en ze groeten de ober. De ober gaat naar hen toe en vraag waar ze willen zitten. En ze zeggen op onze normale plaats waar wij altijd zitten. De ober kijk met een schuin oog naar ze. Hij weet wie het zijn. Het zijn de twee grootste criminelen die door de politie worden gezocht. De ober is namelijk informant van de politie. Hij doet dit werk al jaren en zijn nieuwste opdracht is dat hij informatie komt te weten over deze twee gasten. Ineens roept een van heb ober. En de ober zegt ik kom er aan. Wat kan ik voor u doen? Wij willen graag wat bestellen. Oké dat is goed. Wat wilt u hebben? Twee bakken koffie. Oké is goed komt er aan. Twee minuten later komt de ober terug. En dan zegt de ander van we moeten even met jou spreken en wel nu. En hij houdt een wapen op hem gericht niemand ziet het dat hij een wapen op hem houdt gericht. Ons is verteld dat jij een politie infomand bent. Klopt dat? De ober schrikt en zei, nee dat klopt niet. Hoe komen jullie daar bij ik werk hier al twintig jaar vraag mijn baas maar. Vreemd dat wij die verhalen horen. Dat weet ik ook niet hoe jullie daar bij komen. Als het zo is, dan weten we je te vinden en ook je vriendin. De ober wil opstaan en dan wordt hij tegen gehouden door een derde man die net de zaak is binnen gelopen. Die is een sterke kerel dat voelt de ober. En hij heeft een snee op zijn wang die heeft hij vorig jaar opgelopen toen hij op klus was voor die andere twee. En de ober kan niks beginnen en hij wordt mee gesleurd in een busje dat al klaar staat en hij krijgt een blinddoek om. En dan stapt die derde kerel in en rijd weg. En die andere twee volgen hem in hun auto. En dan na drie uur rijden stoppen ze op een afgelegen parkeerplaats en hij doet het busje uit. En dan wordt de deur open gedaan en dan wordt de ober vast gepakt en wordt uit het busje gesleurd. De ober wordt vast gezet aan een boom en de blinddoek komt af. De ober ziet drie wapens op hem gericht en er wordt nogmaals gevraagd als hij een politie informant is. Waarop de ober nogmaals zegt dat hij niet een politie informant is. En dan hoort de ober een schot en hij voelt helse pijn door hem gaan en hij ziet dat hij in zijn been is geschoten. Nogmaals vragen de twee als hij een politie informant is. En weer zegt de ober dat hij niet een politie informant is. En weer wordt er geschoten in het ander been. Nogmaals wordt er gevraagd van ben jij een politie informant. De ober zegt weer dat hij niet een politie informant is. Op eens stapt een man naar de ober toe en richt zijn geweer op hem en haalt de trekker over en de ober hoort het schot en het is over. En de drie maken hun snel uit de voeten voor dat de politie er is.