Beste Koning Willem Alexander van Oranje,

Ik schrijf deze brief omdat ik goede herinneringen heb aan de jaren dat uw moeder haar verjaardag vierde. Als geboren Nederlander heb ik iedere 30 april naar deze nationale feestdag uitgekeken. En al die jaren dat ik leef totdat uw moeder afstand deed van de troon is dat uiterst prettig verlopen.

De dierbaarste herinnering gaat terug toen ik 8 jaar oud was. Het grote publiek stond netjes in rijen toen het koninklijke gezelschap door de straten van Den Bosch wandelde. Zoals gewoonlijk een vriendelijk glimlach en hadden schuddend vond ik dat toch wel bijzonder.

Ook na mijn puberteit is het nog eenmaal voorgekomen dat ik uw moeder van dichtbij tegenkwam, op 30 april. In Scheveningen op de lange strandboulevard kwam de zwarte touringcar rustig aangereden en stopte ongeveer recht tegenover waar ik stond. De feestelijke sfeer van oranje vlaggetjes aangevuld met de sterke windvlagen zal ik niet snel vergeten.

De koninklijke wandelstoet door de badplaats was live te volgen op het televisiescherm. Met mijn vrienden was dat het laatste bezoek voordat uw moeder aftrad en u Koning werd. Ik ben er al aan gewend dat u tegenwoordig op 27 april in een willekeurige Nederlandse plaats met uw familie de jaarlijkse rondgang loopt. Deze feestdag mag van mij nog vele jaren aanhouden.

Ik hoop voor de toekomst op een goede voortzetting van deze jaarlijkse feestdag!

Met vriendelijke groet,

Nico